De VILLE de BRUXELLES
0 Comments

Grensoverschrijdend Gedrag – – – 1975 – 2007 – – – tijdens mijn loopbaan aan de Ville de Bruxelles

Grensoverschrijdend Gedrag

– – – 1975 – 2007
tijdens mijn loopbaan
aan de Ville de Bruxelles

“Het Voorspel”

Het verdrag van Rome

Op 1 januari 1958 werd de Europese Economische Gemeenschap (EEG) opgericht
en het Verdrag van Rome trad in werking. De belangrijkste voorloper van de EU werd gevormd door zes landen: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland.
In Rome werd toen onder andere afgesproken dat alle grote steden en vooral de hoofdsteden van Europa over een openbare Jeugddienst moesten beschikken.

Maar in Brussel had men daar nog geen werk van gemaakt …
tot er in 1975 een eerste poging werd ondernomen om een
Service de la Jeunesse de la Ville de Bruxelles op te richten.

“En toen begon het Spel nog maar pas”

à la Ville de Bruxelles

1975

We waren welgeteld met 3 personeelsleden toen ik bij de Jeugddienst van de hoofdstad van Europa werd aangeworven.

En … het begon eigenlijk al goed: mijn baas was een onderwijzer-turnleraar die uit zijn school werd weggehaald omdat er daar met enkele kinderen nogal “onaangename zaken” gebeurden in de kleedkamers bij de lessen lichamelijke oefening en dat er zich ook enkele ouders begonnen te roeren en klachten indienden bij het bestuur van de dienst Openbaar Onderwijs.

Sint-Katelijnestraat 11 rue Sainte Catherine

 

Toen ik in 1975 met een “nepcontract” werd aangeworven wist ik het allemaal nog niet meteen, maar toch raakte ik nogal snel op de hoogte van deze toch wel eigenaardige start van de Service de la Jeunesse de la Ville de Bruxelles.

Het feit dat ik dan heel snel toch wist hoe de vork aan de steel zat, heeft uiteraard een enorme rol gespeeld in het vervolg van mijn loopbaan aan de Stad Brussel.


Mieke Pistolei & Sucette Cahier

En dat ik later ook nog allerlei andere “toestanden” had gehoord, gezien en zelf meegemaakt, zorgde er alleen maar voor dat mijn relatie met mijn “baas” nooit meer goed kon komen.
Zie ook elders mijn verhaal over Mieke Pistolei en over Lucette, de eerste “animatrice” van de Jeugddienst : “https://rieke.brussels/maintnant-que-tu-peux-plus-mbaiser-tu-mvires/”

De Secretaresse & De Kuisvrouw

Over de secretaresse van “de baas” zei mijn collega Alain eens “on n’a toujours pas d’cadre, mais on a Dubois”. Ze had nog één gele Mercedes overgehouden van de erfenis van haar vader, die de eigenaar was van de Taxis Jaunes. Martine hoefde eigenlijk niet meer te gaan werken om rond te komen. Het maakte haar ook niet uit dat onze baas ook tussendoor wel elders nog wat “vruchten plukte”. (“https://rieke.brussels/maintnant-que-tu-peux-plus-mbaiser-tu-mvires/”) Zij hield gewoon van de “machtspositie” die dat haar aan de Jeugddienst bezorgde. Wij omschreven haar dan wel als “le matelas du chef”, maar dat kon haar niet deren.

Op een dag had een van de kuisvrouwen van de Service de la Jeunesse een borstel en een dweil tegen de muur van ons bureau geplaatst naast een halfvolle emmer water. Toen ze een tijdje later uit het bureau van de baas naar beneden kwam om haar poetsgerief uit mijn bureau te halen, vroeg ik haar of ze dacht dat haar poetsmateriaal het bureau zonder haar zou gekuist hebben. Ze lachte mijn opmerking gewoon weg … want ze had er blijkbaar deugd van gehad.

Vrouwelijke collega’s op de rooster gelegd

Dat  klinkt misschien nogal pathetisch, maar er werden gedurende mijn loopbaan aan De Ville de Bruxelles toch op verscheidene manieren heel wat vrouwelijke collega’s “getest” op hun “beschikbaarheid”. Zo gebeurde het tijdens een middagpauze terwijl we onze sandwich aten, dat een mannelijke collega zonder schroom zijn nieuwe jonge collega die rechtover mij zat bij de borsten greep. Toen ik zonder aarzelen, kort en krachtig “Puute van de koesj” zei, keek hij me aan met een blik van “allez jong, als dat al niet meer mag”.

Anderzijds maakte ik zelf ooit eens het omgekeerde mee. Ter gelegenheid van een evaluatiegesprek van een animatrice die werkzaam was in een van de tien Maisons des Enfants du Service de la Jeunesse vielen plots “per ongeluk” haar borsten uit haar bh op tafel. Ik had het “manoeuvre” onmiddellijk door en zei kalm, koel en krachtig: “emballe-moi ça” en ging ongestoord verder met het evaluatiegesprek over haar werk met de kinderen, waar anderzijds gelukkig geen klachten over waren. Zij had anders wel al een reputatie: een collega uit de dienst Openbaar Onderwijs pochte namelijk nogal graag met het feit dat “elle est très baisable”.

Tijdens mijn loopbaan aan de Ville de Bruxelles zijn er ook van mijn vrouwelijke collega’s meer dan eentje “passée à la casserole”. Bij sommige was dat wel omdat ze dachten van daar “voordeel” uit te halen. Wat meestal ook lukte. Voor een tijdje. Tot de zaken keerden en het plots meer nadeel werd.

De geobsedeerde buschauffeur

De Jeugddienst beschikte over twee autocars, die zowel voor het Openbaar Onderwijs als voor de leden van het Brussels Ouderenplatform reden. Er deden al lang en dikwijls veel geruchten de ronde over één van de twee vaste chauffeurs. Animators hadden al verhalen verteld over zijn gedrag in de buurt van vrouwen, jonge zowel als minder jonge. Ze hadden al hun beklag gedaan over zijn pogingen om “te dichtbij” te komen. Maar die animators waren aangeworven met een jaarcontract en ze wisten dat die buschauffeur nogal wat “beschermende handen” boven zijn hoofd had. De verhalen gingen dus nooit verder dan het “even melden”.

Toen een voetbalploeg uit Neder-Over-Heembeek ergens in Frankrijk een wedstrijd ging spelen, moesten er twee chauffeurs mee, omwille van de duur van de reis. Bij de wissel aan het stuur, omdat zijn shift er op zat, ging hij door de gang tussen de zetels naar achter in de bus. Onderweg greep hij gewoon kordaat en vastberaden naar de borsten van een vrouw. De schepen voor sport zat erbij en keek ernaar, maar deed niets, zei niets, … Dat gebeurde gewoon … zonder enig gevolg voor de betrokken chauffeur.

De andere chauffeur was beschaamd in zijn plaats en begreep ook niet waarom er niets ondernomen werd om de kuren van zijn collega te doen stoppen.

Tot ik de kans kreeg om “het probleem” aan te pakken …

Er waren enkele klachten binnengekomen bij de Schepen voor Jeugd, brieven van sommige ouders, maar ook van enkele schoolhoofden. Maar die Schepen had zich naar aanleiding van die klachten beperkt tot de chauffeur te convoceren om eens aan zijn oren te trekken en hem op het hart te drukken dat zoiets niet meer mocht gebeuren (wat zonder noemenswaardig effect bleef). Een van de secretaresses op het kabinet was geschandaliseerd door de minimalistische aanpak van de schepen. Ze bezorgde mij kopieën van die brieven, want ze wist wel dat ik het daar niet bij zou laten.
Ik stapte naar de inspecteur van het lager onderwijs van de stad, verantwoordelijk van de scholen vanwaar die klachten waren gekomen. We spraken af dat hij, indien nodig, overal zou beweren dat hij mij die kopieën had bezorgd. Ik wou absoluut vermijden dat de secretaresse van de schepen daar last mee zou krijgen.
Toen ik het probleem met die ene buschauffeur met onze directeur-generaal van het Departement Sport, Cultuur en Jeugd besprak werd er onmiddellijk een tuchtprocedure in gang gestoken, met individuele verhoren van alle betrokken partijen. De animators en animatrices die mij eerder al mondeling hun opmerkingen hadden overgemaakt betreffende die chauffeur werden verhoord. De man zelf kwam ook aan bod. Uiteraard weerlegde hij alle klachten. Het dossier werd dan via de hiërarchische weg overgemaakt aan de toenmalige Dienst Wagenpark, die het beheer voerde over alle dienstwagens van de Stad Brussel. Dat dossier bleek ergens onderweg verloren e zijn gegaan en is zogezegd nooit bij het “Parc Auto” aangekomen … Het “probleem” bleef daar, volgens de directie, dus enkel bij “geruchten”.

Ik heb dat probleem van die handtastelijke buschauffeur dus wel degelijk aangepakt, maar bleef totaal verbouwereerd achter door het gebrek aan gevolgen … Alhoewel … Bij de Jeugddienst hadden we aan de dienst Wagenpark duidelijk gemaakt dat wij geen enkele uitstap met de kinderen nog zouden aanvaarden met die bepaalde buschauffeur aan het stuur.
Resultaat: hij reed vanaf dan met de bussen van de Crèches.

Maar het stopte hier niet !!!

Toch een tussentijdse stilte in de storm?

Mijn eerste baas was nog maar pas overleden of de kabinetschef van bovenvermelde Schepen werd het volgende diensthoofd. Die was echter nog niet in orde met de Brusselse taalwetten: hij had zelfs nog geen poging gedaan om examen Nederlands af te leggen bij Selor. En dat kwam goed uit voor de volgende Schepen voor Jeugd. Van een andere partij. Plots waren die taalwetten voor haar zeer nuttig. De nieuwe voorlopige directeur van de Service de la Jeunesse kon opstappen. Men vroeg mij dan om de leiding te nemen over de Jeugddienst: men zou me ook van zodra mogelijk benoemen als Directeur. By the way, ik beschikte over alle nodige diploma’s, attesten en brevetten. Zelfs meer dan de nodige! Na twee jaar dienst gedaan te hebben als diensthoofd, zonder enige bijkomende premie, mocht ik opnieuw mijn functie van animator-coördinator opnemen. Onder de leiding van een nieuwe directeur die, na zes pogingen, blijkbaar toch geslaagd was in die door vele Franstaligen vermaledijde taalexamens.

“Tu viens chéri, t’as rien compris, on recommence”

De nieuwe Directeur bracht zijn reputatie van rokkenjager mee van zijn vorige betrekking. Dat werd mij onmiddellijk meegedeeld. Het bleek nog te kloppen ook.

Het zou me ver leiden om al zijn fratsen hier op te sommen die ik tot op het einde van mijn loopbaan aan de Ville de Bruxelles heb mogen zien.

Ik wil me hier beperken tot een ander fenomeen van “laisser faire”.
Na verschillende klachten van vrouwelijke collega’s bij de laatste Schepen die ik in mijn carrière heb mogen mee maken, werd deze directeur letterlijk opzij gezet: hij moest zijn bureau verlaten en kreeg een andere plek, op zolder, waar hij (al dan niet) zijn tijd mocht komen slijten. Met behoud van loon. En nadien ook nog behoud van volledig pensioen. Terwijl die Schepen – een vrouw !!! – met alle klachten een stevig tuchtdossier had kunnen – en eigenlijk had moeten – indienen bij de Personeelsdienst

 

Het zijn maar anekdotes

Het zijn maar verhalen uit het verleden

Maar het zou me verwonderen dat dergelijke esbattementen niet meer gebeuren …

Maar ik ben in februari 2007 met pensioen gegaan en wat er aan de Service de la Jeunesse de la Ville de Bruxelles allemaal van grensoverschrijdend gedrag gebeurt …

I don’t know and I don’t care

al krijg ik toch soms nog
van gewezen collega’s fantastische verhalen te j-horen …

Henri VANDENBERGHE
2025 05 28

 

0
You, YourSelf & RIE
0 Comments

TLIEDBOEK, ooit een referentie als muziektijdschrift – – – 2025 0521

TLIEDBOEK
was ooit een referentie
als muziektijdschrift
in Vlaanderen

Mijn Goede Vriend Marc Bens had alle exemplaren van TLIEDBOEK, groot en klein, die ik zorgvuldig bij gehouden had, mooi ingebonden. Ik heb zelfs nog enkele exemplaren van de eerste jaren van het muziektijdschrift in mijn bezit.  TLIEDBOEK, “kritisch informatief tijdschrift voor volks- en luisterlied“, was ontstaan aan  de Gentse universiteit in ’t jaar 1967 en werd daar ook in oorspronkelijk A5 formaat uitgegeven bij GAKKO in Gent tot in 1972.

De beginjaren
1967 – 1972

De eerste hoofdredakteur en verantwoordelijke uitgever in 1972 was Etienne Verhoeyen, bijgestaan door de volgende redaktieleden: Emiel Appelmans, Emiel Swillens, Gert & Geert Fabré, Jan Mathys, Johan Thielemans, Miek & Roel Van Bambost, Robert de Vries, Roland van Campenhout, Tony & Kamiel Van Herp. De “WERKGROEP” groeide al snel aan, met nieuwe redaktieleden zoals Magda Michielsens, Mary Maes, André De Bruyn, Marc van Cauwenbergh, Jari Demeulemeester, … en meer.
Toen ik les gaf aan het Koninklijk Atheneum Asse, van 1971 tot 19773 vroeg mijn collega Miel Appelmans of ik geen zin had om mee te werken als redacteur van zijn TLIEDBOEK: hij was er toen hoofdredacteur van geworden.

alles is volbracht
1973 

Het was een fijne hobby, om muzikanten te interviewen en te schrijven voor een blad als TLIEDBOEK, maar toen ik er pas echt veel plezier aan begon te beleven besloten die gasten van Gent om ermee te stoppen.
Ze brachten toen, in juni 1973, het speciale “alles-is-volbracht” nummer 27, waarmee afscheid werd genomen van die zeldzame?talrijke? trouwe lezers van TLIEDBOEK.

“speciaal hier-zijn-we-dan-weer nummer”
1974

TLIEDBOEK dood” ? Dat kon ik toch niet zomaar laten gebeuren. De eerste TLIEDBOEK “reddingspoging”, een soort van “overgangsnummer”, kwam er dankzij een
het zogenoemde “speciaal hier-zijn-we-dan-weer nummer” 28 van mei-juni 1974 … een jaar later dus …

december 1974 – oktober 1975

En dan was er nog een tweede, totaal mislukte, want wansmakelijke, … reddingspoging:
het schandelijke TLIEDBOEK-SCHAVANT avontuur, van december 1974 tot oktober 1975.
Toen we door hadden dat een zekere Guido van Oostenrijck TLIEDBOEK in nood eigenlijk had misbruikt om zijn eigen SCHAVANT tijdschrift te redden, dat in december 1974 een 5de nummer had uitgegeven met als titel “spektakelinformatief”. Vanaf het nummer 6 van de eerste jaargang van dit “nieuw maandblad” droeg het ons beider namen, TLIEDBOEK-SCHAVANT.
Maar enkele nummers later merkten we dat hij sommige teksten censureerde!!! Hij was de laatste die deze in handen had vooraleer er naar de drukker werd gegaan. Na dat nummer 10 van de eerste jaargang, waarin serieus geknipt werd in de tekst van Liesbet Walckiers over de evolutie “van links naar rechts” in Portugal in 1974, werkten de TLIEDBOEK-redacteurs niet meer mee.
Toch bleef de heer Guido van Oostenrijck “zijn maandblad” verder TLIEDBOEK-SCHAVANT noemen. Vanaf het zomernummer 1975 was plots ook Jef Elbers redacteur van dat maandblad … tot er in januari 1976 nog een laatste exemplaar uitkwam dat nog alleen de naam SCHAVANT droeg … met Jef Elbers op de voorpagina.

juni-juli-augustus 1975

Tegelijkertijd werd rond TLIEDBOEK weer een nieuwe reddingspoging gedaan en die slaagde dan pas echt dankzij
– het Jeugd- en Cultuurcentrum van de Stad Brussel, TSLEUTELGAT, dat instond voor “drukfaciliteiten”
GAL, die vanaf het nummer 34 (juni-juli-augustus 1975) GRATIS voor niks TLIEDBOEK lay-outte
vanaf het nummer 38 deed hij dat samen met Willy Marckx en vanaf het nummer 40 werkte ook een zeker Lieven Tavernier mee aan de opmaak
– en een zekere Lieven TAVERNIER stond tot het bittere einde in voor de opmaak

september 1977
TLIEDBOEK 50

Vanaf TLIEDBOEK 50 werd ik, mede onder druk van zijn toenmalig lief, Lieve van Mileghem, door Miel Appelmans op een slimme, sluwe manier opzij geschoven. TSLEUTELGAT mocht/moest wel nog een tijdje doen alsof het nog steeds het administratief toevluchtsoord was voor TLIEDBOEK, maar ikzelf werd niet goed genoeg bevonden om nog hoofdredacteur te zijn.
Mijn laatste bijdrage als redacteur was in TLIEDBOEK 51: het interview met Kris de Bruyne. Achteraf werd ik wel nog als redacteur vermeld alhoewel ik geen enkele tekst meer scheef voor dàt TLIEDBOEK.
Ze konden het nog trekken tot het nummer 55 van juli-augustus 1978.

MUZIEKKRANT
1978

In die laatste nummers van TLIEDBOEK kwam ook plotseling een nieuwe naam te voorschijn: Fred Brouwers.
Dit was eigenlijk al een subtiele overgang naar een volgende fase. De heer Brouwers kreeg dan van Miel Appelmans heel het hebben en houwen van TLIEDBOEK in de schoot geworpen om de MUZIEKKRANT
van en met de vzw Centrum Voor Muziek op te richten.
Het nummer 0 van dat driemaandelijks tijdschrift werd mij in oktober 1978 aan de deur overhandigd door de heer Swa Depelchin, met de vraag of ik ook niet wou meewerken aan dit nieuwe tijdschrift. De man, die ik kende door sportactiviteiten, omdat ik toen in Grimbergen net als hij ook bij GRIVOK volleybal speelde, had echt geen idee met welke opdracht ze hem hadden opgezadeld, want hij wist helemaal niets van de voorgeschiedenis van de MUZIEKKRANT.
De eerste zin van het EDITORIAAL luidde als volgt:
“Al lang wachten wij samen met u op een algemeen muziektijdschrift dat het muziekleven en het muziekonderwijs langs verschillende hoeken weet door te lichten. …
getekend De redactie” … De redactieploeg zat ook collega’s van de heer Brouwers.

Hallooo kroket !!! 

TLIEDBOEK = 1967-1978
MUZIEKKRANT = 1978-1981
Dat driemaandelijks muziektijdschrift waar iedereen op zat te wachten
heeft het dus amper drie jaar uitgehouden. De MUZIEKKRANT nr. 9 uit 1981 was naar mijn weten het laatste dat het Centrum voor Muziek heeft uitgegeven.
Die vzw CVM was in die korte tijd ook al verhuisd van Grimbergen naar Leuven.

Henri VANDENBERGHE
25 mei 2025

geschreven na het optreden van Lieven TAVERNIER met KADRIL 
ter gelegenheid van 50 jaar TSLEUTELGAT-TOOGENBLIK
1
De VILLE de BRUXELLES
0 Comments

Tien jaar Dienst & La Confiance Règne – – – 1985 0702

Tien jaar Dienst
&
La Confiance Règne

– – – 1975 0801

Nadat ik gedurende twee schooljaren (1971-1972 + 1972-1973) mijn broek had versleten aan het Koninklijk Atheneum Asse en vast besloten was van nooit nog voor een klas te gaan staan, ging ik op zoek naar een andere job … maar eerst nog een tijdje …

aan den dop

Vanaf september 1973 ging ik me, na mijn dagelijkse verplichte stempelcontrole, bij allerlei culturele organisaties en instanties aanbieden. Maar dat was geen groot succes, want ik had geen partijkaart en dan “kunnen we voor u niets doen”

Op een dag na een repetitie bij de ToneelVrienden van Evere, stelde mijn Goede Vriend RAF me voor aan een toen voor mij nog totaal onbekende Herman PINT. Samen met deze laatste en een toen voor mij nog meer onbekende meneer Paul MAES, werd ik dan meer dan voltijds vrijwilliger bij het Jeugd- en Cultuurcentrum TSLEUTELGAT te Haren-1130-BRUSSEL.

Dankzij de heren PINT en MAES, allebei belangrijke figuren aan de Stad Brussel, kon ik in augustus 1975 meedoen aan een wervingsexamen à la Ville de Bruxelles en belandde zo, als opsteller/redacteur (met een universitair diploma) au Service de la Jeunesse de la Ville de Bruxelles …
Werkzaam aan de Jeugddienst (eerst als vakantiemonitor) van de Stad Brussel van 01/08/1975 tot 31/08/1975. Nadien, als Tewerkgestelde Werkloze, van 23/02/1976 tot 31/07/1976.
Vanaf 01/08/1976 aangesteld als (allereerste!) Animator van Jeugdhuizen aan de Jeugddienst van Stad Brussel
Vanaf 01/10/1978 klonk het nog positiever: “Toegelaten tot stage als Animator-Coördinator bij de Dienst Openbaar Onderwijs, Schone Kunsten en Jeugd”.

– – – 1985 0702

In 1975 bestond de JEUGDDIENST eigenlijk nog niet. Die mocht pas opgericht worden na een besluit van de gemeenteraad van 16 juni 1986. Dit besluit kon dan “uitvoering krijgen” op 28 november 1986.

Sommige mensen wisten wel hoe het kwam dat meneer de onderwijzer, Egide MOONENS, in 1975 uit het onderwijs werd “gedetacheerd” met de opdracht om die Jeugddienst eindelijk op te richten waar men in de Europese Gemeenschappen (België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland) al sinds mei 1965 over sprak …
Mijn “baas” vond het uiteraard niet fijn, dat ik wèl wist hoe de vork aan de steel zat. Hij was er bovendien niet gerust in dat ik eventueel zijn plaats/functie/positie zou ambiëren: als universitair zou ik tenslotte een gevaarlijk concurrent geweest zijn voor een onderwijzer. Ik was echter helemaal niet zo carrière-ambitieus.

Maar ik wist te veel. En dat liet zich snel voelen in de werkrelatie. 

Zo kwam het dat mijn “baas” de verantwoordelijkheid voor de vakantie activiteiten van de jeugddienst liever toevertrouwde aan een “bevriende” collega uit de dienst Onderwijs, terwijl meneer, die tenslotte nog steeds onderwijzer was, aangezien die jeugddienst nog altijd niet bestond, gedurende twee maand naar Spanje vertrok met de (zijn/;-) secretaresse van de Jeugddienst.

Later zou mijn vriend Alain, collega animator, de volgende legendarische mop uitvinden:
“On a Dubois mais on n’a pas d’cadre”

AU PERSONNEL DU SERVICE DE LA JEUNESSE

aangezien het weer
“pour les Flamands la même chose”
was, zorg ik bij deze voor een vertaling

AAN HET PERSONEEL VAN DE JEUGDDIENST

Bij deze wil ik jullie informeren dat Meneer DESCY Robert, schooldirecteur, mij in juli en augustus zal vervangen tijdens mijn afwezigheid aan de jeugddienst.

Hij zal alle nodige verantwoordelijkheden op zich nemen en alle documenten die bestemd zijn voor de schepen of andere administratieve diensten via de hiërarchie doorgeven.

Alle briefwisseling zal hem worden bezorgd door mevrouw VAN ROSSEM of mevrouw MOENS, die om beurten mevrouw DUBOIS zullen vervangen voor deze taak.

Ik wens iedereen een welverdiende en aangename vakantie toe alsook het welslagen van alle geplande vakantieactiviteiten.

De Adviseur voor de Jeugd
Egide MOONENS

 

 

De werkrelatie met de heer Robert DESCY verliep vooral in den beginne wel wat stroef, maar vooral professioneel, administratief, zakelijk. Naarmate de vakantie vorderde werden de gesprekken ook vriendschappelijker. Ik vermoed dat men hem heel goed duidelijk had gemaakt dat hij niet te veel tijd moest verkwanselen aan diene Vandenberghe. Dat hij deze ondankbare maar vermoedelijk toch voldoende verloonde taak niet nog een volgend jaar heeft aanvaard zou misschien wel kunnen betekenen dat hij begrepen had in welke situatie hij eigenlijk werd misbruikt.

De werkrelatie met de heer Egide MOONENS was al lang van tevoren niet wat men een positieve werksfeer zou kunnen noemen … en het is ook nooit goed gekomen …

Henri (RIEke) VANDENBERGHE
9 april 2025

2
You, YourSelf & RIE
0 Comments

“MOETEN” of “gecanceld” worden – – – 2025 0407

“MOETEN” of “gecanceld” worden

– – – 2025 0407

Je MOET van voetbal houden en je MOET naar SPORZA kijken

Je MOET van wielersport houden want “De Koers is van ons”

Je MOET

Maar als jij vindt dat ze “hun koers mogen hebben” …
En als dan een van je Beste Vrienden je een berichtje stuurt

Is het echt nodig om alles en iedereen
die het niet met jou eens is te schofferen?

Verdraagzaamheid is toch ook een deugd”

dan wordt het tijd om eens goed na te denken over

want
dan is er geen debat meer mogelijk
dan wordt het stilaan enkel en alleen nog eenheidsworst en voor iedereen dezelfde kost

je wordt dan verondersteld van te denken en doen
wat de massamedia
je voordoen

 

en dan komen we pas ècht in de GEVARENZONE

 

Henri (RIEke) Vandenberghe
8 april 2025

 

0
POLLEN & SOKKEN
0 Comments

Daddy, do we really need The Fucking United States of Bloody America ? – – – 1968 =>=>=> 2025

Daddy,
do we really need
The Fucking United States of Bloody America

mei 1968 =>=>=> 2025

Ik herinner me de hevige discussies met mijn vader nog toen ik eind jaren ’60, aan de VUB studeerde en mee revolteerde tegen de Amerikanen – Yankees – en hun Vietnam oorlog “YANKEE GO HOME” en dat mijn vader mij altijd wou doen zwijgen, met zijn gevleugelde woorden: “Zwijg, ze zijn ons komen redden”. Waarop ik telkens weer antwoordde; “Neen, pa, ze zijn ons komen koloniseren”

Ik voegde er ook dikwijls aan toe: “Vergeet niet dat ze daar eerst duizenden Indianen hebben vermoord – nu zou men dat een genocide noemen – omdat ze hen toch maar niet konden geleerd krijgen van een kruisteken te maken en alleen God de Vader en de Zoon en de Heilige Geest te eren in de plaats van de Natuur”. In mijn verwoede pogingen om mijn vader te overtuigen voegde ik er ook soms di nog aan toe: “Op het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn ze “het Westen” van Europa alleen komen “helpen” om “het Oosten, de Communisten” tegen te houden. Net als die collaborateurs van bij ons. Daarom mocht ik niet naar de chiro: “Dat uniform doe jij niet aan. Die smeerlappen hebben kinderen naar het Oostfront gestuurd, terwijl ik gedurende vijf jaar gevangen zat …”

Het heeft eigenlijk toch nog lang geduurd vooraleer er in wat toen De Nieuwe Wereld werd genoemd nog eens een super cowboy is opgestaan die alles doet om De Hele (Oude?) Wereld onder de knoet te krijgen van zijn Holy America

En nu gaat plots het hele politieke nest uit Eiland Vlaenderen, samenwerken met het door hen zo gehate België. Nu we geen rotte cent over hebben voor cultuur, onderwijs, zorg, … voor De Mensen … gaan we miljoenen (miljarden?) bij elkaar sprokkelen om terug soldaat te gaan spelen …

 

photo taken by the Chicago Police Department on Friday, August 30, 1968.

 

In 1988 Richard Thompson wrote “Yankee, Go Home”
on his album “AMNESIA”

Oh, G.I. Joe, put your gun away
The sun is setting on another day
Why don’t you leave us alone?
Yankee, go home

0
POLLEN & SOKKEN
0 Comments

“Je wordt ouder papààà” Peter Koelewijn – – – 1977

Oud(er) worden

Is dat ook

“Wijzer worden” ?

Mijn pépé zei altijd

“Oud worden is niets, maar oud zijn, dat is iets anders”

 

Peter Koelewijn

zong er al over in 1977

hierbij de tekst …
indien je er een karaoke zou willen van maken
Oh je kent ze wel want je kent mij ookIn de dertig en 1 en al lachZo een die denkt dat ‘ie alles kan en vooral dat ‘ie alles magMaar m’n zoon van acht noemt mij al bij z’n vrienden m’n ouwe heerSoms daag ik ‘m uit voor het pingpongspel en dat win ik nog elke keerMaar het kost hem weinig moeite maar mij steeds meer
Oh je wordt ouder papa geef het maar toeJe wil er alles aan doen maar je weet niet hoeJe wordt ouder papa je wordt ouder papaJe wordt ouder papa geef het maar toeWant je bent nog snel maar ook eerder moeJe wordt ouder papa je wordt ouder papa
En ik weet ook wel ik ben een ouwe zak voor zo’n jochie van een jaar of achtDie na een lange reis vraagt alleen aan je vraagt “wat heb je voor me meegebracht”Maar ik tel wel mee in ’t cafe want daar swing ik nog als een treinNet als de rest die net als ik geen 20 meer kan zijnDaar zijn de dorst en de babbels groot maar de daden klein
Oh je wordt ouder papa geef het maar toeJe wil er alles aan doen maar je weet niet hoeJe wordt ouder papa je wordt ouder papaJe wordt ouder papa geef het maar toeWant je bent nog snel maar ook eerder moeJe wordt ouder papa je wordt ouder papa
Alles wat ik zei klonk misschien wat negatiefMaar deze jongen maakt nog hoge sprongenEn hij wordt wel ouder maar blijft steeds even liefEn ik voetbal mee 1 keer per jaar voor de meiden van het bedrijfEn je blijft maar lachen al stort je in en al ben je dagenlang stijfHeel veel praatjes op kantoor en je zegt het recht voor z’n raapMaar als een strobaal val je ’s avonds lat voor de kleuren TV in slaapTot het ruisen ’s nacht van dat ding je wakker maakt
Oh je wordt ouder papa geef het maar toeJe wil er alles aan doen maar je weet niet hoeJe wordt ouder papa je wordt ouder papaJe wordt ouder papa geef het maar toeWant je bent nog snel maar ook eerder moeJe wordt ouder papa je wordt ouder papa

Oud(er) worden

Meryl Streep at the 2024 Cannes Film Festival

Meryl Streep

zegt er het volgende over

“Je wordt ouder,” zeiden ze, ”je bent jezelf niet meer, je wordt bitter en eenzaam.”
“Nee,” antwoordde ik kalm.
“Ik word niet oud. Ik bevrijd mezelf.
Ik vervaag niet, ik laat mezelf gelden.
Ik ben gestopt met de persoon te zijn die anderen behaagt en ben de persoon geworden die mezelf behaagt.
Ik jaag niet langer op acceptatie van anderen, ik heb mijn toevlucht gevonden in mijn eigen armen.
Ik word niet oud. Ik word selectief, helder, aandachtig.
Ik kies mijn plaatsen, mijn metgezellen, mijn gevechten en mijn stiltes.
Ik heb geleerd los te laten, niet uit bitterheid, maar uit wijsheid.
Ik heb mijn hart bevrijd van onzichtbare ketenen:
Steriele gehechtheden, zinloze pijn,
giftige aanwezigheid, gekwelde zielen,
en harten verdord door slechtheid.
Ik verhardde niet, ik verzachtte mijn leven.
Ik vluchtte niet, ik sorteerde.
Niet uit trots of wrok.
Uit liefde voor vrede, sereniteit en vooral voor mezelf.
Nee, ik word niet oud.
Ik word.
En in dat worden ontdek ik eindelijk mezelf”.

= Vrij vertaald met DeepL Translator

Oud(er) worden

“Wijzer worden” ?

Helen Mirren in 2020 bij de Berlinale

Hellen Mirren

zegt er het volgende over

“Voordat je met iemand in discussie gaat, vraag jezelf dan af: is die persoon mentaal volwassen genoeg om te begrijpen wat een ander perspectief is? Want als dat niet zo is, heeft het absoluut geen zin.”

Niet elke strijd is de moeite waard. Soms, hoe duidelijk je je ideeën ook uiteenzet, luistert de ander niet naar je om het te begrijpen, maar gewoon om te reageren. Hun gedachten zijn bevroren in hun eigen visie op de wereld en niet in staat of bereid om een ander gezichtspunt te overwegen. Aandringen zal je alleen maar uitputten.
Er is een verschil tussen een constructieve uitwisseling en een steriel debat. Een gesprek met iemand die ruimdenkend is, die waarde hecht aan reflectie en leren, kan verrijkend zijn, zelfs als je het oneens bent. Maar proberen te redeneren met iemand die weigert verder te kijken dan zijn eigen overtuigingen, is als praten tegen een muur. Het maakt niet uit hoeveel logica of waarheid je hen voorhoudt, ze zullen afbuigen, minimaliseren of verwerpen wat je zegt. Niet omdat je ongelijk hebt, maar omdat hij niet klaar is om een andere realiteit dan zijn eigen te overwegen.
Volwassenheid wordt niet afgemeten aan wie een argument wint, maar aan het vermogen om te herkennen wanneer een debat gewoon geen zin heeft. Het is begrijpen dat je innerlijke vrede veel meer waard is dan de behoefte om gelijk te hebben tegenover iemand die al besloten heeft om niet van gedachten te veranderen. Niet elke strijd verdient jouw energie. Niet elke persoon verdient jouw uitleg.
Soms is het het verstandigst om weg te lopen. Niet omdat je niets te zeggen hebt, maar omdat je weet dat sommige oren niet klaar zijn om te horen. En dat is niet aan jou.

= Vrij vertaald met DeepL Translator

Oud(er) worden

“Wijzer worden” ?

© Dirk Stallaert

ik denk daar het volgende over

Mijn pépé zei altijd

“Oud worden is niets, maar oud zijn, dat is iets anders”

Valt “oud(er)” en vooral “wijzer worden” altijd samen met gepensioneerd zijn ?

Oud(er) worden is rugpijn trachten onder controle te houden … is nieuwe heup(en) krijgen

(De chirurg zaagt de zieke kop van het dijbeen af en plaatst een nieuwe heupkop van metaal of keramiek aan een steel in het dijbeen. De zieke heupkom wordt uitgefreesd en u krijgt een nieuwe kom van metaal en/of kunststof. Deze nieuwe kop en kom vormen samen een mooi glad gewricht, zodat u weer soepel kunt bewegen),

… ambeien laten wegsnijden, je gal laten wegnemen

(mijn appendix – wormvormig aanhangseltje van gemiddeld 9 cm aan het uiteinde van je blindedarm – hebben ze al weggeknipt toen ik nog in de lagere school zat)

“sinds we geen mammoet meer eten hebben we geen gal meer nodig” zei de chirurg toen ik bij hem op consultatie was met enorme pijnen omwille van “stenen” in mijn gal

“gal spuwen” kan dus niet meer

 

 

2
You, YourSelf & RIE
0 Comments

De Teloorgang van de Leerkracht – – – 1970 – 2025

De Teloorgang van de Leerkracht

– – – 1970 – 2025

De volgende paragraaf uit “Bechamel Mucho” van Dimitri Verhulst, katapulteerde me onmiddellijk terug tot voor de klas van het Koninklijk Atheneum Asse, waar ik van 1971 tot 1974 les gaf.
“Er was uiteraard werkgelegenheid genoeg, omdat niemand het wou doen. Er was een lerarentekort, om maar iets te noemen. Namen mensen vroeger hun hoed af voor de dorpsonderwijzer, dan werd je nu uitgelachen als je voor de klas stond. De hele maatschappij maakte je met de grond gelijk omdat je buitensporig veel vakantie had en alsnog durfde klagen. Was er een leerling te dom om drie met vier te vermenigvuldigen, dan spanden zijn ouders een rechtszaak aan omdat je hem een onvoldoende had gegeven.” 


Ergens in het eerste semester van 1974 werd ik voor de zoveelste keer geconvoceerd bij de prefect … het werd ook de laatste keer.
Een moeder van een leerling van 18 jaar had haar beklag gemaakt bij de directie, omdat ik haar zoontje in de hoek had doen staan en hem zodoende bij zijn klasgenoten belachelijk zou hebben gemaakt.

Wat was er gebeurd?

In dat bij de prefect besproken lesuur had dat mannetje een beetje last met zijn zenuwen en was de hele tijd constant aan het storen. Ik reageerde met “als je dan toch het klein kind uithangt, ga dan eens in de hoek staan tot je gekalmeerd bent”. Zijn klasgenoten hebben inderdaad eens goed gelachen, maar ik kon nadien gewoon verder les geven.

Daar zat ik nu, bij de prefect, naast die moeder met haar beledigd zoontje …

Nadat de directeur “het probleem” uit de doeken had gedaan sprak ik rechtstreeks tot die moeder :
“Mevrouw, ik ben er zeker van dat u nooit bij de bakker zal gaan uitleggen hoe hij zijn brood moet bakken, maar u komt mij hier wel de les spellen en zeggen hoe ik voor een klas zou moeten staan”,
waarop de prefect direct : “Meneer Vandenberghe, het zal volstaan”
en waarop ik dan weer repliceerde : “Inderdaad, Meneer Prefect, volgend jaar mag u mij vervangen.”

Ik had toen dus blijkbaar al door

waar men de volgende jaren met het onderwijs naartoe zou gaan.

Maar ik had nooit gedacht dat men het peil zo laag zou laten zakken …
dat we ooit een minister voor onderwijs zouden hebben
die niet inziet dat het niet past van in short voor de klas te komen staan, speciaal om in de pers te komen …
en dat we nu een onderwijsminister hebben die op onze kosten op bezoek gaat in een “strenge” school bij de Brexiteers om daar inspiratie te gaan opdoen over hoe het weer beter zou kunnen gaan met ons onderwijs: door allemaal weer een uniform te dragen misschien? Zijn er dan in België of in Brussel geen experts te vinden om onze Vlaamse minister bij te staan? Of wou ze gewoon absoluut eens op reis naar de UK? En dat zou dan het onderwijs van bij ons aantrekkelijker moeten maken, net als het feit dat leerkrachten langer gaan moeten werken om achteraf een lager pensioen te trekken.

Zuhal Demir
op schoolreis naar ‘strengste school van Engeland’: “We hebben meer orde en structuur nodig, al hoeven we dit niet te kopiëren”

Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) is samen met de verschillende onderwijskoepels op bezoek in het Verenigd Koninkrijk. Ze wil er inspiratie opdoen bij de best presterende scholen, zoals de West Free London School en de Michaela Community School. Die laatste staat bekend als ‘de strengste school van Engeland’.

En ons Zuhalleken was jaloers op de score van die dure scholen …
en ze vindt dat “elke Vlaamse stad zo’n school zou moeten hebben” (in de GVA)
maar ze heeft dus blijkbaar vergeten dat we in Vlaenderen al vele jaren te maken hebben met gebrek aan respect voor de leerkrachten en dat de huidige toestand het resultaat is van besparen op in de plaats van investeren in dat onderwijs van bij ons.

En nog iets dat mevrouw de minister niet mag vergeten :
In Engeland werden de subsidies voor het katholiek onderwijs laag gehouden en het openbaar onderwijs uitgebreid.
Begin daar dan maar eerst eens aan, in ons Katholiek Vlaenderen …

Henri Vandenberghe
– – – 2025 03 12

7
SCHATTEN OP ZOLDER
0 Comments

The Big Bug BUBBLE GUSH Company @ Jazz Bilzen Contest – – – 1970 08 21-23

The Big Bug BUBBLE GUSH Company
@ Jazz Bilzen 1970

– – – 1970 08 21-23

55 jaar

… tja … het is al zo lang geleden …
Ik ben niet zeker of alle details van mijn verhaal nog 100% kloppen :
er zijn ondertussen ook enkele leden van onze bluesband al voor altijd vertrokken naar hun hemel of hun hel.

Ik nodig “de overlevenden” uit om
te reageren, te verbeteren,
aan te vullen of te schrappen wat niet klopt.

Inderdaad 55 jaar geleden … repeteerden we in de Staff Klupp in Schaarbeek, of in de kelder van Café Rubens, bij Jan en Janneke in Evere, of in een of ander schoollokaal …

LE BUBBLE GUSH

bestond uit Jos Castermans, drummer en stichter van de Bubble Gush: op zijn bas drum staat duidelijk “the name of the band”. De foto van dit optreden in de zaal Conscience, in de Jules Van Praetstraat in centrum Brussel werd waarschijnlijk getrokken door Geert Currinckx.
Walter van Ongevalle was onze solo gitarist; Luc Demol nam de elektrische bas voor zijn rekening; er was ook nog een ritmegitarist,  X?X?X , maar diens naam ben ik vergeten.
Ikzelf,  Henri Vandenberghe, zorgde voor composities, zong en speelde bongo’s en washboard.

We hebben ook gerepeteerd in Studio Reusens, die toen op de Vleurgatsesteenweg te Elsene, opnames maakte voor en materiaal leverde aan de BRT … en daar zijn zelfs opnames van, zoals bij voorbeeld deze
“I Need You” © Henri Vandenberghe

Ronald Reusens, zoon van de eigenaar van Studio Reusens, was ook heel even onze Manager.
Hij zorgde onder andere voor een fotosessie in de zoo van Antwerpen …
Er kwam toen ook een tweede drummer bij: Frank Vandenbergh 

 

Ronald had ons ook ingeschreven om deel te nemen aan de
JAZZ-BILZEN-CONTEST, met twee drummers … maar onze stichter en eerste drummer, Jos Castermans, kwam niet opdagen …

de foto hiernaast,
“Arriving @ Jazz Bilzen” = © Ronald Reusens

ook onderstaande foto’s zijn van onze toenmalige manager, Ronald

Onze deelname aan de wedstrijd JAZZ-BILZEN was een buitengewone ervaring. We geraakten in de finale – de foto’s zijn van tijdens dat optreden op een klein podium. De winnaar zou dan op het groot podium van het JAZZ BILZEN Festival mogen optreden … maar de jury heeft er anders over beslist : we werden tweede, na de bluesband van Karel Bogaert (ik geloof niet dat het toen al KANDAHAR was, maar toch) … de jury had gelijk

       

Marc Coenen schreef in het Humo archief, onder andere het volgende:
“In 1970 was Jazz Bilzen in Vlaanderen eenoog in het land der bijzienden: het enige festival met renommee, activistisch gesteund door de voltallige Humo-redactie, die toen al hoofdzakelijk bestond uit langharig, kettingrokend tuig.”
Maar er wordt met geen woord meer geschreven en gesproken over de JAZZ-BILZEN-Contest, waar kandidaat bluesbands wedijverden om ook eens op het groot podium e mogen spelen … als ze de wedstrijd wonnen.

Na ons JAZZ-BILZEN avontuur repeteerden we ook dikwijls in de tuin van Walter Van Ongevalle, in Sint-Lambrechts-Woluwe …
tot Walter besloot om er een einde aan te maken …
Luc Demol deed dan nog een tijdje zijn uiterste best als sologitarist … maar hij was te bescheiden om toe te geven dat hij goed was …

“I’m breakin’ in two” © Rie (Henri Vandenberghe)

De Big Bug BUBBLE GUSH kwam nooit meer samen …

herinneringen van de jaren ’70

Henri Vandenberghe
2025 0311

2
poetRIE
0 Comments

ik kijk in mijn hand – – – 1971 07 24

ik kijk in mijn hand

– – – 1971 07 24

ik kijk in mijn hand
om te schrijven
en daag demonen uit

hun greep
wurgt wijze woorden
en gedachten
stelt alle fabels op een rij

wat mij nog overblijft
kan ook het zwijgen niet verklaren

luister …

de adem …

de adem draagt vermoeid
de dagelijkse pijnen

de adem waarop alles
waarop alles te lezen staat

maar
wat nu nog overblijft
is met blindheid geslagen

en niemand
niet één vriend
is te vinden
die de waarheid
luidop lezen kan

niet één vriend

want
wat nu nog overblijft
kan alleen met klei en leem
een nieuwe leegte schapen
kan alleen nog
in de aarde
bevend
de lijnen trekken
van een nieuw
groot orgelpunt

0