De VILLE de BRUXELLES
0 Comments

SURVIVAL in SARAJEVO

SURVIVAL in SARAJEVO

Op 6 april 1992 begonnen de beschietingen van de Bosnische hoofdstad Sarajevo, het begin van een bloedige belegering die maar liefst 46 maanden zou duren. De beelden die we nu zien in Oekraïne – dode mensen op straat, burgers in schuilkelders of op de vlucht – doen sterk denken aan de oorlog in Bosnië.
In januari 1994 trad Luitenant-Generaal Francis Briquemont gedesillusioneerd af over de passiviteit en het onvermogen van de VN, waarbij hij zich beklaagde over de enorme kloof tussen de VN-resoluties, de (on)bereidheid om deze te handhaven en de ontoereikende middelen die aan de VN-commandanten ter beschikking werden gesteld. (F. Briquemont, “Do something, general” Icarus, 1998
Op 14 december 1995 werd het Verdrag van Dayton of de Akkoorden van Dayton (officieel: General Framework Agreement for Peace in Bosnia and Herzegovina) getekend, het vredesverdrag dat een einde maakte aan de Bosnische Burgeroorlog.

De grootste etnische zuivering voltrok zich in Srebrenica op 11 juli 1995.
Daar zijn door Bosnisch-Servische milities op één dag meer dan 8000 personen, voornamelijk mannen met als etnische achtergrond Bosniak, vermoord. Veel van de betrokkenen werden uiteindelijk berecht door het Joegoslavië-tribunaal. Het werd na de etnische zuiveringen in de Tweede Wereldoorlog als een van de gruwelijkste daden in Europa gezien.

LA BENEVOLENCIJA

Luc Van NOTEN en ikzelf trokken, “in naam en in opdracht” van de para-communale VZW “Jeugd in Brussel” van 7 tot 11 februari 1997 naar SARAJEVO om er, samen met die organisatie en het UPJB (Union des Progressistes Juifs de Belgique), een “Culturele Uitwisseling” tussen Brussel en Sarajevo op poten te zetten in de Stad BRUSSEL.
We zouden allerlei activiteiten organiseren rond een tentoonstelling van foto’s van

Edward Serotta.

Het buitengewone verhaal van een handvol Bosnische Joden en hun heldhaftige pogingen om hun vrienden en buren in Sarajevo te beschermen en te redden: Moslims, Serviërs en Kroaten.

Sarajevo

Op vrijdag 7 februari 1997 vertrokken we naar Sarajevo via Zürich en op dinsdag 11 vlogen we terug vanuit Sarajevo via Zagreb en Frankfurt. We beleefden er zeer leerzame dagen. Spijtig genoeg was ons verblijf er te kort om echt dieper in te gaan in onze contacten met de mensen van het plat gebombardeerde Sarajevo.

Maar we kregen er toen wel een resem lessen in Humanitas !!!

Ik hoop later eens een afzonderlijke blog te kunnen wijden aan ons verblijf in Sarajevo na die oorlog in Bosnië.
Maar ook aan de “perikelen” die we meemaakten toen we
die activiteiten rond Sarajevo wensten te organiseren bij de Ville de Bruxelles … omdat er ons allerlei “typisch Belgische/Brusselse obstakels” in de weg werden gelegd.

 

Ook toen dacht men dat zoiets in Europa niet meer zou gebeuren …
tot de Russische invasie van Oekraïne op 24 februari 2022, toen Rusland buurland Oekraïne binnenviel vanuit meerdere kanten in een grote escalatie van de Russisch-Oekraïense oorlog die eigenlijk sinds 2014 gaande is …

En EUROPA weet nog steeds niet hoe het met zulke onmenselijke toestanden moet mee omgaan …

sinds de Val van de Muur in 1989

 

0
De VILLE de BRUXELLES/POLLEN & SOKKEN
0 Comments

“De Macht van het Weigeren”

“De Macht van het Weigeren”

Die bedenking maakte ik me al toen ik nog aan de Ville de Bruxelles werkzaam was.

“Macht” bestaat in allerlei vormen, hoedanigheden en formaten. Afhankelijk van hun plek en hun functie in de hiërarchie hebben ook (lagere of gewone) ambtenaren, bedienden of werklui soms wel de neiging of de drang, om te tonen dat zij “meer Macht” hebben dan jij. Want zij kunnen je soms met plezier “iets weigeren”. Dat ze daartoe soms de regels aan hun wensen aanpassen of volgens de letter (à la lettre) doen respecteren is dan een handige tactiek.

Drie voorbeelden slechts
uit rijke gemeente- en stadsarchieven :

1-
Zo had onze buur de brute pech van met dat soort ambtenaren te maken te hebben toen hij een dakkapel wou bijbouwen aan het dak van zijn achtergevel. Geweigerd omdat hij zo zou kunnen binnenkijken bij de buren. Zijn repliek, dat er langs de achterkant van zijn huis helemaal geen buren zijn, werd meteen weerlegd door het argument dat die er nog zouden komen, want er is een bouwplan goedgekeurd, een project (van een bevriend Immo bedrijf /;-). Dat de bewoners van dat appartementsgebouw dan wèl zouden kunnen binnenkijken bij onze buur, was geen punt.

2-
Toen wij, begin jaren ’80, de plannen indienden om ons huis te verbouwen, waarvan het oudste notarisdocument dateert van 1772, werd ons project geweigerd door de bevoegde ambtenaar, die vond dat “dat gangske tussen uw huis an dat van de buur, dat wordt niet meer gedaan, hé, meneer”. Het zou ons duizenden franken hebben gekost om daarop in te gaan: de oorspronkelijke balken waren te kort en dus goed voor ’t stort; veel meer vierkants meters dakpannen; gedwongen muurovername van de buur; en wie weet wat er ons nog allemaal te wachten stond. In ieder geval: voor ons onbetaalbaar. Toen kwam er een ongelooflijk creatief compromis uit de bus: dakgoot doortrekken tot bij de buur en een deur onder die dakloze dakgoot …

3-
De jeugddienst beschikte toen over twee autobussen, waar zowel jong als oud gebruik van kon maken om uitstapjes te doen. Om leerlingen naar de gemeentescholen te brengen en af te halen werd een “bevriend” busbedrijf een jaarlijks contract gegund. Toen de schepen voor jeugd weigerde van een bus ter beschikking te stellen van een plaatselijke voetbalclub, was de schepen voor sport daar niet gelukkig mee, want hij had die gastjes beloofd dat zijn collega daar wel voor zou zorgen aangezien ze van dezelfde partij waren. Toen wij, animators van de jeugddienst vroegen om een sportzaal van de stad te mogen gebruiken voor een minivoetbal tornooi, werd ons de toegang tot die stedelijke infrastructuur geweigerd.
“Ik niet met uw bus? Dan jij niet in mijn sportzaal! Nah!!!”

 

1