orgelpunt
1971 0724
ik kijk in mijn hand
om te schrijven
en daag demonen uit
hun greep
wurgt wijze gedachten
en stelt alle fabels
op een rij
wat nu nog overblijft
kan ook het zwijgen niet verklaren
luister
de adem
de adem draagt
vermoeid
de dagelijkse pijnen
de adem
waarop alles
waarop alles te lezen staat
maar
wat nunog overblijft
is met blindheid geslagen
en niemand
niet één vriend
is te vinden
die de waarheid
luidop lezen kan
niet één vriend
want
wat kun nog overblijft
kan alleen nog
met klei en leem
een nieuwe leegte scchapen
Kan alleen nog
in de aarde
bevend
de lijnen trekken
van een nieuw groot
orgelpunt