De VILLE de BRUXELLES
0 Comments

1976-2007 … Verhuizen Zonder Vandergoten … Part 2

Zonder Vandergoten

Samenvatting Part 1

Mijn eerste bureautje aan de Stad Brussel
Sint-Katelijnestraat 11
Mijn eerste verhuis
naar het Administratief Centrum Anspachlaan
Mijn tweede verhuis
terug naar de Sint-Katelijnestraat
Mijn derde verhuis
naar de Keizerinnelaan
Mijn vierde verhuis
nog eens terug naar de Sint-Katelijnestraat

Over naar Part 2

Mijn vijfde verhuis

We moesten onze metalen kasten en al onze dozen met dossiers en bureel benodigdheden zelf verhuizen met de blauwe Renault Xaviem camionette van de Service de la Jeunesse, want de Jeugddienst werd nu gevestigd in de voormalige brandweerkazerne van architect Joseph Poelaert (de Schieven Architect) op het Vossenplein, nog voor de verbouwingen … rénové en 1985-1989 par les architectes H. Gilson et E. Henry

Ik herinner mij dat er een pracht van een turnzaal was, waar de pompiers voordien dagelijks in oefenden om de muren op te klauteren. Met trapezen, vangnetten, metershoge sportramen, … en dat wij ons ook wel eens een enkele keer van de hogere verdieping langs zo’n buis naar beneden lieten schuiven, zoals je dat alleen nog in sommige films kan zien.

Ik zat toen in een bureau waar het plafond vier meter hoog was en waar de bovenste ruit uitgegooid was … daaronder stond een driefasig elektrisch verwarmingstoestel de hele dag zijn uiterste best te doen om het lokaal te verwarmen.
Toen ik onze baas erover aansprak dat het ding nogal kostelijk was aan verbruik, antwoordde hij “On va bientôt déménager” … wat pas vele maanden later gebeurde …

Mijn zesde verhuis

was naar Laken. Het was de bedoeling dat we ons in het Willemsplein 15 zouden vestigen, maar dat was op dat ogenblik niet onmiddellijk bewoonbaar … Dus werden we eerst boven het Huis voor het Kind “gehuisvest”, in het nummer 13 of zo.

La première Maison des Enfants du Service Jeunesse de la Ville de Bruxelles a été inaugurée en 1980, à la Place Willems 10.

Op het Willemsplein werden toen ook tal van activiteiten georganiseerd door het Gemeenschapscentrum Nekkersdal en door de VGC (Vlaamse Gemeenshaps-Comissie).

Zo maakte ik er kennis met Rik Fobelets, die toen, vanuit het GC Nekkersdal,  veel wijkprojecten op gang trok. Er waren onder andere woensdag- en zaterdagnamiddag activiteiten met “Bardaf”, waar later ook het Jeugdhuis “Montana” uit was ontsproten. Daar leerde ik Nic Sercu kennen, directeur van het jeugdhuis. We werkten samen heel wat activiteiten uit voor de hele wijk, samen met de jeugd uit de buurt.

Ann Stalpaert (links van mij op de foto)
was ook een van de drijvende krachten
die de jongeren in de buurt begeleidde.

Mijn zevende verhuis

Ondertussen waren we dan toch naar het nummer 15 op het  Willemsplein verhuisd.
Daar had ik mijn bureau op de tussenverdieping. Mijn deur stond altijd open. Van in de traphal kon men mij zien zitten. Boven mijn hoofd zag men dan ook enkele “boodschappen” aan de muur hangen, zoals, bij voorbeeld:

“It’s a dog’s life to be houdend every day”
en
“SEX-COLLEGA = EX-COLLEGA”.

Ik kon ook iedereen zien binnen en buiten gaan. Zoals, bij voorbeeld, toen ik die scène meemaakte van “Maint’nant que tu peux plus m’baiser, tu m’vires”, waarvan het gedetailleerd relaas elders in mijn “RIEke Blogt” te vinden is.

Het moet kort daarna zijn, dat er een voor mij (en ook voor BROSELLA) belangrijke beslissing werd genomen op het college, op 7 oktober 1988. 

Maar wat toen gebeurde tart elke verbeelding. Ik zal hier een afzonderlijke pagina aan wijden, maar ik geef het hier al in het kort even mee. Ik werd begin oktober 1988 geconvoceerd bij de baas om me daar te horen zeggen dat ik per direct niet meer voor de Jeugddienst werkte, maar dat ik mij moest gaan melden bij de schepen voor Schone Kunsten.

Dat was ook weer aanleiding tot …

Mijn achtste verhuis

Aangezien er in de dienst Schone Kunsten geen bureau voorzien was voor mij, moest ik gedurende de eerstvolgende twee weken dagelijks in de Militiezaal van het stadhuis gaan zitten met een handmatige klik teller zoals hier op de foto, om het aantal bezoekers te tellen dat de tentoonstelling kwam bekijken. Dat van mij, toen, was een rood exemplaar … en uiteraard antieker.

Kleine anekdote :
Ik herinner mij dat de heer Vic Anciaux, die toen gemeenteraadslid was en altijd de tentoonstellingen bezocht vooraleer hij naar de vergaderingen ging, nogal opkeek toen hij daar RIEke van Brosella zag zitten. Maar hierover dus elders meer in rieke.brussels …

Mijn negende verhuis

Na die twee weken “bezoekers tellen” was er dan eindelijk toch een bureau voor mij klaargemaakt bij de Dienst Schone Kunsten en Culturele Animatie, op de vierde verdieping van het gebouw op de Keizerinnelaan 55, rechtover de Sint-Michiels & Sint-Goedele Kathedraal.

Op deze negende verhuis volgde een petitie die uitging van een aantal animators van de Jeugddienst, nadat ze vernomen hadden dat ik er voor hen niet meer was …

Ook dit verhaal verdient wat meer details, die ik wel eens elders in rieke.brussels vertel, want die waren bepalend voor …

Mijn tiende verhuis

Zo verhuisde ik dus in januari 1989 naar het Cabinet de Monsieur Guy Levacq, Échevin des Espaces Verts, de la Jeunesse et de l’Économat. Het bureau was gelegen in de Nieuwbrugstraat, boven de garage van de Groendienst.

Het gevolg van mijn tijdelijke “overplaatsing” naar het kabinet van de Schepen voor Jeugd was, dat ik tegelijk kabinetsmedewerker was, maar ook animator-coördinator voor de animators van de Jeugddienst.

Bovendien werd mij ook “toegestaan” om me verder te ontfermen over het festival BROSELLA Folk & Jazz, dat ik in 1977 had gesticht. Al was er toch weer een zoveelste poging geweest om het van mij te ontfutselen … Hierover elders meer …

Maar dat alles, samen met het overlijden van mijn vader, gaf zo’n overladen takenpakket, dat ik er toen onderdoor ben gegaan. Er werd in die tijd nog niet veel gepraat over “burn-outs” of “depressies”, maar ik zat daar plotseling wel heel diep in …
zie hierover “1992: Mijn Burn-out werd Mijn Depressie”

Mijn elfde verhuis

… kwam er na een maandenlange periode van ziekteverlof en het ging gepaard met “heel hard aan mezelf werken” om verder uit die depressie te geraken. Er werd niet veel gedaan om het mij gemakkelijk te maken. Wel in tegendeel. Na redelijk gespannen gesprekken bij de schepen mocht/moest ik terug naar de Jeugddienst, die ondertussen opnieuw op het Vossenplein in de gebouwen van de oude brandweerkazerne gevestigd was, in de totaal gerestaureerde zolderverdieping. Daar moest ik dan de directeur vervangen die in ziekteverlof was om niet meer terug te komen. “Zijn” secretaresse was ook ziek om niet meer terug te komen. Bovendien hadden sommige “collega’s” mij ook liever niet zien terugkomen …

Ook hierover kan je elders in rieke.brussels meer terugvinden in de stukjes over
“De VILLE de BRUXELLES”

 

0
poetRIE
0 Comments

1969 ??? – – – Salvador Dali & Metamorphosis of Narcissus @ Tate Modern Gallery

siklus

Salvador Dali
&
Metamorphosis of Narcissus

 

1.

ik heb je zien groeien uit het ei

gebroed door de koele baren van het meer

terwijl de woorden van je lippen geplukt mij geselden

en je vingers meeldraden donzig mij streelden

in de schaduw van je stenen hand

 

2.

je bent opgestaan

en nederig het hoofd geboren

heb je me begroet

het meer was duizend spiegels

wachtend op de blinde nacht

 

3.

ik heb je naakt zien dansen

tussen honderden

de meest betoverende dans

vol vuur van overtuiging

en toch met ingehouden bloed

en in de groeven van je hart

een speurend oog

 

4.

nu sta je alleen op het schaakbord

en telt de zwarte tegels

je bent de enige overlevende

de laatste zon weerspiegeld

in het laatste meer

Henri Vandenberghe
ergens in 1969 ???
at the Tate Modern Gallery

5
poetRIE
0 Comments

2024 0401 – – – Geheugenverlies *

2024 0401

Geheugenverlies

Mijn luiheid
Speelt mij parten
Geheugenverlies
Speelt solo slim

Geheugenverlies
Wordt dezer dagen
Steeds bangelijker

Blijf toch wakker
Wijze burger
Meelopers worden
In slaap gewiegd

Geheugenverlies

Het monster blijft
Zich vermenigvuldigen

Gaat
En vermenigvuldigt U
Zegden ze

Ze noemden het
Naastenliefde

Ze voerden oorlog
Voor de Vrede

Hun boodschap was nooit
En nog steeds niet :
Ga
Helpen
Redden
Beschermen
Getuigen

Wordt wakker
Geheugen
Verlies geen tijd meer

*
geïnspireerd
door het interview met
de 90-jarige Koenraad Tinel
in De Standaard Weekend
30, 31 maart, 1 april 2024

2
poetRIE
0 Comments

2024 0211 – – – Luister


Luister

2024 0211

Luister
de wind kraakt
in je hoorapparaat
steeds paraat
voor goed en kwaad
en overdaad

Maar …
het is al laat !

Luister
je staat
kordaat
in de smalle straat

kletterende kasseien
lawaai te verwensen
geluidshinder
verhinderde stilte

terwijl je kwaad
razend
snelle wagens
gade slaat

 

Luister
naar het gefluister
in het duister

 

Stil

 

1
POLLEN & SOKKEN
0 Comments

Een GDPR wandeling 2024 01 29

Een GDPR wandeling

2024 01 29

General Data Protection Regulation (EU GDPR)

De Zorgzame Huisartsen

Lang geleden, toen de mensen nog met elkaar spraken, hadden de meesten ook één vaste huisarts, die desnoods ook bij hen thuis hun bloeddruk, hartslag en eventuele koorts kwam meten. Als je bij hem op consultatie ging, dan haalde hij je persoonlijk dossier uit de schuiven van zijn metalen meubel. Daarin waren je vorige bezoeken nog met inkt genoteerd: datum, uur, voor welke kwalen je welke pillen moest halen, of naar welke specialist je verdere onderzoeken moest laten doen, en dergelijke. Hij/zij vond àlles terug. Er ontbrak geen enkel belangrijk feit. Niets ging verloren … 

Nu, in deze online tijden, moet men àlles via computers, tablets of smartphones geregeld krijgen. Afspraken bij de bank en bij hospitalen gebeuren liefst langs internet. Geneesheren verenigen zich in groepspraktijken, Huisartsen werken nu samen in team aan een betere work-lifebalans voor ieder van hen. Ze kunnen de dossiers van hun patiënten online bewaren … niet meer op steekkaarten of papieren  in fardes. Praktisch toch ?

Maar … hoe zit het dan met de “Privacy” wetgeving ? Hoe moeten ze nu omgaan met die GDPR ?
Blijkbaar mag je huisarts het resultaat van je scan niet zomaar per mail sturen. Hoe ‘raar’ is dat ? De Aldis, Carrefours, Colruyten, Delhaizen, Krefelssn, Liddls, VandenBorres, en dergelijke van deze Online Wereld “spammen” er lustig op los … Maar je persoonlijke huisarts ? Die mag/kan je persoonlijke documenten niet zomaar naar zijn persoonlijke patiënt sturen …???…

Het Positieve van die GDPR regels

Het Positieve van die GDPR regels is dat ik die ochtend, zonder vooraf uitgewerkt plan, iets meer dan 3.000 stappen heb gedaan om het resultaat van de NMR te gaan halen die duidelijkheid moest brengen betreffende de pijn, van heup tot teen, in mijn linkerbeen. Dankzij de GDPR regels !

Regels respecteren

Mijn GDPR wandeling bracht mij door de Kerkeblok-hondendrol-weg, langs de achterkant van een van de plaatselijke woonzorgcentra, met een privaat parkje dat echter ook voor de voorbijganger toegankelijk is.

Op voorwaarde dat deze regel voor dierenbescherming gerespecteerd wordt.

Maar, toen ik bijna ter hoogte van dat toegangspoortje kwam, zag ik een dame met haar hondje uit het parkje komen. Zonder leiband.

En … iets verder … en redelijk verse, nog lichtjes in de kou dampende hondendrol …

Op weg naar de kerk …

Dankzij  GoD zij gePRezen 

maandag 29 januari 2024

0
POLLEN & SOKKEN
0 Comments

Onze-Lieve-Vrouw Van Grimbergen

Onze-Lieve-Vrouw Van Grimbergen

De Onze-Lieve-Vrouwstraat in Grimbergen werd al ongeveer twintig jaar tot ZONE 30 verklaard.
Toen we de burgemeester die daarvoor had gezorgd gingen bedanken en hem tegelijk vragen of hij dan ook het nodige kon doen om de 30 te handhaven, antwoordde hij:
“Da’s wel tràààg hé”

De foto hierbij (© RIE) is veel recenter. Dat kan je zien aan de gestolen spiegel bovenaan de verkleurde oude verkeersborden, met daaronder het bord met “BUURT INFORMATIE NETWERK – SAMEN ZORGEN WE VOOR VEILIGHEID” … en aan de kasseien, de klinkers op de lage drempel (om de vrachtwagens niet te beschadigen werd het inderdaad een “bult om je een bult mee te lachen”), verder weer kasseien en, net voor het gemeenteplein, nog een stukje van het asfalt (zie hieronder) van toen …

Onze-Lieve-Vrouwstraat 15

Hier wonen wij nu al van in november 1978. We huurden het huis toen voor 4.000 BEF per maand. De eigenaar, meneer Houthuys, tuinier van het koninklijk paleis te Laken, kwam de centen halen om ze onmiddellijk naar, het rusthuis te brengen waar zijn moeder toen leefde. “Dat is net genoeg om haar kousen op te trekken: vijftig frank naar omhoog, vijftig frank naar omlaag”, zei hij.

   

Op 17 mei 1979 traden we in het huwelijk in het gemeentehuis van Grimbergen.
We kochten het huis op 18 mei 1981 en begonnen meteen aan verbouwingswerken, want het stond eigenlijk op invallen. Na een tienjarenplan dat twintig jaar geduurd heeft, werd dit het mooiste huisje van de Onze-Lieve-Vrouwstraat … die nu eigenlijk meer gelijkt op een Steenweg: het is een enorm drukke straat geworden. Sinds recente “mobiliteitsplannen” moet omzeggens iedereen door het smalste straatje van het gemeentecentrum om naar de bank of de school of de kerk of het gemeentehuis te gaan.

De laatste jaren trachten we het gemeentebestuur attent te maken op de geluidsoverlast die veroorzaakt wordt door dat vele verkeer op die kasseistenen.

zie De Morgen
21 mei 2021

Meestal krijgen we geen gehoor. Soms worden we zoet gehouden met “We zijn het aan’t bestuderen” of ook “We zijn ermee bezig”.

Blauwe, Groene, Oranje schepenen en burgemeesters hebben zich over het probleem “ontfermd” … zonder enig resultaat. Ze blijven er wel nog steeds over nadenken hoe ze het eventueel zouden kunnen oplossen /;-) Al onze persoonlijke suggesties bleven dode letter.

Soms wordt ook het argument “historisch karakter van het centrum” uit de gemeentelijke collegeschuiven boven gehaald, om het voortbestaan van de kasseien te verantwoorden. De meeste leden van het gemeentebestuur zijn te jong om te weten dat de Onze-Lieve-Vrouwstraat vroeger geasfalteerd was. Sommigen, die dat wèl weten, doen alsof ze aan geheugenverlies lijden.

 

 

Het Laatste Nieuws
van 28 augustus 2007.

Ja …
toen was er al een ZONE30 zonder enige handhaving …
Nog nooit heeft er zelfs maar 1 flitspaal in de
Onze-Lieve-Vrouwstraat gestaan.
“De straat is te smal daarvoor” was eens het antwoord van de commissaris.

 

“Historisch karakter”

Dat “historisch karakter” blijkt dan niet belangrijk te zijn als het gaat om
de Belgische vlag op de kerktoren of de vervanging van de straatlantaarns
want die zijn ondertussen verdwenen …

De basiliek van Grimbergen

Van acht uur tot twintig uur luiden de klokken het uur: eerst horen we een lied, zoals “Für Elise” van Beethoven of “Ave Maria” van Gounod, of andere, soms modernere songs. Op het half uur krijgen we één enkele tik op een klok te horen om ons te melden hoe laat het is.

Elke ochtend om zeven uur worden wij uitgenodigd voor het getijdengebed of “goddelijke officie”
Om kwart voor negen luiden de klokken om de Norbertijnen ter gebedsstonde uit te nodigen, want om negen uur is het tijd voor “het terts officie”. De terts is een van de kleine getijden. Het staat voor het derde uur, dat vroeger varieerde omdat de uren ’s winters korter waren dan ’s zomers. Tegenwoordig wordt de terts meestal gebeden rond negen uur ’s morgens.

Persoonlijk heb ik daar allemaal niet veel mee te maken, want “geloven” is zo mijn ding niet. Maar ik respecteer ieders keuze. We moeten van onze Vrijheden genieten …!!!… zolang dat nog kan.

BEIAARDCONCERTEN

Ik ken mensen die verhuisden omdat ze dat “lawaai” niet konden verdragen … maar die missen nu ook de mooie zomerse beiaardconcerten. Die muziek is echt de moeite waard! Het programma is te vinden op de website van de Beiaardvrienden van Grimbergen: https://beiaardvriendengrimbergen.be.
Vanuit onze tuin kunnen wij voluit van die concerten genieten. Zowel die van de vaste beiaardier Twan Bearda als van jonge en minder jonge talentvolle gastbeiaardiers.
Ik herinner me nog de persoonlijke inspanningen van Rien Aarssen, die destijds, zonder enige steun van de gemeente, de beiaard van Grimbergen een nieuw leven heeft geschonken. Tegenwoordig mogen de Beiaardvrienden wèl op wat steun van het gemeentebestuur rekenen. Gelukkig …!!!…
Want het “historisch karakter” van zo’n beiaard is overduidelijk.

Zij die wat verder uit het centrum, maar toch nog in GRIMBERGEN, afhankelijk van in welke richting dat ze de dorpskern hebben vermeden, zijn gaan wonen kunnen, kunnen dan misschien minder genieten van de vele vliegtuigen die over onze gemeente hun bochten nemen om naar verre of minder verre bestemmingen te vliegen: de hele dag … maar ook ’s nachts …!!!… maar ze missen dus ook het “historisch karakter” van de mooie muziek uit de kerktoren.

Ooit zag ons huisje er zo uit :

Van “historisch karakter” gesproken …

 

Deze foto kregen we van onze buurman.

Hij was 80 toen hij ons die schonk en 10 toen hij aan die voordeur stond.

Toen was er zelfs nog geen asfalt op de straat.

Later wel …

En nog later …

Kasseistenen …

Op deze oude foto lijkt het nog meer op een veldweg.

Als dat geen
“historisch karakter” is …???…

Stel je voor dat alle vergunningen alleen nog afgeleverd worden voor bouwplannen met “een strooien dak” …/;-)…

 

Henri (RIEke) VANDENBERGHE
12 januari 2024

261
SCHATTEN OP ZOLDER
0 Comments

2023-2024 “Jaarwisselingsnostalgie”

2023-2024
“Jaarwisselingsnostalgie”

In de periode van eind december worden er graag lijstjes gemaakt van de beste, leukste, lekkerste, knapste … gebeurtenissen van het mijn voorbije jaar.

Mensen verzenden hun Beste Wensen met de post, maar tegenwoordig ook veel online, per mail, met WhatsApp, via Instagram, op Tik-Tok, enz. … en dat, tot in de eerste helft van januari.

Met Vrienden worden ook dikwijls mooie herinneringen opgehaald. Zowel recente verhalen als leuke herinneringen van lang geleden worden dan weer boven gehaald. Onlangs had ik het nog met enkele Vrienden over onze oudejaarsnachten in TSLEUTELGAT, Jeugd- en Cultuurcentreum te Haren, Brussel.

We hadden het onder andere over de oudejaarsnachten die we samen in ons lokaal doorbrachten. Dat waren nog eens heuglijke gebeurtenissen. Om deel te nemen werd er eerst ingeschreven en betaald. Hoeveel Belgische Franken dat kostte? Dat weet ik niet meer. Enkele bestuursleden gingen dan met de totaalsom op 30 december boodschappen doen in de MAKRO in Machelen en op 31 december werd dan een voorgerecht, een hoofdschotel en een dessert klaargemaakt. Alles aangepast aan het aantal Tsleutelgatters die op die oudejaarsnacht zouden aanwezig zijn. Ook de flessen wijn waren geteld. We brachten altijd wel wat flessen in overschot mee, zodat die dan de avond zelf nog konden aangekocht worden … door wie niet genoeg had als het eerlijk verdeelde aantal op was. Dat gebeurde allemaal nogal zorgvuldig. Alles werd eerlijk verdeeld.
Al herinner ik mij dat er toch eens een koppel ons hadden trachten te bedriegen: ze hadden drie flessen onder hun bank verstopt waar ze hoopten aan te beginnen als de bel ging dat de voorziene voorraad opgebruikt was. Maar ik had het gezien en stoof recht naar die bank en riep dan, zodat iedereen het kon horen: “Sorry. Ik was mis. Er zijn toch nog drie flessen rode wijn te verdelen”.

 

 

Die oudejaarsnachtfeesten gebeurden verkleed onder thema: één jaar was dat “150 jaar België”; een ander jaar was het thema “de filmwereld” … “Cabaret”, “Clockwork Orange” en vele andere werden op zeer creatieve wijze uitgebeeld.

 

 

En zeggen dat wij ons later niet graag meer verkleedden. “Het kan verkeren” zei Bredero.

Wat hebben we toch fantastische tijden gehad in dat TSLEUTELGAT

6
SCHATTEN OP ZOLDER
0 Comments

2024 Nieuwjaarsbrieven aan mijn overleden ouders

Nieuwjaarsbrieven 2024

aan mijn reeds lang geleden overleden ouders


Louiza Cabergs en Jacques Vandenberghe
huwden op 22 augustus 1945

Na vijf jaar geduld omwille van de Wereldoorlog 1940-1945 konden ze niet meer wachten. Niet dat er haast bij was … ik werd toch pas in 1947 geboren … Maar de vijf jaar krijgsgevangenschap van mijn vader had het verliefde koppel lang genoeg op de proef gesteld.

De doos met de liefdesbrieven die mijn vader, Gefangennummer 9753, Stalag VA geprüft, per Kriegsgefangenenpost stuurde naar Melle Cabergs Louisa te Tienen, Hoegaerdestr 13, is een van de weinige zaken die ik van mijn ouders erfde.

Nieuwjaarsbrief aan mijn Moeder


Louiza Cabergs (°16/01/1922 – ✝30/12/2010)

1 januari 2024

Liefste MaMa

Ik ben je zo dankbaar voor wat je voor mij en PaPa allemaal gedaan hebt. Je hebt je hele leven lang zo je best gedaan om die stoute jongen en die zatte vent manieren te leren. Gedurende de eerste zeven magere jaren, met weinig geld maar veel liefde, zal het voor jou nog wel rozengeur en maneschijn geweest zijn. Maar dat bleef niet duren. Ik ga hier, in deze nieuwjaarsbrief, niet onze hele geschiedenis uit de doeken doen. Je weet beter dan wie ook wat je allemaal hebt moeten doorstaan.

Dat ik je gedurende mijn kinderjaren met allerlei kwalen en in mijn pubertijd met koppige schavuitenstreken meer tot last ben geweest dan een gemiddelde brave zoon, daar wil ik hier ook niet verder over uitweiden. Dat doe ik misschien nog wel eens in “Mijn Boek”, waar ik al zo lang van droom en over spreek, maar dat ik uiteindelijk toch wel eens zal moeten schrijven.

Maar ik ben je vooral dankbaar, MaMa, dat je me, op het einde van je leven, in je laatste maanden, de “sleutel” hebt gegeven van het enigma dat mij mijn hele leven een raadsel was gebleven. Voordien had ik niet begrepen waarom ik nooit goed genoeg was om ook de affectie te krijgen die ieder kind van zijn moeder zou moeten mogen verwachten. Toen je dat ondraaglijke eindelijk uitspuwde dat je vanaf mijn geboorte tot je laatste dagen hebt moeten dragen, “Het is uw schuld dat je geen zusje of geen broertje hebt gehad”, begreep ik pas waarom ik “te dom en te lui”  was om te gaan studeren. Al heb ik je toen toch kunnen overtuigen, omdat ik zelf wel ging werken om mijn studies te betalen. Dat ik zonder kleerscheuren mijn diploma van leerkracht voor het lager secundair onderwijs heb behaald aan de Rijksnormaalschool te Sint-Pieters-Woluwe heeft ook wel geholpen om me naar de Vrije Universiteit Brussel te laten verder studeren.
Ik leefde van mijn nul tot mijn vijfentwintig jaar tenslotte toch gevoed en gekleed in het ouderlijk huis: op jullie kosten dus. 

Maar het is dus “mijn schuld dat ik geen zus of geen broer heb”.
Omdat ik te laat en te zwaar was voor een boreling. Omdat ik bij mijn geboorte je baarmoeder heb naar de vaantjes gesleurd. Omdat ik zo je verlangen naar meer dan één kind heb kapot gemaakt.

Nu weet ik tenminste wat er zoal achter je autoritaire buien schuilde. Het was niet enkel het alcoholprobleem van mijn vader. Het was “mijn schuld dat jij, na mij, geen kinderen meer kon krijgen”.  Dat was niet de enige reden waarom wij samen niet gelukkig konden zijn. Het was niet enkel de alcohol die een zware schaduw wierp ons gezinnetje met zijn drieën. Het was ook omdat we geen “kroostrijk” gezin konden worden.

Maar, Liefste Mama, ik heb toch veel van jou gehouden, zoals jij van mij. We waren allebei aan elkaar gewaagd. Ik hoop dat je mij aan het einde van je leven mijn agressieve buien hebt kunnen vergeven, zoals ik jou vergeef om je agressieve autoritaire houding tegenover alles wat ik ondernam.

Want … toch waren we trots op elkaar. Ondanks alles …

Je stoute jongen …
geeft je hierbij nog een warme nieuwjaarszoen.

PS: weet je nog hoe kwaad je kon zijn als ik
vanop vakantiekolonie een kaartje stuurde
waarop alleen “Dag mama” stond
en niet “Liefste mama”?

 

Nieuwjaarsbrief aan mijn Vader

Jacques VANDENBERGHE (°02/09/1921 – ✝ 23/01/1989)

1 januari 2024

Liefste PaPa,

Wat voor leven heb jij gehad? Op je vijftiende stopte je moeder je in ’t Belgisch leger, bij de luchtmacht. Omdat die je opvoeding, ’t is te zeggen, je studies, dan wel betaalden. Maar ook, omdat ze hertrouwde na het overlijden van jouw vader toen je amper drie was, en dat ze met die anderzijds zeer sympathieke Omer Vandromme ook al drie kinderen had, die dus een andere familienaam droegen. Wou ze met die Vandenberghe niets meer te maken hebben? Dat zou wel eens kunnen. Ik heb dat trouwens ook eens heel hard gevoeld. Ze had nogal “losse handjes”, je moeder … mijn oma.


Toen je dan volwassen werd, in die tijd moest je daarvoor eenentwintig zijn, kon je geen weg meer uit, want je zat vast in Duitsland, als krijgsgevangene. Je kwam pas na de bevrijding terug naar huis, als oorlogsinvalide. Naar huis? Je moeder had alles wat je voor de oorlog bezat al verkocht. Ze dacht niet dat je levend zou terugkeren …

En toch was je een hele fijne papa! Wijs, schoon en lief. Je straalde een enorme warmte en energie uit. Je kon van alles en kende van alles: de namen van de planten, de bomen, de vogels, … hoe een auto in mekaar zat, hoe je vrouwen kon versieren … Groot liefhebber van sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder. Je won verschillende quiz wedstrijden op radio en televisie: “Méli-Mélo” in de RTB studio tijdens de Expo’58 (toen nog INR), “Alles of Niets” op de Vlaamse radio (toen nog NIR, Nationaal Instituut voor Radio-Omroep). Ik herinner me hoe trots ik was toen mijn vader naar huis kwam met al zijn prijzen. Zelfs als je de hoofdprijs net niet haalde was ik fier op mijn papa: “100.000 of niets”, een quizprogramma met Toni Corsari … Er waren er zo nog enkele waar je verslagen van naar huis kwam.

Spijtig genoeg werd de alcohol je baas. Je had het niet onder controle. Hoe dikwijls hebben we daaroverr niet geredetwist, zelfs hevige ruzies gemaakt. Ondanks verschillende pogingen om ervan af te geraken, noch de AA, noch een verblijf in een ontwenningscentrum, hebben je kunnen helpen.
Toen ik je eens zei, “Maar papa, drink u eens een goed stuk in uw kraag, maar laat de alcohol toch uw baas niet worden”, antwoordde je: “Hebt geuw moeder al eens goed bezig gehoord? Men zou toch voor minder beginnen drinken!” Ik zei toen “Akkoord, maar het is niet omdat mama is zoals ze is, dat gij uzelf naar de vaantjes moet helpen!”

We kwamen toch wel goed overeen. Vind je niet? Als je nuchter was.
Je hielp iedereen waar je maar enigszins kon, zowel binnen als buiten de familie. Als je nuchter was.
Velen hebben van je goedheid misbruikt gemaakt. Als je niet nuchter was.

Ik heb je zien wegkwijnen. Tijdens de laatste maanden, weken van je leven, kwam ik dagelijks op bezoek in het ziekenhuis. Verbonden aan allerlei zakjes vol medicatie heb ik je laatste woorden met pijn in het hart moeten aanhoren: “Henri, ge moet niet bang zijn voor de dood. maar ik heb pijn, jong!”
Het was alsof ik een schop in mijn achterwerk kreeg. Ik stoof naar de hoofdverpleegster en vroeg: “Moet diene mens hier nog lang afzien?”

’s Anderendaags belden ze me om te zeggen dat ik je mocht komen bezoeken in het “dodenhuisje”. Zo noemden ze dat. Ik weet nog dat ik moeder ben gaan halen opdat zij je ook een laatste groet zou kunnen komen brengen. Want jij wou niet dat ze in het hospitaal op bezoek kwam, de hele tijd dat je daar lag. Voor jou was zij de schuld van al je miserie … al was dat een beetje kort door de bocht. 

Ik hou nog altijd heel veel van jou, PaPa.
Heel veel!

Je enige zoon,
Henri (RIEke) VANDENBERGHE

 

127