RACISME
of
DISCRIMINATIE
???????

Van
“Je vous présente un Flamand,
mais c’est un bon”
in 1975
tot
“Parce que tous les Flamands sont raciste”
in 2003

2025 0222

Na de lectuur van het artikel over “Dalilla Hermans en Willem Blontrock
in DeMorgen van zaterdag 22/02/2025
“Dit verhaal overstijgt ons als koppel”
borrelde die ook bij mij weer op …
die pijn van een doelwit te zijn …

*WIJ/ZIJ*
DALILLA HERMANS & WILLEM BLONTROCK

“Je beseft niet dat de haat aan je vreet, tot het barst”

Ik herinner me inderdaad
dat de meeste Vrienden niet begrepen
waarom ik zo dikwijls zat te klagen
over de discriminatie
die ik op mijn werk
moest ondergaan

1975

Pas aangeworven aan de Service de la Jeunesse de la Ville de Bruxelles stelde mijn baas mij eens voor aan iemand die ik van haar noch pluim kende, maar hij dus blijkbaar wel :
“Je te présente Henri Vandenberghe, c’est un Flamand, mais c’est un bon”.
Ik herinner me zelfs nog wat ik toen aan die voor mij totaal onbekende persoon heb geantwoord :
“Et, savez-vous, monsieur, pourquoi je suis ‘un bon’?
Parce que je ne dérange pas les francophones avec mon patois mérovingien”
.

Het gaat in zo’n geval uiteraard niet om racisme, maar discriminatie in de vorm van Vlamingenhaat, vreet niet minder aan je dan discriminatie omwille van kleur, religie of afkomst …

De schepen, die toen bevoegd was voor Onderwijs en Jeugd was helemaal het tegenovergestelde. Zijn campagne slogan maakte al heel wat duidelijk : Voyez Grand, Votez Klein”.
Maar ja, wie weet wat hebben zijn ouders in de vorige eeuw allemaal meegemaakt.

1980

Nadat ik, samen met collega Marnix Vandevelde aan de renovatie had gewerkt van de Sint-Katelijnezaal : samendi 19 janvier 1980 = inauguration de la Salle Sainte-Catherine met, om de feestelijkheid te garanderen, het Théâtre des Copeaux, Expression Corporelle “Valère Cools” en Johan Verminnen “Je ne suis pas un flamand rose” (…”Je suis plutôt un flamand gris”)

… 1985 …

In 1983 kreeg de Ville de Bruxelles voor het eerst een FDF (nu Défi) schepen, die onder andere bevoegd was voor Jeugdzaken.
Aan Gilberte Durand en haar echtgenoot Albert LAMBOT, die tevens haar kabinetschef was, vertelde de baas van de Jeugddienst, Egide Moonens, dat het festival BROSELLA Folk & Jazz werd “organisé par un flamand”.  Dat volstond om ervoor te zorgen dat het festival BROSELLA bijna was verdwenen. Het werd op het nippertje nog gered door Délégation générale du Québec.

In feite wist ik begin mei van dat jaar 1983 nog niet of de Jeugddienst het festival wel zou kunnen/mogen organiseren, want het rapport aan het College was verdwenen. Dat document is uiteraard van levensbelang voor alle toelatingen (politie, brandweer, …) en principeakkoorden zoals het beschikbaar stellen van het Groentheater, van materiaal (podium, stoelen, tafels, …) en, vooral, van een budget, want zonder centen kon er niets.
Maar dat rapport was echt nergens te vinden!
Pech echter voor de madam van de FDF: op mijn lijst van opties voor de programmatie stond er ook een groep uit Quebec. De manager van het Orchestre Sympathique … “what’s in a name!” belde me ook om te vragen of ze konden zeker zijn van een optreden in Brussel. Hij grapte er ook bij “ou aurions nous un jour de congé dans notre tournée en Europe?” … Zijn telefoontjes brachten me op een idee …
Ik trok mijn stoute schoenen aan en maakte een afspraak met de Attaché Culturel van de Délégation générale du Québec. Je gelooft het nooit: zijn naam was Bernard Sauvé !!! Ik begroette hem met “Monsieur, je pense que je suis à la bonne adresse. Vous savez, vous au Canada, c’est comme nous à Bruxelles, on ne nous aime pas, n’est-ce-pas.” Ik legde hem de toestand van het verdwenen rapport uit en hij antwoordde onmiddellijk dat hij een brief zou schrijven, ondertekend door de Consul en gericht aan de Burgemeester (toen was dat Hervé Brouhon) “pour soutenir la candidature du groupe originaire du Québec pour participer au festival Brosella”.
Nog geen week later kwam mijn baas me vertellen dat ik absoluut die groep uit Québec in mijn programma moest opnemen. Toen ik hem antwoordde dat ik helemaal niets kon programmeren omdat het dossier verdwenen was, zei hij “non, non, on l’a retrouvé!” … waarop ik “oh, quel heureux hasard!!!”.

Comme quoi, il ne faut jamais les sous-estimer, ces flamands !

… 1990 …

In oktober 1988 werd ik zonder voorafgaandelijk gesprek van de ene dag op de andere “overgeplaatst” van de Service de la Jeunesse naar de Service des Beaux-Arts et des Affaires Culturelles.
Par décision du Collège du 07-10-1988 :

  1. “d’autoriser le transfert du Brosella Folk-Jazz dans le cadre des animations d’été qui ressortissent de l’Echevin des Beaux-Arts”
  2. “de charger les Services de l’Echevin des Beaux-Arts de l’organisation du Brosella”
  3. “de détacher du Service de la Jeunesse pour une période indéterminée, le fonctionnaire chargé de l’organisation du Brosella”
  4. “de le mettre à la disposition de l’Echevin des Beaux-Arts en vue de l’organisation du Brosella et d’autres animations ou activités relevant de l’Echevinat des Beaux-Arts”
  5. “d’autoriser le transfert des sommes annuelles nécessaires pour le paiement du traitement du fonctionnaire de l’article n° 7611/111/01/558 ‘Service de la Jeunesse – Traitements et Salaires’ sur l’article approprié du Service des Beaux-Arts et Affaires Culturelles”
  6. “d’autoriser le transfert des sommes qui seront proposés pour le Brosella 1989 et après approbation du budget, des articles du Service Jeunesse sur les articles appropriés du Service des Beaux-Arts et des Affaires Culturelles”
  7. “d’autoriser le Service des Beaux-Arts et des Affaires Culturelles à assurer la gestion du pavillon sanitaire du Parc d’Osseghem qui pourrait, comme ce fut déjà le cas en 1988 être utilisé pour d’autres manifestations du Festival d’Eté de Bruxelles”

De verantwoordelijke van de dienst cultuur deed alsof ze niet op de hoogte was van mijn “transfert”, terwijl ze dat mee “bekokstoofd” had met de verantwoordelijke van de Jeugddienst.
Mijn eerste opdracht was, in afwachting dat ze voor mij “een bureau met meubelen en ander materiaal” zou kunnen voorzien, dat ik de hele dag gezeten op een stoel in de Gotische zaal van het stadhuis het aantal bezoekers moest tellen die  ik weet niet meer welke tentoonstelling van schilderijen kwamen bewonderen …

In 1989 werd ik dan weer “opgevist” door de Echevin de la Jeunesse, Guy Levacq, bij wie ik zo een beetje de rol van “le flamand de service” moest spelen, omdat er verder weinig collega’s ècht tweetalig waren. Sowieso was ik er toen in ieder geval de enige Nederlandstalige.

Oververmoeid door zoveel werk en massa’s verantwoordelijkheden, kreeg ik in 1992 last van een ernstige Burn-Out en viel ik daarna nog in een diepe depressie die ongeveer twee jaar zou duren.

… 1995 …

In 1993 werd ik opnieuw tewerkgesteld als animator-coördinator bij het Departement Cultuur, Jeugd en Ontspanning, zoals dat toen werd genoemd.
De volgende schepen voor Cultuur, Toerisme en Jeugd, Marion Lemesre, had mij in januari 1995 dringend nodig, want “sans toi, le Service de la Jeunesse ne serait jamais devenu aussi performant”
Maar het was vooral omdat de Franstalige gewezen kabinetschef van de vorige schepen, van PSC (Parti Social-chrétien) signatuur, de functie van diensthoofd had ingenomen en ze daar bij de PRL (Parti Réformateur Libéral) / MR (Mouvement Réformateur, waar ook de FDF deel van uitmaakte) helemaal niet gelukkig mee waren.
In oktober 1996 had ze mij al niet meer nodig, want er was iemand van de partij aan wie ze eigenlijk die functie beloofd hadden. Ik moest eigenlijk alleen maar “zijn postje warm houden” tot hij slaagde in zijn taalexamen Nederlands. Na zes of zeven pogingen was het hem dan eindelijk  gelukt.

Waarom ik toen niet benoemd werd als Directeur van de Jeugddienst, zoals mij beloofd was, werd later (in een brief dd 30/07/2003) door de Directeur-Generaal van het Departement Cultuur als volgt duidelijk gemaakt : “Monsieur Deville, Secrétaire de Cabinet de Madame Marion Lemesre, Echevin de la Culture de la Ville de Bruxelles à un moment qu’il ne m’est plus possible de préciser: Vous comprenez bien, Monsieur le Directeur Général, qu’il ne nous est pas possible de nommer un Flamand à la tête du Service de la Jeunesse, cela ne serait pas chic vis-à-vis de Monsieur l’Echevin (Olivier Maingain)”.

… 2000-2005 …

Meneer Léon Zylbergeld, Directeur-Generaal van het Departement Cultuur stuurde me die brief op 30 juli 2003. Ik mocht die gebruiken toen ik werd opgeroepen om te verschijnen in het Stadhuis voor de Tuchtzitting op het College van 9 oktober 2003 waar ik me moest verdedigen tegen de beschuldiging van racisme, nadat ik in een Franse colère was geschoten tegen een Marokkaanse collega die me van iets totaal  onwaar beschuldigde. Omdat ik het gerucht had opgevangen dat mevrouw de schepen overtuigd was van het feit dat “tous les flamands sont raciste” (wablief?) heb ik me laten bijstaan door Meester Jan Geysels, aan wie ik die brief van de heer Zylbergeld overhandigde, samen met een verslag van een incident met een andere Franstalige collega die weigerde om Nederlands te spreken. Het officiële en definitieve besluit van dossier kwam er pas op 15 oktober 2003:
“Na grondig onderzoek van het dossier en uw verdedigingsargumenten heeft het College beslist dat er geen tuchtsanctie dient opgelegd te worden”
Aan mijn advocaat had ik vooraf gevraagd om de zaak “niet te winnen”, want dan zou men mij nog wel op een andere manier trachten te “pakken”. Dat de schepen haar klacht zou terug trekken zou voor mij volstaan. In die brief van de heer Zylbergeld (van wie men zeker geen connectie met het VB zal vermoeden) zat trouwens een soort van tijdbom verstopt : “Wie is er hier racist? Wie discrimineert er hier wie? De Nederlandstalige ambtenaar of de Ville de Bruxelles?”
Ik had die brief inderdaad even goed als klacht kunnen gebruiken en niet enkel als verdediging.
Bijkomend pittig detail : die tuchtzitting heeft mij wel iets meer dan anderhalve maand loon gekost; advocaten doen niet aan vrijwilligerswerk.

En …
wat kreeg ik gedurende mijn loopbaan
aan de Ville de Bruxelles
verder nog zoal te horen ?

“Le Flamand ? Ça n’est pas une langue, c’est un vomis …”

“Le Flamand ? C’est une maladie de la gorge …”

 

 

There are currently no comments.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.