Feitelijk heb ik me die vragen in heel mijn leven nog nooit gesteld.
Het kwam onlangs bij me op door een opmerking van een oud-leerling van me, uit de tijd dat ik les gaf aan het Koninklijk Atheneum Asse. En dat is toch wel een hele poos geleden: ik gaf daar Nederlands en Engels in de schooljaren 1971/72 (23u) en 1972/73 (24u).
“Je hebt ons niet alleen Engels geleerd” zei ze, “je hebt ons ook leren ‘leven’ met een open geest. En ons niet zomaar om het even wat laten wijsmaken.”
Ik vond “in rij per twee” lopen, wat voor de heer prefect absoluut buiten discussie stond, helemaal niet belangrijk. Net als “zonder das sta je niet voor een klas” en “de leerlingen moeten U met uw naam noemen, niet met uw voornaam en al zeker niet met een bijnaam”. Ik dacht dan: “Wat sta ik hier te doen, als de inhoud van wat ik voor de klas aan de leerlingen meegeef van bijkomstig belang is ?”
En dan ging ik op zoek …
Vrijwilligerswerk in de Beursschouwburg, bij voorbeeld, leidde tot het “stichtend lid” worden van de vzw Animatie Beursschouwburg.
Maar toen ik er “mijn diensten” woou aanbieden om er aangeworven te worden, was de vraag: “Welke partijkaart heb jij ?”
En mijn antwoord: “Geen ! En ik wil er ook geen !!!”
“Ni Dieu, Ni Maître”
Comments ( 2 )