1969 (s)intriest … doet nog jong aan …
(s)intriest
(s)intrieste bomen als mensen
staan in een woud van woorden
roerloos onveranderlijke sleur
droge sponzen vergeten niet
onthout(d)en met het mensenbos
maar het andere
dat zonder einde openbloeit
en op de koop toe
nog erbij van alle
allerhande
niets
(zich) vervelende takken
dennenhout uit een sprookjesboek
hoe laat is het ?
nu net genoeg tijd
om het bord vol te krabbelen
“niet schoonvegen aub”
uit medelijden voor de hele klas
de hongerigen van china
de daklozen uit india
de dronkelappen van overal
geef ons nog een pint …
mevrouw uw zoon
doet wel zijn best
maar …
doet nog jong aan …
wie weet het ?
neen, niet “wie heeft de bal”
“gij speelt niet mee”
wat weet ge van
neen, dat was het niet
ik bedoel de dans
van negerzweet
en witte tanden
pepsitand doet glimlachen
nog witter
de witste
trek uw broek over uw oren
en kijk wie erin steekt
zet uw handen op uw hoofd
en zwijg
doet nog jong aan …
vooral in klasverband
storingen op deze golflengte
zijn niet aan ons te wijten
het nieuws zodra
het spijt ons
vandaag geen oorlog
geen revolutie
geen taalstrijd
wel te rusten
goede nacht
slaap zacht
doet nog jong aan …
zing hem een wiegeliedje
geef hem een ratelslang
of een aap of een olifant
hij houdt van peluche
zuigt nog aan zijn duim
geef hem melk
en suikerpap
strijk mosterd op zijn vingers
de nagelbijter
hij lust mosterd
dat doet de snor groeien
de radio meldt:
mosterdepidemie aan de taalgrens
walen smokkelen in moeskroen
de bedrieger werd gesnapt
waterde tegen vlaamse bomen
bomen als mensen
de kruin is kaalgewaaid
hoe ouder hoe kaler
neem de gulden middenweg
en val in’t water
doet nog jong aan …
speelt bootje op de vijver
gebruikt sigaar en denkt
ik ben een stoomboot
jong ?
neen
krankzinnig !
iedereen die anders denkt
wordt door anderen gek verklaard
in de naam der wet
de tafel is gezet
neen
gedekt
verzorg uw taal !
ik heb nog tijd
ik ben nog jong
doet nog jong aan …
tussen al die oude bomen
staat een struik met rode bessen