De VILLE de BRUXELLES
0 Comments

“Pour qui ils se prennent, ces Flamands ?”

“Pour qui ils se prennent, ces Flamands ?”

Eigenaardig genoeg is het vooral in verkiezingsperiodes dat het onderwerp “Vlamingenhaat” of “Walenhaat” weer volop aan bod komt in gesprekken onder Vrienden. Tussen de Gemeentelijke, die nog moeten komen, en de Federale, die voorbij zijn, praten we meer dan anders over de Gemeenschappen en de Steden. En, ’t is weer van dat …

Bij mij brengt dat dan ook weer enkele anecdotes uit mijn loopbaan aan de Ville de Bruxelles naar boven. Op vergaderingen gebeurde er altijd wel “iets” dat tegen de borst stootte.

Pour qui y’s’prennent, ceux-là ?

Zo was er die vergadering tijdens de lunch, waarbij een commissaris plotseling zei “Pour qui y’s’ prennent, ces Flamands ?”. Gezien ik gedurende de hele bijeenkomst alleen Frans had gesproken wist hij niet dat er een Nederlandstalige collega uit de Service de la Jeunesse rechtover hem zat.
Ik vroeg hem “Tu as des problèmes avec des Flamands?”
Hij was de verantwoordelijke commissaris voor de veiligheid op straatwerven.
Het zat hem dwars dat er op de signalisatie borden op een van die werven “TOEGANG VERBODEN – ACCES INTERDIT” stond. Waarop mijn vraag volgde: “Quel est le problème? Le texte est quand même dans les deux langues …” Zijn antwoord: “Oui, mais le Flamand d’abord! Pour qui y s’prennent ceux-là?”
Vrienden aan wie ik mijn reactie daarop vertel moeten altijd eens goed lachen.
Al toont het iets dat eigenlijk fundamenteel fout zit.
“J’ai une solution pour ton problème: si tu mettais le panneau à l’envers, tu aurais le Français au dessus et le Néerlandais en dessous … Wat denk je daarvan? … Je suis Flamand, ça te dérange?”
Dan plots sprak hij in ’t Brussels Vloms: “mo neije, mo ’t ès altaaid ’t aaigeste mettei Vloeminge”

 

C’est ça que vous voulez dire, Monsieur Vandenbergh ?

Op een andere vergadering, met het hele bestuur van het Departement Sport-Culture-Jeunesse, gebeurde er iets minder grappigs, maar zeker niet minder betekenisvol als het over de “taalgevoeligheden” gaat.
Al is de regel aan de Ville de Bruxelles, dat iedereen die het woord neemt, dat in zijn eigen moedertaal mag/kan doen,  sprak ik toch altijd Frans tijdens dergelijke vergaderingen. Anders moest je sowieso altijd van alles vertalen, voor diegenen die evengoed de taalpremie trokken, maar toch weinig uit de voeten konden met het Nederlands. En dat was toch alleen maar tijdverlies. Op die vergaderingen … die toch altijd al veel te lang duurden … met veel blabla …
Léon Zylbergeld was Docteur en Philosophie et Lettres (ULB), Directeur Général du Département Culture de la Ville de Bruxelles, Professeur à l’Université Libre de Bruxelles. Zijn adjunct-directeur had geen universitair diploma, maar was door de partij voorbestemd om Léon op te volgen. Ik had altijd al het gevoel dat dit een soort beloning moest zijn, omdat hij erin geslaagd was van de politici “uit de wind” te houden bij het Heizel drama (29 mei 1985). Maar goed: hij was wel heel goed tweetalig.
Zoals dat nog wel eens gebeurt, voelt “een meerdere”, soms de neiging om met plezier “een mindere” met een hoger diploma voor iedereen te kleineren, als hij daar de kans toe ziet.
En zo gebeurde het volgende …
Ik weet niet meer welk woord ik juist in het Frans had uitgesproken, toen hij voor iedereen de vraag stelde: “C’est ça que vous voulez dire, Monsieur Vandenbergh?”
Ik schakelde onmiddellijk over naar het Nederlands om mijn betoog, dat ik in het Frans begonnen was, gewoon verder te zetten. Zonder te reageren op zijn “aanval”. Gedurende de rest van de vergadering sprak ik alleen nog mijn moedertaal. Hij wou dan laten zien hoe goed tweetalig hij was … Bij elke fout die hij in het Nederlands maakte, deed ik altijd alsof ik “iets niet kon slikken”: ik kuchte, maar sprak gewoon verder, in het Nederlands, over het onderwerp waar we over bezig waren …
Ik herinner mij dat ik nogal veel gekucht heb en dat mijn collega’s snel door hadden welke boodschap ik daarmee wou overbrengen …

Ahlala …

Pour qui y’s’prennent, ces Flamands

 

0
You, YourSelf & RIE
0 Comments

2024 0613-17 – – – Welkom in Brugge

Welkom in Brugge

2024 0613-17

Brugge aan de Borst in de Spinolalei

 

 

Telkens we een uitvlucht vinden om voor een paar dagen naar Brugge te gaan, zij het voor een jazz evenement of voor een ander cultureel alibi, hebben wij het geluk van te mogen logeren in Het Huisje van mijn Goede Vriend
Geert Currinckx (24/03/1948-12/06/2012)
die wij nu al vele jaren missen

6 januari 2012 @ Eldorado Humbeek
(deze foto © Annie Boedt)

Elke keer, wanneer we door “Brugge die Scone” wandelen,
ontdekken we weer nieuwe, inderdaad Schone schatten,
die voordien aan ons oog verborgen waren gebleven.
Omdat we niet goed genoeg kijken. Zoals dit beeldje op de hoek van de Spinolalei en de Engelsestraat, dat we, onderweg naar het centrum, nu voor het eerst ontdekten.

 

 

Sint-Salvatorkathedraal 

Deze katholieke kerk, gewijd aan de Verrezen Zaligmaker en aan Sint-Donatiaan, de patroonheilige van  de stad Brugge, van boekenschrijvers en drukkers. Volgens de legende en het geloof wordt de voorspraak van Sint Donatius ook ingeroepen tegen bliksem, droogte, hagelbuien, onweer, overstromingen en storm. Hij kan tegenwoordig dus ook goed van pas komen.

We waren voordien nog nooit binnen geweest in de Sint-Salvatorkathedraal, de kerk waar de beruchte bisschop Roger Van Gheluwe de mis celebreerde.

Tegenwoordig moeten/mogen wij hem “Belgisch gelaïciseerd bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk noemen” en braaf zijn pensioentje blijven betalen. Want in ons land, waar Kerk en Staat (zogezegd) Wettelijk gescheiden zijn, is dit individu zich nooit voor het gerecht moeten gaan verantwoorden.

Deze Katholieke Kathedraal bezit dus niet alleen wereldfaam omdat er prachtige kunstwerken in bewaard zijn. Men kan er niet alleen heel wat Vlaamse Primitieven bewonderen, die helemaal niet primitief waren.

ESSE EST PERCIPI

Tegenwoordig staat er ook een recent monument in de kathedraal: “ESSE EST PERCIPI”.
Na de reeks “Godvergeten” op de VRT

gebeurde er verder niets met het ongenaakbare individu dat, voor de gewone brave zielen onder ons, nog steeds ongestraft rondloopt, alhoewel hij zoveel kinderen heeft misbruikt.

De Katholieke Kerk van België bleef de oude houding hanteren van “Wir haben es nicht gewußt” … tegen beter weten in.

 

Het Bisdom Brugge stemde er uiteindelijk toch in toe om deze herdenking aan de slachtoffers van seksueel misbruik in hun kerk te plaatsen.

 

Ik ben benieuwd of de paus, die in september 2024, ons land komt bezoeken, de tijd zal hebben/krijgen/nemen, om, in naam van al zijn paters, pastoors en bisschoppen die hun handen niet hebben kunnen af houden van andermans kinderen, vergiffenis te vragen aan alle slachtoffers.
Misschien kunnen diegenen die hem hebben uitgenodigd, de KUL, de UCL en onze Koninklijke Familie, daarvoor zorgen …???…
Wij, Brave Belgische Belastingbetalers, mogen wel mee opdraaien voor de kosten … al zijn in België Kerk en Staat zogezegd gescheiden !!!

Voor de rest staat die kathedraal,
net als de meeste andere kerken,
vol rijkdommen.
Al verdelen ze, naar het schijnt,
alle giften altijd “onder de armen”

(“onder hun armen”, bedoelen ze, denk ik).

 

Alleen al met het bladgoud op de kaders zouden ze heel wat armen kunnen uit hun armoede helpen !!!

Dit marmeren beeld van een rustende Aartsbisschop, die daar ligt te genieten van het “onderhoudsgeld” waar de Belgen voor zorgen, is uiteraard niet onze vriend Van Gheluwe. Het gaat om Jan Baptist de Castillion (21 juli 1743 – 26 juni 1753). Over hoe hij “Laat de kinderen tot mij komen” interpreteerde heb ik niets gevonden.

Roger Vangheluwe heeft in het Bisdom West-Vlaanderen “de plak gezwaaid” vanaf 3 februari 1985. Tot 22 april 2010 heeft hij rustig zijn gangen kunnen gaan en “af en toe” eens “een beetje te lief geweest” met een neefje en een aantal andere “kindjes” …
Diocesaan administrator Koen Vanhoutte heeft dan van 22 april tot 10 juli 2010 zoveel mogelijk de “rotzooi opgekuist” … al is dat tot op heden nog steeds niet goed gelukt. Ook de volgende bisschop, Jozef De Kesel (10 juli 2010 – 6 december 2015), bleef warm en koud blazen over het seksueel misbruik in de Kerk. Vanaf 4 december 2016 probeert de nieuwe bisschop, Lode Aerts, de stilte te koesteren … tevergeefs … Benieuwd wat Paus Franciscus Jorge Mario Bergoglio (Buenos Aires, 17 december 1936), de 266ste bisschop van Rome en paus van de Rooms-Katholieke Kerk daarover zal vertellen bij zijn bezoek aan België in september 2024 … dus toch nog vóór de gemeenteverkiezingen.

Ik heb een Klein Foutje ontdekt in de Tekst op deze foto :

“Franciscus gaat naar het banket, betaald door de Belgische Kerk.
Jan, slachtoffer van misbruik binnen de Kerk, gaat naar de voedselbank”

Moet zijn :

“Franciscus gaat naar het banket, betaald door de Belgische Belastingbetaler.
Jan, slachtoffer van seksueel misbruik binnen de Kerk, gaat naar de voedselbank”

Maar gelukkig …

is er nog zoveel meer
Schoonheid
te ontdekken in BRUGGE

zoals dit huis op de hoek in de straat naast de Sint-Salvator kathedraal

 

 

en het restaurant ’t Fonteintje op de hoek van het Simon Stevinplein aan de kant achter het monument.

 

 

 

Onlangs deden we een leerzame
BRUGGE wandeling met een interessante gids

Die leerde ons onder andere meer over Simon Stevin :

Simon Stevin was geboren in Brugge in 1548 en overleden in Den Haag of Leiden (men weet het niet zeker) in februari 1620. Hij was een wiskundige, natuurkundige en ingenieur. Hij introduceerde het decimale stelsel voor breuken in de westerse wereld en gaf de vestingbouw een wiskundige grondslag. Hij leverde als pionier vele bijdragen aan theorie en praktijk in wiskunde en natuurkunde en toegepaste wetenschappen als waterbouwkunde en landmeetkunde. Eigenlijk bedacht hij eigen wetenschappelijke termen, zoals “wiskunde”, “natuurkunde”, “scheikunde”, “sterrenkunde”, meetkunde”, evenredigheid”, “middellijn”, “noemer”, … 

 

Onder weg leerden we ook een en ander over een meridiaanlijn of middaglijn :
dat is de concrete vorm (materialisatie) van een deel van een meridiaan bijvoorbeeld in de vorm van een strip. Die lijn loopt precies noord-zuid.
Op de Grote Markt bij het laatgotische hoekhuis Bouchote, waar nu tearoom Meridian 3 gezeteld is, is iets bijzonders te zien. Op het dak van dat huis staat een met bladgoud beklede bol. Hoe die 50 cm grote bol daar kwam is een apart verhaal. Toen ergens eerste helft 19e eeuw de spoorlijn Brussel – Gent – Brugge werd geopend bleek dat de klokken in België niet overal gelijk liepen. Dat probleem wist professor Adolphe Quetelet, directeur van de Koninklijke Sterrenwacht van België, in 1837 in Brugge op te lossen. Op het plein vormen de koperen nagels een zogeheten middaglijn. En bovenop dat hoekhuis zette hij die bol neer, die een middagwijzer voorstelde. Wanneer de schaduw van de bol precies op de lijn valt is het exact 12.00 uur plaatselijke zonnetijd: de ware middag, het moment dat de zon op haar hoogste punt staat.
In Brussel bevindt de meridiaanlijn zich in de Kathedraal van Sint-Michiel en Sint-Goedele.

 

Aan de Koninklijke Stadsschouwburg bewonderden we het standbeeld van Papageno, een figuur uit de “Toverfluit” van Wolfgang Amadeus Mozart

 

 

Wanneer we in Brugge verblijven
gaan we meestal minstens één keer ontbijten
rechtover de Stadsschouwburg,
in de Patisserie VAN MULLEM,
bij Servaas Van Mullem & Didier Vinke

 

 

 

Telkens we in Brugge verblijven lopen we er meermaals voorbij …

De Berg van Caritate

Inderdaad, in de Langerei 7, niet ver van Het Huisje waar wij dikwijls mogen logeren, ligt het gebouw dat vroeger de Berg van Barmhartigheid van Brugge was van 1628 tot in 1975.

Alleen in BRUSSEL bestaat zo’n pandjeshuis nog !!!
en dat is het laatste in België !!!

Le Mont de Piété = Berg van Barmhartigheid

in de Sint-Ghisleinstraat 19-21-23 rue Saint-Ghislain
in de Marollen = 1000 BRUSSELS

BRUGSE TRIËNALE 2024

Voor de Brugse Triënnale 2024 (hedendaagse kunst en architectuur, verspreid over de hele stad) onder het thema “Spaces of Possibility” stonden de laarzen van de kat in het water …

In de wandeling heb ik er maar eentje gefotografeerd, van op de brug langs de Beenhouwersstraat

Er was geen tijd meer voor meer

Deze keer …

 

© Rie 2024 0725

 

 

 

 

 

0
De VILLE de BRUXELLES
0 Comments

1997 0207-11 – – – Lessen in Humanitas in Sarajevo en Brussel

Lessen in Humanitas
in Sarajevo en Brussel

1997 0207-11

“In naam en in opdracht” van de para-communale VZW “Jeugd in Brussel” … trokken Luc Van NOTEN en ikzelf van 7 tot 11 februari 1997 naar SARAJEVO
met de bedoeling om er te onderzoeken of we, samen met LA BENEVOLENCIJA en het UPJB
(Union des Progressistes Juifs de Belgique),

een “Culturele Uitwisseling” voor jongeren tussen Brussel en Sarajevo op poten zouden kunnen zetten.

Op vrijdag 7 februari 1997 vertrokken we naar Sarajevo via Zürich en op dinsdag 11 vlogen we al terug vanuit Sarajevo via Zagreb en Frankfurt. Meer was ons door de Ville de Bruxelles niet gegund.
We beleefden zeer leerzame dagen in Sarajevo. Spijtig genoeg was ons verblijf veel te kort om dieper in te gaan op de vele fijne ontmoetingen die we daar hadden met mensen van het bijna totaal plat gebombardeerde Sarajevo. Mensen uit de politiek, maar ook uit de culturele sector: opera, toneel, film, jazz, wereldmuziek … Veel te weinig tijd om er echt van te genieten. Maar we waren er om te werken …

We kregen er wel een resem lessen in Humanitas !!!

We bezochten onder andere de Minister voor Jeugd in Sarajevo en stelden hem voor om uitwisselingen te organiseren tussen Brusselse jongeren en jeugd uit Sarajevo. Of om in Brussel stages te organiseren voor jongeren uit Sarajevo. Zijn antwoord was ontluisterend:
“Alstublieft, kom onze jeugd hier niet weghalen, want dan komen ze niet meer terug.”

“België heeft al heel veel gedaan voor Sarajevo” vertelde de man verder. “Er werd een kolossaal budget geïnvesteerd om ons opnieuw licht te verschaffen. Electrabel is hier elektriciteitskabels en -palen komen installeren. Allemaal Belgisch materiaal, door Belgisch personeel naar hier gebracht en afgewerkt. Nu hebben we weer licht in onze straten”. We moesten even slikken, want we hadden zijn discrete boodschap zeer goed begrepen: België had eigenlijk Electrabel gesponsord onder het mom van hulp aan Sarajevo. Geen inwoner van de stad heeft er werk gehad, geen mens heeft er een cent van gezien. De miljoenen gingen rechtstreeks in de kassa van Electrabel.

De Minister voor Jeugd van Sarajevo raadde ons ook aan om goed te kijken als we na de bijeenkomst uit zijn kabinet buiten kwamen: “De kerk en de moskee zijn intact. Onze opera, onze bibliotheek, onze theaters, onze musea, … die zijn allemaal plat gebombardeerd.”  Toen we weer op straat stonden zagen we inderdaad één kogelgat in de gevel van de kerk (van een schele scherpschutter?). Alle gebouwen daaromtrent waren plat gebombardeerd. Verderop zagen we ook dat de minaret van de moskee nog overeind stond.

Wat mij nog het meest getroffen heeft, was toen de man vertelde hoe hij tijdens de oorlog telkens voor een dilemma stond toen hij een kopje thee wou drinken:
“Welk boek zal ik deze keer opofferen, om het papier te gebruiken om water te koken”

In “bericht uit Gaza” in De Standaard van 29 juni 2024
las ik dat de dichter Muhammad al-Zaqzouq het volgende schreef :
“In al die jaren die ik had besteed aan het verzamelen van mijn
bescheiden bibliotheek, was nooit in me opgekomen dat ik
een boek zou moeten afwegen
tegen een stuk brood voor mijn kinderen”

In Sarajevo sliepen Luc en ik in de kamer van de zoons van het gezin waar we logeerden. Hun kinderen waren tijdens de Bosnische Burgeroorlog naar de Verenigde Staten gevlucht om daar te gaan studeren. Het was een religieus gemengd gezin, Joods en Islamitisch, wat in Joegoslavië voordien niet ongewoon was. Vader en moeder waren allebei lid van LA BENEVOLENCIJA en deden er vrijwilligerswerk.

Exposition photos Edward Serotta

Na onze terugkeer zouden we, samen met de Service de la Jeunesse, allerlei activiteiten organiseren rond een tentoonstelling van foto’s uit Sarajevo van de
Amerikaans-Joodse fotograaf Edward Serotta.  

We hoopten Brusselse scholen uit te nodigen om deze tentoonstelling te bezoeken en zodoende de Brusselse jeugd te doen nadenken over het samenleven van mensen met verschillende origines. Nadenken over waar racisme en discriminatie zoal kan toe leiden. Nadenken over hun toekomst in onze maatschappij …

De tentoonstelling werd geboycot door het kabinet van de Schepen voor Jeugd van de Stad Brussel,
“Parce que c’est organisé par un Flamand”.
Een beter voorbeeld van de noodzaak van een dergelijke tentoonstelling kan je moeilijk bedenken.

Een telefoontje van de UPJB aan de burgemeester François-Xavier de Donnea zorgde ervoor dat de zaak gedeblokkeerd werd en dat de tentoonstelling toch moest georganiseerd worden.
Uitnodigingen werden verstuurd naar pers en notabelen. Speeches werden geschreven.
De tentoonstelling werd ingeleid door de burgemeester en de schepen voor jeugd, Marion Lemesre. Ook de Schepen voor Vlaamse Aangelegenheden, Manu De Rons, mocht het woord voeren.
De voorzitter van LA BENEVOLENCIA, Jacob A. Finci kreeg het laatste woord.

Maar dat die tentoonstelling toch moest doorgaan, dat zinde de kabinetschef van de schepen voor jeugd niet!

Hij zorgde ervoor dat de tentoonstelling daags na de opening weer gesloten was. Ik vernam dat van een journalist van LE SOIR, die me belde omdat hij niet was kunnen komen naar de officiële opening, maar dat hij toch nieuwsgierig was naar dit project. Nadat hij voor een gesloten deur stond aan de tentoonstellingszaal van het stadhuis had hij het kabinet van de schepen gebeld, waar men hem meldde dat de tentoonstelling verder niet kon doorgaan “Parce que ce …C… de monsieur Vandenberghe n’était même pas capable de prévoir des gardiens pour l’expo” Ik stuurde de journalist een kopie van mijn weken voordien aan het kabinet overgemaakt bestelbon voor bewakers, om hem duidelijk te maken dat het niet ging om een misverstand maar gewoon om doodsimpele Vlamingen haat.

De tentoonstelling werd dan opnieuw geopend dankzij enkele animators van de jeugddienst, die als vrijwilligers de foto’s bewaakten. Ze namen hiertoe zelfs verlof om dit mogelijk te maken !!!

Terwijl deze trieste communautaire toestanden verder nog heel lang aan de gang waren, zaten Luc Van Noten, coördinator van de VZW JiB, Jakob A. Finci, voorzitter van LA BENEVOLENCIA, Lt-General Francis Briquemont, die gedurende de Bosnische Burgeroorlog aan het hoofd stond van de UNPROFOR missie in Sarajevo, Bernard Adam, generaal, militair geneesheer, dichter, schrijver, kunstenaar … en ikzelf …

met Prins Laurent in Hotel Metropole

 

Het jaar nadien

nodigde de VZW “Jeugd in Brussel”
een hele klas kinderen van een lagere school uit Sarajevo uit op Paasvakantie.
Er was ook opnieuw een tentoonstelling gepland. Dit keer waren het tekeningen die door die kinderen gemaakt waren terwijl hun school gebombardeerd werd. Samen met hun onderwijzers verscholen ze zich achter uitgebrande auto’s terwijl ze die tekeningen maakten.

Om de communautaire strubbelingen van het vorig jaar te vermijden, organiseerden we die tentoonstelling deze keer in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. Ze hingen daar heel schoon, in de galerij van de KVS. Er kwam een Professor Kinderpsychologie van de VUB aan te pas, die de kunstwerkjes van de kinderen geanalyseerd had en er voor de bezoekers de nodige duiding bij gaf. Ze vertelde wat er in die tekeningen zoal van boodschappen verscholen zaten.  De tekeningen waren mooi ingekaderd.

We kregen ook een blitzbezoek van de heer Reginald Moreels, die toen minister van Ontwikkelingssamenwerking was in de regering Dehaene II. Hij gaf een korte, maar krachtige inleiding om de tentoonstelling voor open te verklaren. Hij kon niet lang blijven want werd in de senaat of in het parlement verwacht. Ik zie hem nog razend kwaad de KVS verlaten, geschandaliseerd omdat hij de enige politieker was die een zo fantastisch initiatief kwam steunen.
De Schepen voor Vlaamse Aangelegenheden had hij niet mee gerekend. Die was ook altijd zo bescheiden.

Voor de rest van de Paasvakantie logeerden de kinderen van Sarajevo in het Domaine de Combreuil in Braine-le-Comte, bij het hellend vlak van Ronquières, een vakantieoord waar de ASBL “Jeunesse à Bruxelles” in samenwerking met de Jeugddienst van de Ville de Bruxelles de Brusselse kinderen ontspanning aanbiedt in een groene omgeving.

De kinderen van Sarajevo werden ook regelmatig met de bus van de Jeugddienst van de Ville de Bruxelles afgehaald om een daguitstap te doen … naar de zoo en zo …

 

Kinderen die opgroeien in oorlogsgebied

De trauma’s van kinderen die opgroeien in oorlogsgebied zijn niet te onderschatten.
Zo’n veertien dagen Paasvakantie in België zal niet al dat leed weggeveegd hebben dat men in hun tekeningen kon ontwaren. Maar, met de VZW “Jeugd in Brussel” hebben we toch iets gedaan !

 

In 2017 werd er in Sarajevo een WAR CHILDHOOD MUSEUM geopend. De initiatiefnemers hadden inspiratie gehaald uit het boek “War Childhood” dat Jaminko Halilovic uitgebracht had in 2013.
De collectie van het museum bevat een aantal persoonlijke bezittingen, verhalen, audio- en videogetuigenissen, foto’s, brieven, tekeningen en andere documenten die een waardevol inzicht geven in de unieke ervaring van opgroeien in oorlogstijd.

In 2018 ontving het War Childhood Museum de Museumprijs van de Raad van Europa, een van de meest prestigieuze prijzen in de museumindustrie : European Museum of the Year Award.

4
poetRIE
0 Comments

1971 0924 – – – tot de merels roepen

tot de merels roepen

1971 0924

tot de merels roepen
zitten we samen
in de dolle mol
en kaarten
onze glazen leeg
en de dag open

en
heel vroeg dan
in de morgen
gaan we
elk zijn kant uit

op een podium
de clown uithangen

en
tot vanavond
vriend

0