Zou het kunnen dat dit soort uitspraken à la Ville de Bruxelles geen dagelijkse kost meer zijn ?
Ik hoop het …
en …
ik denk het wel.
Vanaf een bepaald ogenblik in mijn “carrière à la Ville” de Brussel was je feitelijk “beter af” als Maghrébin Francophone … dan als Nederlandstalige Belgische “Brusseleir”.
Heel wat collega’s discrimineerden “ces Flamands” veel meer dan “ces bronzé-crolés” (du moment qu’ils parlaient la langue de Voltaire) … al kregen die laatsten zeker ook hun deel van de racistische praat. Maar dat “communautaire gedoe”, die discriminatie, werd niet, mocht niet, bekeken worden als “racisme”.
Mijn collega’s van allerlei buitenlandse afkomsten waren meestal ‘slimmer’ dan veel van mijn Franstalige collega’s met Belgische “roots”. Die francofone Brusselaars “ne comprenais pas le Flamand” … D’ailleurs … “ça n’est pas une langue, c’est un vomi” … of nog “une maladie de la gorge”.
Ik herinner mij nog maar al te goed dat velen van mijn Vlaamse/Nederlandstalige Vrienden niet konden geloven dat het “zo erg” was … Dat kon niet zijn. … Ik overdreef …
Maar goed … ik begrijp dat zij dat niet konden begrijpen … zij hebben waarschijnlijk nooit een promotie gemist omdat “on ne peut tout de même pas nommer un Flamand à la tête-à-tête du Service de la Jeunesse”. Wat mij persoonlijk driemaal overkwam: de eerste keer omdat de “chef de cabinet de l’Echevin Jeunesse (van CDH signatuur, toen nog PSC)” de betrekking van Directeur du Service Jeunesse ambieerde; de tweede keer was het l’Echevine Culture-Tourisme-Jeunesse (de MR had nog zo’n een ‘partijparachutist’ die er eerst nog twee jaar over deed om zijn Selor taalattest Nederlands, niveau 1 te halen – in afwachting mocht/moest ik, zonder bijkomende vergoeding, waarnemend diensthoofd ‘spelen’ met de belofte dat ik zo spoedig mogelijk benoemd zou worden)(“It’s all in the game” zeker?); de derde keer was dat die totaal Nederlands-onkundige Echevine de l’Instruction Publique et de la Jeunesse (van de PS). Zij heeft al drie aaneensluitende mandaten dezelfde ‘bevoegdheden’ als schepen … behalve dat ze in deze legislatuur haar ‘bevoegdheid’ als Schepen voor het Nederlandstalig Onderwijs heeft moeten afstaan aan de huidige Schepen van Stedenbouw en Openbare Ruimte, Nederlandstalig(e) Aangelegenheden en Onderwijs.
(Een positief teken aan de wand …!!!…)
“Mohamed” en “Rachid” en “Samira” spraken thuis wel een of andere Berberse taal, maar zij hadden ook het Frans èn het Nederlands (èn dikwijls ook het Engels) onder de knie: zowel lezen als schrijven !!!
Als Belg, met een “Vlaamse” stamboom, werd je sowieso (“d’office”) direct bij de stapel “collaborateurs” gestopt en dan mocht je nog zelf vier talen kennen en vanaf je drie jaar eigenlijk “Brusseleir” zijn geboren als twee-(en meer)-talige moeder (net als ik, geboren te Tienen/Tirlemont, dicht bij de ’taalgrens’) en een twee-(en meer)- talige vader (geboren te Westouter, aan de Franse grens) die bovendien krijgsgevangene was geweest en als oorlogsinvalide uit Duitse gevangenissen terugkwam nadat hij gevochten had voor het vaderland (en toen toch zeker niet voor Vlaanderland !!!)
Hoop doet Leven !!!
Onlangs – weliswaar nog een tijdje voor die coronamiserie – organiseerde ik een Brusselwandeling met en voor een twintigtal Vrienden en Vriendinnen uit Limburg.
Ik vroeg burgemeester Philippe Close of het mogelijk was om ook het Stadhuis te bezoeken – wat ik sowieso al geregeld had met de Beste Stadsgids van Brussel (Roel Jacobs van de vzw Scarlaken: scarlaken@gmail.com) – en of we eventueel ook het kabinet van de burgemeester konden bezoeken.
We werden daar toen door de burgemeester persoonlijk in het Nederlands ontvangen, met een drankje. Hij had me wel vooraf gezegd dat hij niet veel tijd voor ons kon vrijmaken, omdat hij die namiddag ook nog een sectie vergadering had met het College en de Gemeenteraad.
Ik zie nog de verbazing in de ogen van mijn Limburgse Vrienden en Vriendinnen, toen hij een medewerkster van zijn kabinet voorstelde, die ook uit Limburg kwam.
Kort daarna kwamen twee schepenen hem halen omdat het tijd was om naar die bewuste vergadering te gaan. Philippe Close stelde zijn collega’s voor aan mijn Limburgse Vrienden. De eerste schepen die te voorschijn kwam, was de heer Bart Dhondt: “Die is van oorsprong West-Vlaming”, zei de burgemeester. Kort daarna kwam schepen Ans Persoons eens kijken/horen waar ze bleven: “En zij is van Antwerpen” klonk het. Met als kaars op de taart: “Et moi, je viens de Namur”.
Comment ( 1 )