in Het Goudblommeke in Papier Cellebroersstraat 55 rue des Alexiens
1000 BRUSSELS
wordt het boek “MIJN NAAM IS CELSIUS” voorgesteld.
Het is een bloemlezing uit de gedichten en columns van de Brusselse dichter en journalist Freddy Smekens, uitgegeven bij Fluxenberg
en te danken aan de niet te onderschatten ijver van Johan Wambacq.
Frank De Crits, Jan Struelens, Toon Van Scharen en ikzelf hebben elk een stukje geschreven voor de bloemlezing van Freddi’s biografie. Tussendoor zullen we enkele van onze favoriete gedichten van Freddi voorlezen en korte anecdotes vertellen. De Brusselse folk muzikant Mars Moriau zal daar letterlijk wat vrolijke noten tussen droppen.
Een organisatie van de vzw Geert van Bruaene, i.s.m. het Masereelfonds Marollen.
Freddi Smekens (1949) publiceerde slechts twee bundels: Merkwaardig verdriet (1977) en (entropie) (1988). Hij hield er een stevige reputatie aan over. Voor Brussel Deze Week/Bruzz schreef hij, naast artikelen en interviews, ook talloze columns, over Brussel en het Brussels dialect en nog zo een en ander.
Deze bloemlezing verzamelt alle gedichten uit de bundels, aangevuld met gedichten die in tijdschriften opdoken en gedichten die uit privé-collecties werden geplukt. Daarnaast bevat zij een snedige selectie van de columns.
De bloemlezing wordt ingeleid door Smekens’ literaire kompanen Frank De Crits, Jan Struelens, Toon Van Scharen en Henri Vandenberghe en door Brusselse metgezellen Josse De Pauw, Dirk De Prins, Marc Didden, Frank Schlömer en Johan Verminnen.
Bloemlezing gedichten en columns
304 p.
ISBN 9789464519174; NUR 306
Wil je dit boek kopen?
Fijn!
Stuur dan maar gauw een mailtje
naar flux@fluxenberg.be
met de titel van het boek
het aantal gewenste exemplaren
je voornaam, naam en volledig adres
Voor die € 24,90, verzendkosten niet inbegrepen
zou ik deze kans toch niet laten voorbijgaan.
Freddi Smekens
Quote
De gedichten van Smekens zijn scherp geslepen messen die diep in het vlees van het bewustzijn kerven om er een onuitwisbaar merkteken na te laten.
Herwig Leus, Poëziekrant 13/2, maart-april 1989
Goede Vrienden,
ik hoop jullie talrijk te mogen begroeten
in Het Goudblommeke In Papier
en hopelijk hebben ze dan dat douchegordijn voor de stripmuur “Stam & Pilou” van De Marck & De Wulf opzij geschoven
zodat we het nog eens mogen zien …
want schrijvers, tekenaars en andere kunstenaars houden niet zo van censuur
Mijn meer persoonlijke herinneringen aan Vic
geven een beeld van een fijne, respectvolle Mens
Op 1 augustus 1975 werd ik aangeworven aan de Jeugddienst van de Stad Brussel …
Op 12 oktober 1988 werd ik, zonder overleg, op basis van een beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Brussel dd 7 oktober 1988, “overgeplaatst” van de Jeugddienst naar de Dienst Schone Kunsten en Cultuur
(de volledige tekst bevindt zich in het koningsblauw onderaan)
Daar de verantwoordelijke van de Dienst Cultuur zogezegd niet op de hoogte was van die beslissing, had ze er niet beter op gevonden dan mij gedurende veertien dagen “van wacht” te zetten bij een tentoonstelling in het stadhuis, omdat Yvette, bijgenaamd “Madame Chapeau”, die deze zware taak gewoonlijk op zich nam, toen juist met verlof was. Die taak bestond er onder andere in om aan de (weinige) bezoekers duidelijk te maken dat zij, en/of hun kinderen, met hun vingers van de schilderijen moesten af blijven. Ik kreeg ook zo’n rood plastieken apparaatje met een wit knopje ter beschikking waarmee ik het aantal bezoekers moest tellen en per dag doorgeven aan de dienst.
Op een van die dagen dat ik daar weer rustig op mijn stoel zat te wachten en te kijken of er iemand de tentoonstelling bezocht, kwam Meneer Vic Anciaux, toenmalig gemeenteraadslid van de Stad Brussel, eens kijken wat er werd tentoon gesteld. Vic kwam onmiddellijk naar me toe: “Wel RIEke, hoe komt het dat jij hier zit?”. Na tien jaar BROSELLA Folk georganiseerd te hebben, vanuit mijn functie als animator van de Jeugddienst, was ik niet enkel die ambtenaar met stamnummer 12.226, maar ook “RIEke van Brosella” geworden … voor sommigen althans. Vic wist zich maar moeilijk een houding te geven toen ik zei “Oh, Meneer Anciaux, ze hebben mij vergeten te zeggen of ik het knopje twee keer moest indrukken voor een gemeenteraadslid die de tentoonstelling komt bezoeken.” Hij werd er stil van. Zijn verbazing over het gebrek aan respect dat men jegens mij had getoond was te groot. Nadat ik ook nog toevoegde “Ik ben gaan werken om mijn ouders te helpen om mijn studies te betalen en mijn moeder ging kuisen bij de dokter rechtover bij ons thuis. Zo zie je maar wat de Stad Brussel doet met een Nederlandstalige Universitair” stapte hij resoluut richting gemeenteraadszaal want hij vond geen woorden om te reageren op mijn cynische opmerkingen. Maar zijn blik verraadde dat hij last had met die onrechtvaardigheid waar hij zelf niet veel kon aan doen …
Al waren we het niet altijd eens …
of … misschien juist daarom …
ik koester die respectvolle relatie …
die vriendschappelijke bejegeningen …
met Meneer Vic Anciaux
Vooral over taalkwesties en over spirituele onderwerpen (ècht niet bedoeld als woordspeling op de Spirit van na de Volksunie /;-) waren we duidelijk een andere visie toegedaan …
Zo herinner ik mij een gesprek bij de caricollenkraam van Dikke Martine, aan het Sint-Katelijneplein.
Ik woonde toen in “Nolsegem”, zoals wij Schaarbeek noemden toen Roger Nols er burgemeester was en “le guichet pour les Flamands, c’est au fond du couloir”. Vic heeft destijds heel wat acties gevoerd tegen die burgemeester.
We hadden het bij die caricollenkraam over het feit dat ik vond dat de Volksunie nogal wat Vlaamse Brusselaars bang had gemaakt met hun mooie woorden. Nadat je “voor honderd frank wulken” had besteld, of om een “broodje tartaar” vroeg in de buurt van “De Kristallen Bol”, zoals “De Markten” toen nog heette, kreeg je altijd wel een reactie als “Qu’est-ce qu’il dit?” Nadien kozen heel wat Vlaamse Brusselaars voor het Frans, toen ze een voertaal moesten kiezen op hun identiteitskaart. Vic luisterde. Aandachtig. En meestal zonder onmiddellijke tegenspraak …
Maar ik weet zeker dat heel wat dergelijke gesprekken met mensen die het met hem niet eens waren, altijd zijn persoonlijke visie over die typisch Belgische/Brusselse taalkwesties hebben gevoed en bijgestuurd. Al was hij zelf altijd zeer hoffelijk, waarschijnlijk is hij nooit gelukkig geweest over de “taalhoffelijkheid”, een van die naïeve “regeltjes” in pogingen om naar oplossingen te zoeken van iets dat mijns inziens nooit opgelost zal kunnen worden: het zit in de DNA van België, Vic …
“Het is erg hé, maar we kunnen er niets aan doen” … of toch …???…
Rust jij nu maar, Vic …!!!…
Jij hebt (meer dan) je deel gedaan …
DankUwelllMersie!!!
Vic
voor wie je was
en wat je hebt bijgebracht
aan de maatschappij in het algemeen
en aan Brussel in het bijzonder.
Ville de Bruxelles
Décision du Collège du 07-10-1988:
“d’autoriser le transfert du Brosella Folk-Jazz dans le cadre des animations d’été qui ressortissent de l’Echevin des Beaux-Arts”
“de charger les Services de l’Echevin des Beaux-Arts de l’organisation du Brosella”
“de détacher du Service de la Jeunesse pour une période indéterminée, le fonctionnaire chargé de l’organisation du Brosella”
“de le mettre à la disposition de l’Echevin des Beaux-Arts en vue de l’organisation du Brosella et d’autres animations ou activités relevant de l’Echevinat des Beaux-Arts”
“d’autoriser le transfert des sommes annuelles nécessaires pour le paiement du traitement du fonctionnaire de l’article n° 7611/111/01/558 ‘Service de la Jeunesse – Traitements et Salaires’ sur l’article approprié du Service des Beaux-Arts et Affaires Culturelles”
“d’autoriser le transfert des sommes qui seront proposés pour le Brosella 1989 et après approbation du budget, des articles du Service Jeunesse sur les articles appropriés du Service des Beaux-Arts et des Affaires Culturelles”
“d’autoriser le Service des Beaux-Arts et des Affaires Culturelles à assurer la gestion du pavillon sanitaire du Parc d’Osseghem qui pourrait, comme ce fut déjà le cas en 1988 être utilisé pour d’autres manifestations du Festival d’Eté de Bruxelles”
Het viel ons op toen we in het Italiaans restaurant in de buurt gingen eten:
een man, blijkbare regelmatige klant, vond het ‘normaal’ dat hij naast de bar zelf de frigo mocht openen en daar een limoncello uithalen om die voor zichzelf in te schenken; je zag aan de blik van de uitbater van het restaurant, dat hij dat niet echt fijn vond, maar “een goede klant mag je niet in verlegenheid brengen”; hij liet die lomperik dus maar lijdzaam begaan en kwam ons met een knipoog aan onze tafel vragen “of wij ook een limoncello hadden gewenst” toen hij ons onze afrekening bracht. Sindsdien noemen wij die klant uit onze buurt “de limoncello man”.
In de van Dale:
vanzelfspre’kend, bn. bw., afgeleid uit de uitdr. het spreekt vanzelf, zó dat het niet uitdrukkelijk gezegd behoeft te worden, dat men niets anders kan verwachten; voor de hand liggend: op een manier die niemand voorzien had, al werd het achteraf als vanzelfsprekend bepraat; dat is toch vanzelfsprekend! – in attributief gebruik: het is de vanzelfsprekendste zaak dat daar werk van gemaakt wordt; – bw.: vanzelfsprekend eist dat veel tijd; – vanzelfsprekend-heid, die bij nadenken zijn vanzelfsprekendheid verliest om problematisch te worden.
In ’t echte Leven:
Zo was er ook onlangs een “Vriendin” die het vanzelfsprekend vond dat zij een hele rits “Vrienden en Kennissen” mocht uitnodigen op een evenement, waar zij weliswaar met veel enthousiasme en positieve energie had aan meegewerkt, maar waar ze wel niet de finale verantwoordelijkheid van droeg als organisator. Wat er voor mij dan weer “helemaal over” was, is dat dit voor haar zo vanzelfsprekend was, dat het gewoon een taboe onderwerp werd en dat ze het problematische ervan niet kon of wou inzien.
De vergelijking met mijn voorbeeld van “de limoncello man” ligt in die “vanzelfsprekendheid”, die arrogante, lompe houding van “IK mag dat”.
Erger wordt het, als je moet vaststellen dat dit soort “vanzelfsprekendheid” de dag van vandaag “normaal” bevonden wordt, in die mate dat de meeste mensen er niet meer op reageren, omdat ze bijna allemaal dat soort “vanzelfsprekendheid” ondergaan van mensen die het normaal vinden dat men zich dingen toeëigent die eigenlijk aan een ander toebehoren. Is dat dan eigenlijk geen (soortement van) diefstal ? Daar staat men zelfs al niet meer bij stil …
“Vanzelfsprekendheid”
ervaar je ook steeds meer
in het verkeer.
Weet je nog toen Steve Stevaert voor de dag kwam met “Ritsen is hoffelijk”?
Bestuurders keken naar elkaar en deden een gebaar van “ga jij maar”. Later werd het een reglement in de wegcode. Sindsdien kijkt men niet meer om: “ritsen werd vanzelfsprekendheid”.
Hetzelfde geldt voor het oversteken op het zebrapad. Een regel die vroeger bedoeld was om “hoffelijkheid in het verkeer” te bevorderen, evolueerde naar een “vanzelfsprekendheid” die dikwijls grenst aan arrogantie. Onder de hoofding “Plichten van voetgangers” vind men in de wegcode het volgende: “Voetgangers behoren, net als fietsers tot de groep van de zwakke weggebruikers. Omdat u als voetganger geen beschermend omhulsel of koetswerk heeft, zijn er regels in het leven geroepen die uw veiligheid verhogen.
U bent verplicht gebruik te maken van het voetpad als dat aanwezig is.
Als u binnen twintig meter afstand van een zebrapad bent, moet u dat gebruiken om de straat over te steken.
Voor u de straat oversteekt, moet u er zeker van zijn dat er geen verkeer aankomt of dat u veilig kunt oversteken zonder het verkeer nodeloos te hinderen.
U moet altijd voorrang verlenen aan tram en trein.
U moet aangepaste kleding dragen. Zorg ervoor dat u steeds duidelijk zichtbaar bent voor bestuurders. Draag bijvoorbeeld geen donkere kleren als het donker wordt.
Wat mij al onmiddellijk opviel, is dat er bij punt 3 iets ontbreekt dat ik er vroeger altijd hoorde bij vermelden: “bij het oversteken op het zebrapas heeft de voetganger voorrang nadat er oogcontact is geweest met de bestuurder van de wagen die moet halt houden”. Ook hier zal je met mij moeten toegeven dat de arrogantie waarmee men zomaar verwacht dat de wagen wel zal stoppen een fenomenale “vanzelfsprekendheid” is.
Niet dat ik gek ben op komkommers. Geef mij liever een fris tomatenslaatje.
Maar het fijne van de “komkommertijd” is, dat de media niet elke dag die onwelriekende politieke spelletjes moeten opvolgen. Want ze zijn allemaal met vakantie. Er is nu ruimte voor meer diepgaand leesvoer …
en of !!!
Gewoonlijk kopen wij onze weekendkranten bij de dichtstbijzijnde Standaard boekhandel. Maar vorige zaterdag (30 juli 2022) waren ze (nog) niet “met zorg gebracht”, ook niet in de grootwarenhuizen … In het vernieuwde station van Vilvoorde hebben we de laatste exemplaren kunnen op de kop tikken … We konden weer naar hartelust een paar dagen lezen …
Nog nooit was die weekendlectuur zo boeiend als vorig weekend …
De Standaard Weekblad
Vorig weekend las ik het fijnste, interessantste De Standaard Weekblad van het jaar van A tot Z.
Dat gebeurt anders bijna nooit. De ondertitel “verhalen, cultuur & gids” was voor het eerst helemaal terecht, vond ik.
Onder de dubbele hoofding “De cultuursector opnieuw sluiten was achteraf gezien een fout” en “Dat was voor iedereen in mijn omgeving vooraf al duidelijk”, maakten Kasper Goethals en Griet Plets een prachtinterview van de stijve minister van Volksgezondheid en de soepele drummer, docent en doctoraatsstudent: een open en eerlijk gesprek met Frank Vandenbroucke en Lander Gyselinck. De verschillen waren nogal te verwachten; de gelijkenissen tussen die twee schone mensen was minder evident.
Het “Pottenbakken om aan jezelf te schaven” sprak me bijzonder aan omwille van de aanpak van het artikel, van de persoonlijkheden die aan bod kwamen. DankUwelllMersie!!! Cathérine De Kock voor deze blik uit een andere invalshoek.
Alleen al de titel van het artikel van Steven De Foer, “DE SLAAF DIE ALS EERSTE ROND DE WERELD VOER”, lokte mijn aandacht onmiddellijk. Dankzij onderzoek van de Amerikaanse historicus Laurence Bergreen wordt ons een totaal nieuwe kijk gegeven op de verdiensten van Fernâo de Magalhâes (Ferdinand Magellaan). Hij sneuvelde op 27 april 1521 onderweg, in Mactan (Filipijnen) en heeft zelf dus nooit de wereld rondgereisd. Er bleven slechts 18 man en één schip over van de 260 manschappen en 5 schepen die op 20 september 1519 vertrokken waren uit Sanlúcar de Barrameda (Spanje). Bij de aankomst van de Victoria ,op 6 september 1522, had Juan Sebasián Elcano het commando in handen. Maar eigenlijk had Enrique, de slaaf, die Magellanan in de Filipijnen gekocht had, al jaren voordien de wereld rondgereisd …
Hoe geschiedenis geschreven wordt …
Maar ook hoe we moeten blijven zoeken naar wat eventueel, misschien, de waarheid zoou kunnen zijn …
En dan dat artikel van Bas van Putten, “Het laatste vluchtoord”, met als ondertitel “In je eentje autorijden is schepen achter je verbranden. De verlossing van het lawaai wordt de confrontatie met jezelf. Daar zie je de holle kern van de mens zonder bereik.”
Zàààlig geschreven. Ontluisterend. Very to the point !!!
Zo’n weekendblad gaf me weer “goesting” om zelf te schrijven …
In DE MORGEN van 23 juli 2022 schreef Jan Stevens een fijne recensie over het boek “Leeftijd is meer dan een getal” van de Ierse topgeriater Rose Anne Kenny.
Wat mij daar vooral in aansprak was de ondertitel op de voorpagina van deze Weekend De Morgen :
“Investeer in kwaliteitsvolle vriendschappen”
Toen ik, begin jaren ’70, voor de klas stond als leraar Nederlands en/of Engels in het Koninklijk Atheneum Asse, trachtte ik mijn leerlingen ook wijs te maken, dat “Vriendschap” later, in hun persoonlijke toekomst, hun belangrijkste rijkdom zou zijn. Niet het geld op hun liefst goedgevulde bankrekening !
Ik zei aan de laatstejaars, die nadien ofwel gingen verder studeren, ofwel aan een loopbaan begonnen en gingen werken : “Smijt u !!! Stel u open !!! Wees niet bang … Ge zult misschien twintig keer ontgoocheld worden, maar de eenentwintigste keer hebt ge weer één vriend meer”.
Nu weet ik ondertussen ook wel dat zulke ontgoochelingen heel hard in je hart kunnen aankomen, omdat je soms wel ècht misbruikt kan voelen. Bij voorbeeld als iemand je gedurende maanden “zijn/haar mentor” noemt, omdat je hem/haar uit pure “vriendschap” bij elke vraag je ervaring, delen van je netwerk, massa’s contactgegevens gewoon gratis voor niks meegeeft, maar daarna helemaal geen rekening houdt met opmerkingen die niet in zijn/haar kraam passen en gewoon koppig, respectloos, vanzelfsprekend gewoon doet wat hij/zij wou doen. Als dat dan volledig indruist tegen jouw ethiek, tegen jouw gevoeligheid voor deontologie, tegen jouw verantwoordelijkheidszin … dan kan dat pijn doen.
Maar dan nog … moet je ervan uitgaan dat je vrijgevigheid ook andere mensen heeft geholpen en mag je met een gerust gemoed achterom kijken en in de spiegel kijken en aan die blik daar stilletjes een oogje pinken en zeggen: “Ge hebt goed gedaan, Manneke”.
Eenrichtingsverkeer kan soms recht naar een afgrond leiden: “One bridge toi far and there’s no way back” … Spijtig maar helaas.
Men zegt ons dat de corona oorlog pas zal gewonnen zijn als iedereen, of toch minstens 70% van de bevolking, gewapend zal zijn met een vaccin maar dat we ondertussen wel wat veldslagen kunnen winne door alles op slotte draaien waar veel volk naartoe komt.
Men zegt ons ook dat menonzeCultuur belangrijk vindt … maar de werkelijkheid is, in deze tijden van pandemie, dat de culturele sector de enige is dieverwaarloosd wordt. Alleen de museums mochten – na de eerste “blijf in uw kot” periode -voorzichtig hun deuren openen. We mogen dus van geluk spreken, want in de meeste andere Europese lidstaten zijn de museumpoorten dicht.
“Iedereen gelijk voor de wet”
Men houdt wel rekening met enkele, vooral economisch belangrijke sectoren. Alle winkels mogen open op voorwaarde dat ze een aantal “regels” respecteren die corona-proof “shoppen” moeten mogelijk maken. Bij voorbeeld: één persoon per winkelkarretje met neus-mondmasker … Voetballers mogen altijd al met de bal “spelen”, het gras vol spuwen en mekaar rond de nek vliegen als ze dan eindelijk eens een doelpunt hebben gemaakt. En of ze de grasmat betreden of niet, de miljoenen €€€ komen sowieso op de rekening (liefst in het buitenland) terecht. Maar muzikanten en acteurs hebben (bijna) uitsluitend thuis moeten/mogen “spelen”, via uitgestelde of rechtstreekse “livestreamings”. De meeste artiesten hebben geen vaste €€€stroom naar hun rekening, zijn niet “beschermd” tegen ongevallen. Als ze in een academie of een conservatorium les geven, dan hebben ze nog een vast loon getrokken. Maar al die andere muzikanten zien al maanden “zwarte sneeuw”.
Men zegt ons dat onze politici ons land of gewest of gemeenschap op democratische wijze (moeten) besturen. Al is het feit dat er enkele ministers niet eens op de kieslijsten stonden toch op zich ook al geen goed voorbeeld van Goed Bestuur.
“Living Museum of Dying Music”
Men zegt ons dat wetenschappers steeds nieuwsgierig moeten zijn, dat ze ook op creatieve manier te werk gaan in hun zoektocht naar antwoorden op grote of kleine vraagstukken en dat ze, net als detectives met een vergrootglas, ook op verborgen plekjes gaan speuren naar oplossingen voor allerlei problemen.
Creativiteit is dus zeker geen monopolie van de culturele sector, maar om te overleven moeten zowel de Artiesten als de Organisatoren heel wat creativiteit aan de dag leggen.
Zo waren mijn Goede Vriend Guy Trifin en ikzelf op dinsdag 16 februari 2021 de gelukkige aanwezigen op een schitterend initiatief van MuziekPublique in het Théâtre Molière, Bolwerksquare 3 te Elsene, 1050 Brussel, bij de Naamse Poort. We mochten met 4 personen (“one of the very many corona rules”) op Museumbezoek en kregen 3 prachtige mini-concertjes voorgeschoteld … ingekaderde kunst zoals het in een museum past.
Eerst gingen we de trap op naar de derde verdieping …
… om naar Vardan Hovanissan, Malabika Brahma en Emre Gültekin te luisteren. We hebben in het MuziekMusée kunnen genieten van een concertje van ongeveer 45 minuten. De kwaliteiten van Vardan en Emre kende ik al jaren, maar nu was ik toch serieus on der de indruk van die stem van Malabika. Braaf, met neus-mondmaskers aan, op vier ver van elkaar verwijderde stoelen, zien we te genieten van Live Muziek. En we hebben de muzikanten niet geknuffeld, zelfs onze ellebogen hebben elkaar niet aangeraakt.
Daarna mochten we naar de grote zaal in het Molière Theater. Het contrast was enorm: een zaal van pakweg 300 seats waar 4 mensen ver van elkaar verspreid naar 2 fantastische muzikanten zaten te luisteren. Het was eigenlijk wel aandoenlijk, hoe blij Wouter Vandenabeele & Bao Sissiko waren dat ze toch nog eens in ’t ècht mochten spelen voor èchte mensen.
Hij nodigde het “voltallige publiek” wel al uit om in april … of mei … of juni in deze mooie bonbonnière naar de voorstelling van hun nieuw album te komen luisteren: die CD is al een hele tijd klaar, maar kon – we weten allemaal waarom – nog niet aan een publiek worden gepresenteerd.
Dan mochten we naar het gelijkvloers van het Théâtre Molière, waar het foyer van MuziekPublique zich bevindt. De bar was uiteraard gesloten – we weten allemaal waarom er in geen enkel museum iets gedronken kan worden – dus ook niet in dit “Levend Museum van Stervende Muziek”. Er werd hier wel meteen duidelijk gemaakt, dat ze nog niet helemaal dood is, de Cultuur. Maar ze moet wel dringend de nodige zorgen krijgen of ze sterft aan een slepende ziekte, veroorzaakt door een virus waar ze zelf niets kan aan doen. We mogen dit toch niet laten gebeuren, dat dergelijke Schoonheid uit ons leven zou worden verbannen, geschrapt, vermoord … zoals deze van het trio Les Contes d’Alfonsina:
De passie die Sofia Romano, met haar mooie stem uitstraalde, het discrete maar fijne gitaarspel van Marco Papadia en de vurige viool van Fred Gairard zorgden voor een mooi orgelpunt bij ons bezoek aan het “Living Museum of Dying Music”
Zàààlig was dat voor ons, om muzikanten nog eens “in ’t ècht” bezig te zien en te horen. Ook voor hen was het een emotioneel moment, om nog eens voor een “ècht publiek” te kunnen (mogen?) spelen … al moet het tegelijk wel triest zijn geweest van met 2 prachtige artiesten op het podium 4 mensen in een gewoonlijk volle zaal te zien zitten.
Een hartelijk DankUwelllMersie!!! aan de Muzikanten en aan de hele ploeg van MuziekPublique !!!
Er waren eigenlijk drie sessies in de loop van de namiddag. Guy en ik waren de gelukkigen die, zoals dat nog al eens gebeurt, bij de laatsten waren, die het licht uit doen. In de eerste sessie werd geconcerteerd door Tammam Al Ramadan & Fakher Madallal, Constanza Guzmán & JeanFrançois Prins en Patricia & Osvaldo Hernandez. De tweede sessie bracht ook weer drie groepen Las LLoronas (Sura Solomon, Amber in ’t Veld, Marieke Werner), Euforró (Jonas Malfliet, Antoon Kindekens, Alice Loparic) en het trio van Emanuela Lodato, Vincent Noiret, Jonathan De Neck
Zeven werken van barmhartigheid ?
Let wel, ook “koken is kunst” ! Het is niet aan iedereen gegeven om “hongerigen te spijzen” op stijlvolle en tegelijk warme, gezellige wijze. Het vraagt soms veel talent om sommige mensen, de arroganten zowel als de sympathieke, op een vriendelijke manier alleen mar lekkers op hun bord voor te schotelen.
Ook de “dorstigen laven” is soms pure kunst. Om “een goei pint” te tappen moet je over het juiste talent en heel wat vaardigheid beschikken. Het vraagt ook heel wat mensenkennis. Niet elke tooghanger is “sociaal”. Een goede cafébaas moet ook een beetje “psycholoog zonder diploma” zijn.
De sociale en de psychologische rol van de horeca sector komt af en toe wel eens aan bod, maar meestal hoor je alleen het cliché-achtige geklaag van de kleine zelfstandige ook. “Om de poen is het te doen”. Het zou mijns inziens “wijzer” zijn om het ook over hun “vakmanschap” te hebben, over de creatieve aspecten in hun beroep.De naakten kleden
Omdat we de naakten moeten/willen kleden zijn die winkels wèl al lang open mits respect voor “de regels”
Met de vreemdelingen herbergen hebben we het al langer lastig, want die “komen ons werk afpakken” zeggen de meest rechtse lieden onder ons.
De zieken verzorgen !!! Corona zal in deze materie hopelijk wat positieve sporen nalaten. Dat kan dan wel alleen op voorwaarde dat onze politici hebben ingezien hoe nefast hun jarenlange “besparingen” zijn geweest. Applaus op de balkons en witte lakens aan de vensters zullen het probleem in de toekomst niet oplossen. Maar de bevolking kiest voor en betaalt politiekers om het dagelijks leven te verbeteren. Niet om het ondraaglijk te maken !
De gevangenen bezoeken: ik vrees dat ook hier corona serieus “huis gehouden” heeft. Net als in de rusthuizen (pardon, dure woonzorgcentra) waren de mensen hier dubbel geïsoleerd. Niemand mocht bezoek ontvangen: dat moet toch wel heel er zijn om geen echtgenoot/echtgenote, geen kind(eren) op bezoek te (mogen) krijgen
De doden begraven ? Men zou denken: “Dat is nog eens een sector met toekomst. Zo’n pandemie doet de kassa rinkelen !!!” Maar … begrafenissen zonder koffietafels, met een klein aantal mensen die toegelaten worden om “afscheid te nemen” van hun naasten, geliefden, vrienden … toch ook niet zo evident.
Nog eentje … om te lachen :
De zeven geestelijke werken van barmhartigheid zijn:
Steden worden geboren waar stromen bijeen komen, waar rivieren samenvloeien, waar mensen elkaar ontmoeten op plaatsen waar ze mogen handeldrijven, waar ze stoffen en meubels kunnen ruilen voor eetwaren en vice versa.
Maar Brussel, och arme, werd geboren op een moeras tussen verschillende rivierarmen. De naam Broek-sele, komt uit het oud-Germaanse Broka, dat “moerassig gebied” betekent en Sali wat staat voor “uit één ruimte bestaand huis”.
So, Brussels became a city, on a place on the brooks, where people felt home on the marsh between the river arms of the Zenne … or Senne, if you prefer.
Brussel, hoofdstad van België, Vlaanderen en Europa, werd door haar eigen bewindvoerders vaak verwaarloosd en meermaals verkracht.
Denk maar aan de hele buurt rond het Noordstation, waar alles en vooral iedereen, moest wijken voor een megalomaan project: “World Trade Center” klinkt stoer, maar heeft alleen met poen te doen.
De chirurgische ingreep halverwege de 19de eeuw, om Noord- en Zuidstation met elkaar te verbinden, ook bekend als “Spoorlijn 0”, heeft een enorme sociale impact gehad. Maar ja, in Parijs en in Londen moet je toch nog altijd station in en station uit, om met de trein verder door te reizen.
Het is nog veel erger gesteld met de hele strook van aan het Jubelpark tot het Luxemburgplein, waar alles moest sneuvelen voor de macht, voor het Europees kapitaal. Wie weet daar nog, ergens tussen de gedrochten van Europese kantoren, het mooie Résidence Palace liggen? Behalve dan de journalisten die er naar het Internationaal perscentrum gaan. Misschien zijn ze er wel al op restaurant geweest, maar hebben ze nog nooit het prachtige zwembad gezien in dit art-deco gebouw van architect Michel Polak.
Bruxelles, capitale de la Belgique, de la Flandre et de l’Europe, … la Communauté Française lui a lâchement tourné le dos … pour aller installer sa Fédération Wallonie-Bruxelles à Namur … avec balcon et vue sur Meuse.
“Ah (très cher André Bialek) la belle gigue” que nous aurions pu danser … mais il y a déjà trop longtemps qu’on “ne sait plus sur quel pied on pourrait se mettre à danser”.
Water heeft een bijzondere aantrekkingskracht. Het zorgt ook voor “verbinding”. In de 15de eeuw werd er reeds, naast een kronkelende Zenne, een beter bevaarbaar kanaal aangelegd: de Bruesselsche Schipvaertverbond in 1561 Brussel al met Willebroek.
Een stad zonder stroom is als een dorp zonder ziel. Brussel heeft haar Zenne overwelfd tussen 1967 en 1871. Soignies (Zinnik, pour les Flamands) deed dat tussen 1896 en 1933 en Vilvoorde en Halle konden het ook niet laten … tussen 1933 en 1955.
Brussel bestaat alleen nog uit beken: de Maalbeek stroomt vanuit de abdij Ter Kameren in Elsene via Etterbeek en mondt in Schaarbeek uit in de Zenne. Maar ook de Maalbeek werd grotendeels overwelfd: er blijven alleen nog zes vijvers over van aan Flagey tot in het Josaphatpark.
Brusselaars dromen al lang om “hun Zenne” weer te zien. Ze hebben ze zelfs een vereniging voor gesticht: de vzw ZenneSenne asbl en/of De ZenneZotten. Ik herinner me nog een actie op 19 november 2008 in de Ortsstraat: Brusselse schoolkinderen hebben er gevist in containers aan de Beursschouwburg.
Brussel kreunt en weent, Manneke Pis plast 24/7 en heeft geen last van zijn prostaat … en het Bronzen Zinneke … die doet alsof hij tegen een paaltje zeiktaan de hoek van de Kartuizersstraat en de Oude Graanmarkt.
“Brussel g’hebt mijn hart gestolen” zingt Johan Verminnen.
Is de titel van de column van Mark Elchardus* in De Morgen van zaterdag 05/12/2020
*Mark Elchardus is emeritus professor sociologie aan de VUB. Hij schrijft tweewekelijks een column in De Morgen op zaterdag.
Ik lees nogal graag die columns van de emeritus professor sociologie van mijn alma mater, omdat ze soms wel nieuwe inzichten bijbrengen. Maar ik moet zeggen dat hij me deze keer wat ontgoocheld heeft. Wat hij hier aankaart is ècht niet nieuw … “nihil nove sub sole” … en die “dringende opdracht voor de minister van Binnenlands Zaken” was al even dringend toen ik nog aan de Ville de Bruxelles werkte als animator-coördinator aan de Service de la Jeunesse. Al moet ik toegeven dat het alleen maar erger werd, omdat het al jaren niet wordt aangepakt.
“Politiewerk is niet meer leuk en slecht voor de gezondheid”
… schrijft de gepensioneerde VUB professor. Maar op het eind van de vorige eeuw was het ook al “dwijlen met de kraan open” en toen heb ik hem daar nooit iets over horen zeggen of zien schrijven. (Maar misschien ligt dat alleen maar aan mij …???…) Er was toen nog een goede verstandhouding tussen het politiekorps en de sociale werkers op het grondgebied van de Stad Brussel. Wij, de jeugdanimators in het algemeen en ikzelf, hun coördinator, in het bijzonder, hadden een goed contact met de wijkagenten.
Ik herinner me dat de Brusselse politie ons toen al vertelde hoe dikwijls zij ontgoocheld waren omdat het parket het “boefje”, dat ze pas “gepakt” hadden, al hadden los gelaten … terwijl zij nog bezig waren met het proces verbaal volledig uit te schrijven.
Die respectvolle relatie werd aan diggelen geslagen door de “fantastische uitvinding” van wijlen professor criminologie (UGent) Brice Deruyver, die ook “veiligheidsadviseur” was bij Premier Guy Verhofstadt: de “hervorming van de politie”. Met ingang van 1 januari 2001, werden er oorspronkelijk 196 politiezones gevormd. Sindsdien zijn er echter een aantal fusies doorgevoerd, waardoor het aantal is verminderd. Op 1 januari 2019 waren er nog 185 politiezones. Het resultaat was dat die “ruzies” tussen Rijkswacht en Politie gewoon verder doorgingen maar dan tussen Federale en Lokale politie. Ik heb inderdaad nooit meer tegelijk twee combi’s op de stoep zien staan waarbij de gendarm en de flik elkaar een boete uitschreven omdat “gà mè à camionet ni op den trottoir muig stoen”.
Voor de meeste steden en gemeenten betekende dat een “gefusioneerde” Locale Politie. Twee (of meer) burgemeesters bevoegd/verantwoordelijk voor één korps. Op een paar uitzonderingen na. Een paar voorbeelden: Antwerpen (±530.000 inwoners), Gent (260.000), Liège (200.000), Leuven (100.000), Brasschaat (37.000), … Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt zes politiezones (voor ±1.250.000 inwoners). Elk van die zones omvat meerdere gemeentes en die hebben een eigen politiereglement. Voor Brussel Stad werd dat Politiezone 5339: Brussel-HOOFDSTAD-Elsene. Geef toe dat die professor van UGent het allemaal vereenvoudgd heeft.
“Wie wil nu nog een beroep uitoefenen waarin je dag in dag uit kop van Jut vent en het parket je gelijkstelt aan de boeven die je vangt ?”
Ik blijf hopen dat “het beleid” eindelijk zou willen/kunnen inzien dat het niet helpt om nog meer politie in te zetten om het stijgend geweld aan te pakken. Ik nam tijdens mijn loopbaan als animator-coördinator aan de Stad Brussel (van 1975 tot 2007) ook deel aan heel wat seminaries waar onder andere “meer blauw op straat” ter sprake kwam. Alle sociale werkers riepen in koor: “Het helpt niet om een grotere emmer onder een lekkende kraan te plaatsen”. Er moet meer ingezet worden op preventie, opvoeding … op het ondersteunen van de ouders die het daar om een of andere reden moeilijk mee hebben. Dus, liever “meer straatwerkers in de stadswijken”!
Men heeft in al die jaren veel gesproken over “integratie”, “diversiteit”, … Er werden “veiligheidscontracten”, “samenlevingscontracten” en dergelijke op poten gezet. Maar er is veel te weinig ingezet op dat soort preventieve wijkwerking. Het zou niet alles opgelost hebben of nog kunnen oplossen. Maar er zouden wat maatschappelijke problemen vermeden kunnen worden.
Beste prof. dr. em. Mark Elchardus, Hoe zou het de dag van vandaag zitten met die andere sociale, culturele, educatieve beroepen ? Ambulanciers,brandweermannen, leraars,verplegers/verpleegsters, … Vooraleer ik de eerste jeugdanimator werd van de Stad Brussel (van 1975 tot 2007) was ik uit het onderwijs gaan lopen … Niet omdat ik te weinig verdiende of omdat ik te weinig vakantie had. Maar wel omdat ik me afvroeg wat ik daar voor de klas stond te doen, aangezien ik “mijn gedrag” moest “wijzigen”, nadat een mama met haar zoontje was komen klagen dat ik “haar braaf kindje” twee bladzijden over “De drosophila melanogaster” had doen schrijven om hem wat te kalmeren. Ik zie het nog voor mij, hoe dat manneke “een held” was bij sommige klasgenoten, al waren het ook maar een paar andere toekomstige “boefjes”. En we waren nog maar in het begin van de jaren ’70 … Ik heb enorm veel bewondering voor al wie de dag van vandaag voor een klas staat.
is het geleden, dat de N-VA een tijdbom plaatste onder de federale regering
Als een spook in de nacht van 8 op 9 december 2018 trok N-VA de stekker uit de regering-Michel. De Vlaams-nationalisten wilden niet dat de regering zou instemmen met het Migratiepact van de Verenigde Naties. Maar de rest van de meerderheid wou het Europees Parlement volgen in haar poging om het pigratieprobleem aan te pakken. De N-VA was het daar niet mee eens en heeft daarom eenzijdig en helemaal alleen het land lam gelegd.
Op 26 mei 2019 mochten – moesten !!! – wij gaan stemmen.
Sindsdien kan je elke zet die de N-VA op het Belgsich shaakbord plaatst alleen maar interpreteren in het kader van een strategie om het land kapot te krijgen.
460 dagen na die verkiezingen …
hebben wij nog steeds geen regering …
behalve eentje die van “lopende zaken” naar “voorlopige corona-zaken” werd omgezet.
Op maandag 17 augustus 2020 verklaart Bart De Wever: “Ik betreur dat de moed ontbreekt om de formatiecarrousel te stoppen”. En dit zegt hij zomaar zonder blozen !
… die voorzitter van die partij die al maanden iedereen die het ongeluk heeft van zijn werk te verliezen, uitmaakt voor “profiteur”, terwijl de multinationals die al die mensen hebben ontslagen zich in het buitenland gaan vestigen; die partij die iedereen met een depressie of een burn-out “uitlacht” zonder er eens over na te denken dat het misschien wel door hun besparingen is, dat er veel mensen overwerkt zijn; … die voorzitter die eerst weigert van met de ene rond de tafel te zitten om gesprekken aan te vatten om een regering te vormen en dan weer een andere partij verstoot, of van een andere voorzitter “een vijand” maakt … … die voorzitter van die partij die wil bewijzen dat dit land “niet werkt”, door er in eerste instantie zelf voor te zorgen dat al wat ooit efficiënt was eraan moet geloven …
Neem, bij voorbeeld, die vermaledijde corona Hoe hebben “de heren” die aangepakt ?
In België was het eerst “maar een griepje”, tot het SARS-CoV-2 (coronavirus) toch plots ernstig werd genomen. De coronacrisis startte eigenlijk op 3 februari 2020. werd vastgesteld bij een van de negen Belgische geëvacueerden die de dag ervoor met een vliegtuig arriveerden uit de Chinese stad Wuhan. De patiënt verkeerde volgens de Belgische federale minister van Volksgezondheid Maggie De Block op 4 februari in goede gezondheid en vertoonde geen symptomen. Hij was op 15 februari 2020 weer volledig virusvrij.
In tegenstelling tot omliggende landen besloten de Belgische autoriteiten om geen informatie en/of statistieken te publiceren waar de besmettingen werden gerapporteerd anders dan de regio en provincie waar zij plaatsvonden; zoals Vlaanderen, Wallonië of Brussel. In het dagelijkse updaterapport van Sciensano werd op 26 maart 2020 voor het eerst een kaart gepubliceerd waarbij op gemeentelijk niveau het aantal geregistreerde besmettingen per 100.000 inwoners wordt weergegeven zonder hierbij echter het precieze cijfer te vermelden. Maar de regio’s keken de kat uit de boom. Sommige Vlaamse politici wreven zich al in de handen, want corona zou hen wel helpen om dit land kapot te krijgen. Pech: de federal premier nam het roe in handen en deed dat (redelijk) goed. Maar de spearatisten “lagen op de loer” en bij de eerste kans was het “koekenbak”: de rusthuizen rotzooiden en Vlaanderen gaf de schuld aan België. Ze vergeten er wel altijd bij te zeggen dat een groot deel van de Vlaamse WZC’s (WoonZorgCentra) al lang niet meer in Vlaamse handen zijn, maar door “investeerders”, zoals de families die eigenaar zijn van onder andere InBev, verkocht werden (of toch “aandelen” ervan) aan Duitse, Nederlandse of zelfs Franse financiële groepen. En dat moet “opbrengen” want anders zijn de “dividenden” van de aandeelhouders onvoldoende en zouden die afhaken. Resultaat: nie te veel personeel, niet te veel materiaal, want dat is minder winst.
Corona krijgt de schuld van jaren lang wanbeheer van Vlaanderen, even goed als van de rest van het land, dat ooit zo Schoon was, toen het nog niet “verdeeld” werd in regio’s in de hoop om zo speodig mogelijk te komen tot een Autonoom Vlaanderen …
En wij … wij betalen braaf onze belastingen … wij gaan braf stemmen (omdat het moet) bij verkiezingen …
Hoe lang nog ?
Wie weet kan Egbert Lachaert ons nog eens doen lachen … Maar Joachim Coens trapt weer op de rem … deze keer niet over een of ander ethis thema … alhoewel … dat we nog steeds geen federale regering hebben vind ik zelf meer onethisch dan elk individu zelf te laten beslissen wat hij of zij met zijn of haar lichaam van plan is.