Het feit dat de “Arizona-onderhandelaars” zich goed amuseren
bij hun “formatiegesprekken”
in de Koninklijke Militaire School in BRUSSEL
bracht herinnering terug naar de tijd van …

Mijn MILITAIRE DIENST:

Afgestudeerd aan de VUB in oktober 1971, waar ik een Licentie – tegenwoordig noemen ze dat een “Master” – in de Letteren en Wijsbegeerte behaalde, werd het tijd om aan die legerdienst te denken …

Op 11 januari 1971 deed ik een aanvraag tot “uitstel dienstplicht”, zoals dat toen heette,
op grond van artikel 10 der “Gecoördineerde Dienstplichtwetten van 30 april 1962.
Ik was namelijk van de “Lichting 1972”,
maar was ondertussen aan een loopbaan in het Gemeenschapsonderwijs
begonnen aan het Koninklijk Atheneum te Asse, waar ik Nederlandse en Engelse les gaf in het schooljaar 1971/72 (23u) en 1972/73 (24u).


Een jaar uitstel van legerdienst werd me toegestaan. Ik werd dus een toekomstig milicien van de “Lichting 1973”. Dat betekende dat ik op 12 en 13 oktober 1972 mijn “driedagen” moest gaan doen in het “Rekruterings- en Selectiecentrum”, in de volksmond het “Klein Kasteeltje” genoemd, waar ik werd goedgekeurd om aan mijn dienstplicht te voldoen bij de landmacht. Daar was nog een ander voordeel aan verbonden: ik was namelijk gehuwd op 1 april 1972, zodat ik mijn legerdienst in België mocht doen en niet naar de Oostkantons werd gestuurd om mijn vaderlandse plicht te vervullen.

Op 2 juli 1973 ging het dan met de legertrein naar het Opleidingscentrum Turnhout, de Kazerne Majoor Blairon. Tot eind juli was ik daar aangemeld als “kamer monitor”, wat minder verantwoordelijkheden omvatte dan “kamerhoofd”, die straf kreeg als er zelfs maar één milicien zijn bed niet volgens de regels had opgemaakt. De “monitor” stond in voor de meer sociale zaken, zoals bij voorbeeld analfabeten helpen bij de briefwisseling met hun ouders: voorlezen en helpen schrijven.

Maar eerst moesten we naar de militaire kleermaker voor ons uniform, dat plus minus op maat besteld werd. Onze kamer was daar nogal vlug mee klaar. Daarop volgde een tamelijk unieke fotosessie … 

      

Die gepensioneerde soldaat-fotograaf heeft daar nogal wat probleem mee gehad, met die foto’s. Vooral die beroepsmilitair sergeant die ons soldatenmanieren moest leren heeft afgezien omdat hij dit niet had kunnen verhinderen. Ik vloog onmiddellijk, per direct, stante pede, recht naar de kapper, terwijl de andere miliciens uren file hebben moeten doen omdat hun haar nog een (halve) centimeter te lang was alhoewel zij de dag voordien naar de kapper waren geweest.

Op 1 augustus 1973 werd ik dan overgeplaatst naar het Garnizoen Brussel, in de

Koninklijke Militaire School

waar ik tot 30 augustus 1974 aangesteld was in het taallabo.
Ik deelde er een bureautje met twee andere dienstplichtigen. Wij gaven onder andere les aan de toekomstige officieren in de plaats van een kolonel, die zogezegd “de prof” was. Omdat hij tijdens de tweede wereldoorlog in nauw contact was gekomen met Amerikaanse soldaten zou dat volstaan hebben om hem als professor Engels te “bombarderen” (zeer gepaste term in deze context).
Wij vertaalden teksten voor de Generaal-Majoor en schreven notulen van bijeenkomsten in het taallabo, waar wij de studenten in de “Sociale en Militaire Wetenschappen” ook oefeningen lieten maken om hun uitspraak in het Engels, zo mogelijk, te verbeteren met onnozele zinnetjes,  zoals “Pretty little Misses Smith lives in this vicinity”, om de uitspraak van een Engelse “i” te oefenen.
(Ik maak me hierbij nu ook de bedenking dat Charles Michel zeker nooit dergelijke oefeningen heeft moeten maken als voorbereiding tot zijn functie aan de Europese Commissie).

Eigenlijk heb ik daar toch nogal wat “stoten” uitgehaald,
als milicien aan die Koninklijke Militaire School …

Voetballen als militaire zending

Wanneer mijn ex-collega’s van het Koninklijk Atheneum Asse een voetbalwedstrijd speelden kon ik dikwijls mee gaan shotten.
Die woensdag namiddagen werd ik dan op zending gestuurd: een document, opgesteld door de directeur van het taallabo en getekend door de generaal-majoor zorgde er zelfs voor dat ik gedekt was door het leger indien ik een ongeval zou gehad hebben ondereg of tijdens de wedstrijden.

Zjef Vanuytsel “depanneren”

Van zowel Zjef Vanuytsel als van zijn klanktechnieker, Lieven Van den Broeck, werd in die periode het rijbewijs afgepakt na een alcoholcontrole. Zjef was me komen vragen of ik hem niet kon “depanneren”.  We woonden toen allebei in Schaarbeek: hij, naast het Centre Hospitalier Jean Titeca in de Luzernestraat; ik, in de Rogierlaan, ergens onderweg tussen zijn stamkroeg aan Sint-Lucas en bij hem thuis.
Na mijn “dagtaak” in de kazerne in Etterbeek reden we met zijn Volga naar de vele optredens die hij had in die periode van
“De Zotte Morgen”. Ik stond tegelijk ook in voor de klank bij die solo optredens. Ik herinner me dat er zelfs een “Vlaams Weekend” bij was, ergens in het Hoge Noorden van Nederland, waar
Bodo Van de Voorde (van De Kadullen) zich kwaad maakte op die Hollanders die alleen maar geïnteresseerd waren in die domme Vlamingen, met hun frieten en hun Stella: toen ze de zaal verlieten waar Johan Verminnen nog aan zijn optreden bezig was, omdat Ivan Heylen in een andere zaal aan bod kwam met zijn “Hee schuun wijveken, ge wit da’k a gere zie” schold hij die Nederlanders uit in de hall.
Zjef Vanuytsel noemde me toen “RIEtje het Binnenwegkennertje”.

De Didier Courtmans opnames in het taallabo

Op een dag, was ik erin geslaagd om mijn vriend Didier Courtmans te laten uitnodigen in de Koninklijke Militaire School, met een zeer officiële uitnodiging, getekend door de Generaal-Majoor.
Wat ze in de KMS vooraf niet wisten, was het doel van deze invitatie.

Didier klopte aan de ingangspoort, met zijn gitaar en zijn lief bij de hand.
Hij had lang haar. Zij had er henna op gedaan en ze had ook typische hippie kledij aan. De milicien van wacht lachte zich een bult en twee geitenpoten toen hij de poort kwam opendoen voor dat hippie-koppel. Hij wist niet wat hem overkwam toen Didier hem dat papier van de generaal-majoor onder de neus stak.

Ik heb toen kunnen zorgen voor een demo-opname, met gitaar en zang, met de micro’s van het taallabo. Didier kon met enkele copies, bandopnames in witte doosjes, gaan solliciteren voor optredens.
Hij ging er ook mee naar EMI, die hadden toen een afdeling IBC, waar ze jong talent een kans gaven.
Zo heeft Didier, dankzij het Belgisch leger, vier nummers kunnen uitbrengen op “3 GUITARS”, een vinylplaat waar ook Paul van Suetendael en de toen nog totaal onbekende Erik Melaerts op staan.

  1. Didier Courtmans

op de foto rechts
© Dominique De Backer

op BROSELLA Folk 1977

There are currently no comments.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.