poetRIE
0 Comments

22021106 geen mens

geen mens

22021106

geen mens
kan je nog betrouwen
soms zijn het toch
wel vieze beesten
schenden schandeloos
dom vertrouwen
mens is dom
mensdom
komt het door klimaatverwondering
dat een nest vol mieren
ondanks diepe bewondering
tacken vol gieren
en noot na nood
aan wondervolle toetsen
witte en zwarte
zwieren
fa dièse en sol bémol
fris en glad
en fis en plat
en de mond vol
schone woorden
klieren
kijk
die regent stopt ermee
kijk dan toch
en luister
en hoor
er valt
niets meer
dan
stilte
1
poetRIE
0 Comments

22021105 eekoortjes

eekoortjes

22021105

grauwe eekoortjes
kraaien foute woorden
In mijn oorden
brein stormt
in de lente

schimmels vertacken
sluipmoordende katers
en gevogelde touwen
daar waar kan
in de zomer
in diepdonkere morgen
dauwen ze zich de dag
na dag na dag
zo ver het mag
in de herfst

wat moet ik nu
met al die honing
in mijn vetlaag
zegt de beer
dit is geen weer
er is zelfs
geen winter meer

speel dan toch
gewoon
dagdagelijks
dag na dag
met woorden
door seizoenen door
want morgen heen
of weer
wanneer
weet je
niet
1
BROSELLA/You, YourSelf & RIE
0 Comments

What A Wonderful … Friendship

What A Wonderful

Friendship

       

2019 0822 GOUDBLOMMEKE in PAPIER
Vier jaar na het overlijden van TOOTS THIELEMANS”, bracht What A Wonderful Toots, een optreden in la FLEUR en PAPIER DORÉ
Het was een prachtig concert en tevens een aangename kennismaking met Brigitte Maloens en Lucienne Tack, de dames van het Management van WAWT.

2022 0617 BASILIEK KOEKELBERG
Op 29 april 2022 zou TOOTS Thielemans 100 jaar geworden zijn indien hij ons niet
op 22 augustus 2016 had verlaten. Het hele jaar door werd, TOOTS100TRIBUTE evenementen georganiseerd.
Ook SceneOff eerde Onze Gentle Baron van de Marollen : met “Ket Tallis” in ’t Goudblommeke, Bibliotheek Jette, Atomium, Vlaamse Raad …, met een fototentoonstelling in het Centre Culturel Bruegel in de rue des Renards dichtbij de rue Haute, met FANFAKIDS parcours “In de Stappen van Toots” … en …
op 17 juni 2022, met een dubbelconcert in de Basiliek van Koekelberg :
THE YOUNG TOOTS COLLECTIVE & WHAT A WONDERFUL TOOTS.

 

 

Van Vriendschap naar Vechtscheiding

2019 – 2022

Van in het Goudblommeke in Papier tot in de Basilica …
Het waren drie fijne jaren, waarin we heel wat aangename momenten samen hebben beleefd. Ik bracht je in contact met heel wat mensen uit de muziekwereld in het algemeen en de jazzwereld in het bijzonder. Ik speelde je, elke keer je erom vroeg, contactgegevens door, in de hoop dat  What A Wonderful Toots daardoor meer optredens zou kunnen versieren. Met plezier ! En gratis voor niks !!!

Vanzelfsprekendheid heeft die Vriendschap kapot gemaakt.
Je vond het vanzelfsprekend dat jouw vrienden op de guestlist stonden voor dat dubbelconcert: mijn vrienden en kennissen hadden vanzelfsprekend wel allemaal hun ticket gekocht. Het gaat ocharme over 20€ per persoon ! Zijn jouw vrienden dan zo’n sukkelaars, dat ze die uitgave niet aankunnen ?
Je vond het vanzelfsprekend dat jouw vrijwillige bijdrage aan het succes van dat dubbelconcert achteraf vergoed moesten worden … Ikzelf heb, als 100% vrijwilliger, àlle stappen gedaan om aan de nodige fondsen te geraken om dat dubbelconcert te kunnen organiseren en ook àlle andere activiteiten te organiseren om subsidiedossier te kunnen verantwoorden, …

Jammer maar helaas, …
Vanzelfsprekendheid was onze Vriendschap de baas.

En wij, die TOOTS zouden eren op een manier die hem waardig was …

uit Vriendschap en Erkentelijkheid …
en “niet voor de poen, zoals die anderen” …
ik hoor het je nog zeggen.

Jammer …

 

 

Vriendschap kan ook anders !!!

Eerlijk en Oprecht
en met Respect voor elkaars persoonlijkheid

 TooTs & RIEke © Jempi Samyn
07 oktober 2008
Koninklijk Conservatorium Brussel

Het was tenslotte voor Onze Vriend Toots, the Gentle Baron van de Marollen,
dat we dit allemaal deden

1986

ergens in dat jaar … ontmoetten we elkaar voor het eerst: in die fermette in de Potaerde te Grimbergen. Mijn eerste contact met Meneer Toots Thielemans vergeet ik nooit: “Zeg mo Toetske”.
Die warme ontvangst! Huguette bracht ons een drankje en een hapje, terwijl jij op je mondharmonica  “een airke vè de koeikes van de voisin” speelde en we overlegden met welke muzikanten je voor het eerst op BROSELLA Folk & Jazz (1987) zou optreden. Je gaf me onmiddellijk dat gevoel alsof we al vele jaren Vrienden waren, èchte Vrienden. Ik was onder de indruk: “zie mij hier nu zitten bij zo ne Grote Meneer” dacht ik toen.

1987

              
Toots Thielemans: harmonica; Philip Catherine: guitar;
Bruno Castellucci: drums; Michel Herr: piano; Michel Hatzigeorgiou: bass.

1991

1996


Toots Thielemans: harmonica; Bert Van den Brink: piano; André Ceccarelli: drums

2001


Toots Thielemans: harmonica; Kenny Werner: piano
Maandag 16 juli 2001 werd bekend gemaakt wie van Koning Albert II een adellijke titel mocht dragen: Salvator Adamo en Will Tura werden tot Ridder geslagen; Toots Thielemans werd Baron.
Hij belde mij diezelfde maandag nog: “RIEke ge zèt toch ni kwoed op màà?” Toen ik hem vroeg waarom ik kwaad zou moeten zijn, zei hij: “Omda’k baron gewerre zèn en da’k et àà gistere ni gezeid èm”. Waar hij nog aan toevoegde: “ik speil doevui ni beiter zèlle, mo Ugetjen ès content, joeng”.

2006

Toots Thielemans: harmonica; Ewout Pierreux: piano; Manolo Cabras: double bass;
Steven Cassiers: drums
Op de persconferentie van BROSELLA Folk& Jazz 2006 zorgde “Onze Kameroed Toots” voor een zeer aangename verrassing: Dirk Godts (zijn toenmalige manager) en Toots kwamen op 24 mei 2006 onverwachts in het Groentheater toe, waar BROSELLA destijds de persconferenties organiseerde.


© Geert Currinckx
Georges Tonla-Briquet maakt van de gelegenheid gebruik om aan Toots een paar vragen te stellen.

Op het festival zelf …
Dirk Godts zorgt dat alles pico bello in orde is voor het optreden van Toots
   
   
foto’s © Michel Binstok (27/06/1938-01/08/2018)

Toots kreeg toen ook een Bronzen Zinneke van Guy Vanhengel, toenmalig Minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

2011

Toots Thielemans: harmonica; Karel Boehlee: piano, keyboards; Marcel Schimscheimer: electric bass; Hans Van Oosterhout: drums
            
© Johan Van Eycken      © Patrick Meeus            © Jean-Luc Goffinet      © Annie Boedt
                                                    © Jean-Luc Goffinet

2022 0822

Op 2022 0821, had ik nog eens het genoegen om een rondleiding te doen in ’t Brussels met een groep die de tentoonstelling “Toots 100. The Sound of a Belgian Legend” in de Koninklijke Bibliotheek/Bibliothèque royale (KBR) kwam bezoeken.
‘k èm neig op àà gepaast, gistere,Tootske …
want op 2022 0822 is’t al zes jaar geleden, dat je ons voor altijd verlaten hebt.

Je laatste opreden op BROSELLA Folk & Jazz, was op 10 juli 2011.
Na je optreden en de bis-nummers, hebben we samen op het podium “Vivan Bomma” gezongen en het publiek in het volle Groentheater zong mee uit volle borst …
2006 BFJ Toots – vivanboma

I will never forget you !
With your smile and a tear !!

Bij elke gidsbeurt in de KBR tentoonstelling “Toots 100. The Sound of a Belgian Legend” sta ik even stil bij de spreuk die je koos toen je de titel van Baron had ontvangen :

“Be Yourself. No More. No Less”

 

39
POLLEN & SOKKEN
0 Comments

Vanzelfsprekendheid, een plaag van deze tijd?

Het viel ons op toen we in het Italiaans restaurant in de buurt gingen eten:
een man, blijkbare regelmatige klant, vond het ‘normaal’ dat hij naast de bar zelf de frigo mocht openen en daar een limoncello uithalen om die voor zichzelf in te schenken; je zag aan de blik van de uitbater van het restaurant, dat hij dat niet echt fijn vond, maar “een goede klant mag je niet in verlegenheid brengen”; hij liet die lomperik dus maar lijdzaam begaan en kwam ons met een knipoog aan onze tafel vragen “of wij ook een limoncello hadden gewenst” toen hij ons onze afrekening bracht. Sindsdien noemen wij die klant uit onze buurt “de limoncello man”.

In de van Dale:

vanzelfspre’kend, bn. bw., afgeleid uit de uitdr. het spreekt vanzelf, zó dat het niet uitdrukkelijk gezegd behoeft te worden, dat men niets anders kan verwachten; voor de hand liggend: op een manier die niemand voorzien had, al werd het achteraf als vanzelfsprekend bepraatdat is toch vanzelfsprekend! – in attributief gebruik: het is de vanzelfsprekendste zaak dat daar werk van gemaakt wordt; – bw.: vanzelfsprekend eist dat veel tijd; –
vanzelfsprekend-heiddie bij nadenken zijn vanzelfsprekendheid verliest om problematisch te worden.

In ’t echte Leven:

Zo was er ook onlangs een “Vriendin” die het vanzelfsprekend vond dat zij een hele rits “Vrienden en Kennissen” mocht uitnodigen op een evenement, waar zij weliswaar met veel enthousiasme en positieve energie had aan meegewerkt, maar waar ze wel niet de finale verantwoordelijkheid van droeg als organisator. Wat er voor mij dan weer “helemaal over” was, is dat dit voor haar zo vanzelfsprekend was, dat het gewoon een taboe onderwerp werd en dat ze het problematische ervan niet kon of wou inzien.

De vergelijking met mijn voorbeeld van “de limoncello man” ligt in die “vanzelfsprekendheid”, die arrogante, lompe houding van “IK mag dat”.

Erger wordt het, als je moet vaststellen dat dit soort “vanzelfsprekendheid” de dag van vandaag “normaal” bevonden wordt, in die mate dat de meeste mensen er niet meer op reageren, omdat ze bijna allemaal dat soort “vanzelfsprekendheid” ondergaan van mensen die het normaal vinden dat men zich dingen toeëigent die eigenlijk aan een ander toebehoren. Is dat dan eigenlijk geen (soortement van) diefstal ? Daar staat men zelfs al niet meer bij stil …

 

“Vanzelfsprekendheid”
ervaar je ook steeds meer
in het verkeer. 

Weet je nog toen Steve Stevaert voor de dag kwam met “Ritsen is hoffelijk”?
Bestuurders keken naar elkaar en deden een gebaar van “ga jij maar”. Later werd het een reglement in de wegcode. Sindsdien kijkt men niet meer om: “ritsen werd vanzelfsprekendheid”.

Hetzelfde geldt voor het oversteken op het zebrapad. Een regel die vroeger bedoeld was om “hoffelijkheid in het verkeer” te bevorderen, evolueerde naar een “vanzelfsprekendheid” die dikwijls grenst aan arrogantie. Onder de hoofding “Plichten van voetgangers” vind men in de wegcode het volgende: “Voetgangers behoren, net als fietsers tot de groep van de zwakke weggebruikers. Omdat u als voetganger geen beschermend omhulsel of koetswerk heeft, zijn er regels in het leven geroepen die uw veiligheid verhogen

  1. U bent verplicht gebruik te maken van het voetpad als dat aanwezig is.
  2. Als u binnen twintig meter afstand van een zebrapad bent, moet u dat gebruiken om de straat over te steken.
  3. Voor u de straat oversteekt, moet u er zeker van zijn dat er geen verkeer aankomt of dat u veilig kunt oversteken zonder het verkeer nodeloos te hinderen.
  4. U moet altijd voorrang verlenen aan tram en trein.
  5. U moet aangepaste kleding dragen. Zorg ervoor dat u steeds duidelijk zichtbaar bent voor bestuurders. Draag bijvoorbeeld geen donkere kleren als het donker wordt.

Wat mij al onmiddellijk opviel, is dat er bij punt 3 iets ontbreekt dat ik er vroeger altijd hoorde bij vermelden: “bij het oversteken op het zebrapas heeft de voetganger voorrang nadat er oogcontact is geweest met de bestuurder van de wagen die moet halt houden”. Ook hier zal je met mij moeten toegeven dat de arrogantie waarmee men zomaar verwacht dat de wagen wel zal stoppen een fenomenale “vanzelfsprekendheid” is.

11
POLLEN & SOKKEN
0 Comments

Leve de “komkommertijd” !!!

Niet dat ik gek ben op komkommers. Geef mij liever een fris tomatenslaatje.

Maar het fijne van de “komkommertijd” is, dat de media niet elke dag die onwelriekende politieke spelletjes moeten opvolgen. Want ze zijn allemaal met vakantie. Er is nu ruimte voor meer diepgaand  leesvoer …

en of !!!

Gewoonlijk kopen wij onze weekendkranten bij de dichtstbijzijnde Standaard boekhandel. Maar vorige zaterdag (30 juli 2022) waren ze (nog) niet “met zorg gebracht”, ook niet in de grootwarenhuizen … In het vernieuwde station van Vilvoorde hebben we de laatste exemplaren kunnen op de kop tikken … We konden weer naar hartelust een paar dagen lezen …

Nog nooit was die weekendlectuur zo boeiend als vorig weekend …

De Standaard Weekblad

Vorig weekend las ik het fijnste, interessantste De Standaard Weekblad van het jaar van A tot Z.
Dat gebeurt anders bijna nooit. De ondertitel “verhalen, cultuur & gids” was voor het eerst helemaal terecht, vond ik.

Onder de dubbele hoofding “De cultuursector opnieuw sluiten was achteraf gezien een fout” en “Dat was voor iedereen in mijn omgeving vooraf al duidelijk”, maakten Kasper Goethals en Griet Plets een prachtinterview van de stijve minister van Volksgezondheid en de soepele drummer, docent en doctoraatsstudent: een open en eerlijk gesprek met Frank Vandenbroucke en Lander Gyselinck. De verschillen waren nogal te verwachten; de gelijkenissen tussen die twee schone mensen was minder evident.

Het “Pottenbakken om aan jezelf te schaven” sprak me bijzonder aan omwille van de aanpak van het artikel, van de persoonlijkheden die aan bod kwamen. DankUwelllMersie!!! Cathérine De Kock voor deze blik uit een andere invalshoek.

Alleen al de titel van het artikel van Steven De Foer, “DE SLAAF DIE ALS EERSTE ROND DE WERELD VOER”, lokte mijn aandacht onmiddellijk. Dankzij onderzoek van de Amerikaanse historicus Laurence Bergreen wordt ons een totaal nieuwe kijk gegeven op de verdiensten van Fernâo de Magalhâes (Ferdinand Magellaan). Hij sneuvelde op 27 april 1521 onderweg, in Mactan (Filipijnen) en heeft zelf dus nooit de wereld rondgereisd. Er bleven slechts 18 man en één schip over van de 260 manschappen en 5 schepen die op 20 september 1519 vertrokken waren uit Sanlúcar de Barrameda (Spanje). Bij de aankomst van de Victoria ,op 6 september 1522, had Juan Sebasián Elcano het commando in handen. Maar eigenlijk had Enrique, de slaaf, die Magellanan in de Filipijnen gekocht had, al jaren voordien de wereld rondgereisd …
Hoe geschiedenis geschreven wordt …
Maar ook hoe we moeten blijven zoeken naar wat eventueel, misschien, de waarheid zoou kunnen zijn …

En dan dat artikel van Bas van Putten, “Het laatste vluchtoord”, met als ondertitel “In je eentje autorijden is schepen achter je verbranden. De verlossing van het lawaai wordt de confrontatie met jezelf. Daar zie je de holle kern van de mens zonder bereik.”
Zàààlig geschreven. Ontluisterend. Very to the point !!!

Zo’n weekendblad gaf me weer “goesting” om zelf te schrijven …

 

 

1
POLLEN & SOKKEN
1 Comment

“Gezond stokoud worden doe je zo” (De Morgen Weekend 23/07/2022)

In DE MORGEN van 23 juli 2022 schreef Jan Stevens een fijne recensie over het boek
“Leeftijd is meer dan een getal” van de Ierse topgeriater Rose Anne Kenny.

TIJDwijzers voor Vriendschap & ouderdom

Wat mij daar vooral in aansprak was de ondertitel op de voorpagina van deze Weekend De Morgen :

“Investeer in kwaliteitsvolle vriendschappen”

Toen ik, begin jaren ’70, voor de klas stond als leraar Nederlands en/of Engels in het Koninklijk Atheneum Asse, trachtte ik mijn leerlingen ook wijs te maken, dat “Vriendschap” later, in hun persoonlijke toekomst, hun belangrijkste rijkdom zou zijn. Niet het geld op hun liefst goedgevulde bankrekening !
Ik zei aan de laatstejaars, die nadien ofwel gingen verder studeren, ofwel aan een loopbaan begonnen en gingen werken : “Smijt u !!! Stel u open !!! Wees niet bang … Ge zult misschien twintig keer ontgoocheld worden, maar de eenentwintigste keer hebt ge weer één vriend meer”.

Nu weet ik ondertussen ook wel dat zulke ontgoochelingen heel hard in je hart kunnen aankomen, omdat je soms wel ècht misbruikt kan voelen. Bij voorbeeld als iemand je gedurende maanden “zijn/haar mentor” noemt, omdat je hem/haar uit  pure “vriendschap” bij elke vraag je ervaring, delen van je netwerk, massa’s contactgegevens gewoon gratis voor niks meegeeft, maar daarna helemaal geen rekening houdt met opmerkingen die niet in zijn/haar kraam passen en gewoon koppig, respectloos, vanzelfsprekend gewoon doet wat hij/zij wou doen. Als dat dan volledig indruist tegen jouw ethiek, tegen jouw gevoeligheid voor deontologie, tegen jouw verantwoordelijkheidszin … dan kan dat pijn doen.

Maar dan nog … moet je ervan uitgaan dat je vrijgevigheid ook andere mensen heeft geholpen en mag je met een gerust gemoed achterom kijken en in de spiegel kijken en aan die blik daar stilletjes een oogje pinken en zeggen: “Ge hebt goed gedaan, Manneke”.

Eenrichtingsverkeer kan soms recht naar een afgrond leiden: “One bridge toi far and there’s no way back” … Spijtig maar helaas.

 

3
SCHATTEN OP ZOLDER/You, YourSelf & RIE
0 Comments

Maar het was geen slang!

Een jaar of zestien moet ik geweest zijn …
In een vakantiekolonie in Oostduinkerke was ik als hulpmonitor aangeworven om kinderen te begeleiden en met hen te gaan zwemmen in de zee, te gaan spelen op het strand en in de duinen.
Tegen vier uur bracht men ons grote blikken dozen, zo van die koekendozen, maar dan zonder merk op de doos: dat waren onze boterhammen met choco … en zand.
Het is van toen dat ik altijd zeg: “Eén dag aan zee is gelijk aan een week zand in je bed.”

Het eten was er voortreffelijk in die vakantiekolonie: zowel ’s morgens, ’s middags als ’s avonds.
Bij het ontbijt was er dikwijls een halfgekookt eitje: we sneden onze boterhammen in “soldaatjes” om in het eitje te betten; lekker was dat.
Het middagmaal bestond altijd uit een stukje vlees (zowel kip als runds- of varkensvlees), groenten en flauw gekookte aardappelen. Op vrijdag: vis.
’s Avonds kregen we brood met confituur. Al waren we al wel begin jaren ’60, de vierkante sneetjes wit brood deden soms denken aan dat van de Expo-’58.

Alle kinderen waren blij. Dat dachten wij.
Behalve toen we er eentje moesten gaan zoeken die was gaan lopen: aan onze aandacht “ontsnapt”. Alle monitoren en hulp-monitoren werden onmiddellijk gealarmeerd, zelfs het keuken- en onderhoudspersoneel werd erbij gehaald en er werd een zoektocht georganiseerd. We vonden “ons mannetje” terug in Koksijde. Hij dacht zich nog net te verschuilen tussen geparkeerde wagens, maar we hadden hem gezien. Hij had heimwee naar huis.
Een fijn gesprek met een verpleegster, die hier meer de functie van psychologe moest uitoefenen, gaf hem weer de moed om zijn vakantie verder door te brengen met alle andere kinderen.

Overnachten deden we in een vakantietehuis in het centrum van Oostduinkerke. Zo’n “kamp” lijkt wel op een schoolgebouw, maar het was er wel knus en gezellig gemaakt door het decor dat de kinderen zelf hadden gemaakt op regenachtige dagen.
Sommige bedden piepten wel, maar de matrassen waren zacht. De lakens ook. De dekens van het soort irritante wol, die jeukte, waren het enige minpunt. Het was er, normaal gezien, goed slapen.

Toch werd ik op een nacht plots wakker. Ik droomde dat er een slang in mijn pyjama was gekropen.

Maar het was geen slang!

Het was de pastoor die in mijn pyjamabroek op zoek was naar dat kleine speelgoed tussen mijn benen. Als zoiets gebeurt krimpen de meeste kinderen en jongeren van angst, te bang om te bewegen, durven niet voor zichzelf opkomen … in die tijd toch zeker niet … want toen “deden pastoors en bisschoppen” zoiets toch niet!
In mijn geval was dat “pech” voor meneer pastoor. Ik was nogal assertief opgevoed en het resultaat was dat meneer pastor een lap om zijn oor kreeg …
De volgende dagen heb ik hem niet meer gezien.

 

Ik heb er pas later bij stil gestaan: dat het jongetje dat was gaan lopen had misschien ook wel gedroomd dat er een slang in zijn pyjama was gekropen …
Maar het was geen slang!
Wie weet …
Misschien heeft hij het aan die verpleegster verteld.
Misschien heeft zij die pastoor aangeraden om “ergens anders voor slang te gaan spelen”.

 

0