You, YourSelf & RIE
0 Comments

Nieuwjaarsbrief aan Meneer Mortelmans – – – 2024-2025

Nieuwjaarsbrief aan Meneer Mortelmans

2024-2025

Meneer Mortelmans,
Hallo Hans,
Cher Ami

Grimbergen, 27 december 2024

© RIE = Henri VANDENBERGHE

Het ga je fantastisch goed in ’t jaar 2025.
Dat wens ik je samen met Vrede op Aarde voor alle Mensen … ook voor zij die niet altijd van goede wil zijn …
Op deze foto van “PEACE on the Wall” die ik nam in 2022 onderweg naar de TOOTS 100 Expo, staat een graffiti die me zeer aansprak op de muur van de KBR (Koninklijke Bibliotheek Royale). Ik had toen het genoegen van groepen te mogen gidsen in het dialect van Toots Thielemans en van nog enkele andere Brusseleirs

12 LP Box

Georges Brassens
(Sète, 22/10/1921 – Saint-Gély-du-Fesc, 29/10/1981)

Ik moet je iets bekennen …
Toen ik, in januari 2024, je boek “Brassens” had gekregen, begon ik onmiddellijk te lezen … tot pagina 67, “Tussenspel 2”.
Daar stopte toen mijn lectuur omwille van veel te veel van alles, typisch voor mijn soort bezige gepensioneerden.
Nu er, van Winterzonnewende tot Driekoningen, niet veel anders te beleven valt dan kerstlichtjes en kaarsen aansteken of wenskaartjes en nieuwjaarsbrieven schrijven, haalde ik het boek “Brassens” weer eens van ’t schap …
Ik herlas eerst nog eens je vriendschappelijke opdracht … “Voor Henri, trouwe gezel van de goede muziek. Hans, 20 januari ’24”
en hernam dan de lectuur van het boek vanaf pagina 69

Paris-Bruxelles-Provinces: de weg van het succes”

Die link met Bruxelles was mij totaal onbekend: een hele ontdekking, een gat als een krater in mijn cultuur. Voor een Brussel-liefhebber zoals ik is dat beschamend!
Dat “de weg van het succes” van Georges Brassens eigenlijk begon in Bruxelles, dat doet mij iets. En dat hij België niet beschouwde als het buitenland, omdat het voelde als “thuiskomen” telkens hij er bij zijn Brusselse vrienden terug keerde. Ook dat gaf mij een fijn gevoel.
Het bracht ook een persoonlijke bijna-Brassens ervaring terug boven uit duistere diepten van mijn geheugen.
In 1974 werd ik hoofdredacteur van TLIEDBOEK. Ik woonde toen in Schaarbeek. In 1975 werd TLIEDBOEK uitgegeven door het Jeugd- en Cultuurcentrum TSLEUTELGAT in Haren-Brussel en kreeg het heel wat steun van GAL, die ons een aantal frontpages gratis aanbood, om ons te steunen. Hij zorgde ook voor de lay-out van vijf nummers, ook gratis!
Nadien nam Lieven Tavernier die taak op zich.

Ik kreeg toen de kans om Georges Brassens te interviewen.

De platenfirma had de pers daartoe uitgenodigd in de bovenste verdieping van de Martini Building op het Rogierplein te Sint-Joost-ten-Node/Brussel. Ook de hoofdredacteur van TLIEDBOEK. De hele Belgische pers was aanwezig. Georges Brassens zat er aan het hoofd van een lange tafel. Tientallen journalisten staken allemaal tegelijk hun micro’s onder zijn neus. Je kon hem nog amper zien zitten.
Ik kon het niet aanzien en ben toen, zwaar gedegouteerd en geschandaliseerd over het gebrek aan respect, gewoon onverrichterzake weg gelopen.

Je boek “Brassens” bracht me ook terug bij mijn vader.

Die hield van Franse chansons, van les cabarets, la variété. Gilbert Bécaud, Charles Aznavour, Charles Trenet, Marcel Amont, maar uiteraard ook de eerste singles van Adamo.
Dankzij mijn vader was Patachou mij dus helemaal niet onbekend. We hadden thuis ook platen van haar en van Rina Ketty, bekend van “J’attendrai, le jour et la nuit, j’attendrai toujours ton retour”. Mijn vader was na vijf jaar krijgsgevangenschap (1940-1945) als oorlogsinvalide terug gekomen bij zijn lief, die later mijn moeder werd. Zij had zo lang op hem gewacht.
Van al die Franse chansonnières was Colette Renard zijn préférée, met haar “Chansons Polissonnes”. Ik hoor ons nog samen het refrein zingen van een van haar liedjes:
Tais-toi Marseille” uit de elpee “envoie la musique”
“Marseille, tais-toi Marseille
Tu cries trop fort
Je n’entends pas claquer
Les voiles dans le port”

En terwijl ik deze nieuwjaarsbrief schrijf
luister ik naar de CD “Cupido zijn kat”.
Zàààlig !

Liefs

RIEke van MIEke
Henri Vandenberghe

 

14