poetRIE
0 Comments

Bertolt Brecht : “De legende van de oorsprong van het boek Tao Te King op de weg van Lao-Tsu in de emigratie” (vertaling : Henri Vandenberghe)

1

Hij werd zeventig en was niet meer zo goed te been.
De meester smachtte ook steeds meer naar rust.
Omdat de Schoonheid van het leven om hem heen
Steeds meer van haar Kracht verloor en het goede uitgeblust
Omgordde hij zijn schoenen en ging heen.

2

Hij pakte alleen wat hij onderweg echt nodig had.
Dat was niet veel, genoeg om licht te reizen:
Zoals de pijp die hij gewoonlijk ’s avonds rookte,
Het boek waarin hij af en toe graag zat te lezen
En wat wit brood voor als hij honger had.

3

Hij wierp nog een laatste blik op de vallei
En vergat die dan als hij het bergpad insloeg.
Zijn os was op zoek naar vers gras in de wei
Om te herkauwen, terwijl hij de oude droeg.
De tred ging zo toch al snel genoeg.

4

Na vier dagen reizen van rots naar rots,
Hield een doeanier hen tegen en die vroeg plots:
“Heeft u waarden aan te geven?” – De wijze man zei “Nee”.
Maar de jongen, die de os leidde, zei: “Hij is wel geleerd.”
“En wijsheid mag over deze grens toch niet mee?”

5

De doeanier vroeg de jongen heel blij:
“Heeft hij jou ook iets geleerd? Vertel het mij.”
Waarop de jongen antwoordde: “Dat het zachte water
Met de tijd altijd de hardste rotsen overwint.
Hardheid houdt nooit stand tegen een zachte hand.

6

Om niet in het donker verder te moeten reizen
Trok de jongen de os langzaam vooruit.
Maar toen ze achter een donkere den verdwenen
Kwam de doeanier aangelopen en riep heel luid:
“Hela! Wacht eens even! Niet zo snel!”

7

“Zeg me eens, wat is dat met dat water wel?”
De oude man hield halt en vroeg: “Wilt u dat weten?”
Waarop de doeanier: “Ik ben misschien maar een ambtenaar
Maar te weten wie in ’t leven wint en wie verliest, dat wil ik zeker weten.
Als u me dat zou kunnen leren, doe dat nu dan maar.”

8

“Schrijf het voor me neer! Dicteer die jongen daar!
Zo’n wijsheid neemt men toch niet mee. Die moet hier blijven.
Ik heb thuis genoeg papier en inkt om te schrijven.
Een avondmaal maak ik voor u ook nog graag klaar.
Wel, gaan we akkoord? Ja? Wel, ik woon daar.”

9

De oude man keek schuin over zijn schouder
Naar de doeanier: versleten jas, blote voeten;
Zijn voorhoofd vol rimpels en sproeten.
Die ambtenaar leek niet echt een welstellend man.
En de wijze man mompelde: “Wel, goed dan”.

10

Om zo’n hoffelijk verzoek weg te wuiven
Was de oude man al veel te oud en wijs.
Daarom zei hij kordaat: “Zij die vragen stellen verdienen antwoorden.”
De jongen beaamde: “En het wordt al avond en koud.”
“Goed, laat ons dan hier een tijdje verblijven.”

11

De wijze man daalde voorzichtig van zijn os.
Zeven dagen lang schreven ze samen, de oude en de jongen.
De doeanier bracht hen eten (hij vloekte soms van binnen
Omdat de smokkelaars ondertussen vrij spel hadden in het bos).
Toen werd het tijd om aan de reis te herbeginnen.

12

De volgende ochtend overhandigde de jongen aan de doeanier
Wat ze geschreven hadden: eenentachtig bladzijden vol.
Ze dankten de ambtenaar voor zijn gastvrijheid
En verdwenen discreet achter een den de rotsweg op.
Geef toe: ze waren ook nog een voorbeeld in hoffelijkheid.

13

Wij moeten nu niet enkel die wijze man eren
Wiens naam op het boek geschreven staat.
Zijn wijsheid moest ook nog worden verkregen.
Daarom moeten we de doeanier bedanken.
Hij heeft het hem tenslotte ontfutseld.

 

 

149
poetRIE
0 Comments

“Legende von der Entstehung des Buches Tao Te King auf dem Weg des Laotse in die Emigration” (Bertolt Brecht)

1

Als er Siebzig war und war gebrechlich
Drängte es den Lehrer doch nach Ruh
Denn die Güte war im Lande wieder einmal schwächlich
Und die Bosheit nahm an Kräften wieder einmal zu.
Und er gürtete die Schuh.

2

Und er packte ein, was er so brauchte:
Wenig. Doch es wurde dies und das.
So die Pfeife, die er abends immer rauchte
Und das Büchlein, das er immer las.
Weißbrot nach dem Augenmaß.

3

Freute sich des Tals noch einmal und vergaß es
Als er ins Gebirg den Weg einschlug
Und sein Ochse freute sich des frischen Grases
Kauend, während er den Alten trug.
Denn dem ging es schnell genug.

4

Doch am vierten Tag im Felsgesteine
Hat ein Zöllner ihm den Weg verwehrt:
Kostbarkeiten zu verzollen?” – “Keine.”
Und der Knabe, der den Ochsen führte, sprach: “Er hat gelehrt.”
Und so war auch das erklärt.

5

Doch der Mann in einer heitren Regung
Fragte noch: Hat er was rausgekriegt?
Sprach der Knabe: Daß das weiche Wasser in Bewegung
Mit der Zeit den harten Stein besiegt.
Du verstehst, das Harte unterliegt.

6

Daß er nicht das letzte Tageslicht verlöre
Trieb der Knabe nun den Ochsen an
Und die drei verschwanden schon um eine schwarze Föhre
Da kam plötzlich Fahrt in unsern Mann
Und er schrie: He, du! Halt an!

7

Was ist das mit diesem Wasser, Alter?
Hielt der Alte: Interessiert es dich?
Sprach der Mann: Ich bin nur Zollverwalter
Doch wer wen besiegt, das interessiert auch mich.
Wenn du’s weißt, dann sprich!

8

Schreib mir’s auf! Diktier es diesem Kinde!
So was nimmt man doch nicht mit sich fort.
Da gibt’s doch Papier bei uns und Tinte
Und ein Nachtmahl gibt es auch: ich wohne dort.
Nun, ist das ein Wort?

9

Über seine Schulter sah der Alte
Auf den Mann: Flickjoppe. Keine Schuh.
Und die Stirne eine einzige Falte.
Ach, kein Sieger trat da auf ihn zu.
Und er murmelte: Auch du?”

10

Eine höfliche Bitte abzuschlagen
War der Alte, wie es schien, zu alt.
Denn er sagte laut: Die etwas fragen
Die verdienen Antwort. Sprach der Knabe: Es wird auch schon kalt.
Gut, ein kleiner Aufenthalt.

11

Und von seinem Ochsen stieg der Weise
Sieben Tage schrieben sie zu zweit
Und der Zöllner brachte Essen (und er fluchte nur noch leise
Mit den Schmugglern in der ganzen Zeit).
Und dann war’s soweit.

12

Und dem Zöllner händigte der Knabe
Eines Morgens einundachtzig Sprüche ein.
Und mit Dank für eine kleine Reisegabe
Bogen sie um jene Föhre ins Gestein.
Sagt jetzt: kann man höflicher sein?

13

Aber rühmen wir nicht nur den Weisen
Dessen Name auf dem Buche prangt!
Denn man muß dem Weisen seine Weisheit erst entreißen.
Darum sei der Zöllner auch bedankt:
Er hat sie ihm abverlangt.

 

 

5
poetRIE
0 Comments

2017 1222 – – – De Zon Wendt De Winter

De Zon Wendt De Winter

2017 1211

de zon wendt de winter
de winter wint en de zon trekt weg
de wind waait wild over de daken
’t is te warm vandaag
alsof ’t nog lente was

genieten van de geur van open haarden
het kan nog even
tot het verboden wordt
in dit tien maal tien maal tien verboden land
alsof het allemaal zo was gepland

miljoenen jaren
miljoenen mensen
die nu kerst en nieuwjaar wensen
en blijven paren
alsof de aarde nog niet vol genoeg was

0
A NEW DAY IS BORN/You, YourSelf & RIE
2 Comments

Leerling leert Meester

“RIEke BLOGt”
Gisteren kreeg ik een sessie “Wegwijs in het Bloggen” van een oud-leerling van mij. Dat gaf me een heel fijn en tegelijk raar gevoel. Misjel was nog altijd dezelfde “maft” als toen ik hem les gaf in het begin van de jaren ’70 aan het Koninklijk Atheneum Asse. Je kan je niet inbeelden wat zoiets met je doet, als een oud-leerling zijn oude leraar komt uitleggen hoe hij zijn weg kan vinden in het labyrint van een WordPress blog.

“RIEke BLOGt”
Het is vlugger gezegd dan gedaan.
Net als met alle andere computertoestanden ben ik autodidact. Ik hoor bij die generatie die nog leerde “blind typen” met een houten bakje over mijn vingers terwijl ik op de mechanische toetsen drukte van een oude typmachine en terwijl ik richting schoolbord keek, waar een map hing van een toetsenbord. Je weet wel, zo van die rollen, die vooral gebruikt werden om landkaarten op te hangen voor het zwarte bord.

Bon. Ik ben eigenlijk al blij dat ik een tekst kan typen, die dan zwart op wit op het scherm verschijnt. Maar ik zou zo graag meer kunnen doen met dat ding: illustraties toevoegen, andere lettertypes gebruiken, grotere en kleinere letters, … Voor die snotapen van 40 à 50 jaar is dat allemaal zo vanzelfsprekend. Ze zijn er ook mee geboren. “Ils sont tombés dans la marmite”, zoals Obelix in de “potion magique”. Maar voor zo’n nog redelijk jonge “ouwe” is dat geen kattenpis.

Enfin, “RIEke BLOGt” verder …
En met de uitleg van gisteren kan ik al iets meer dan voordien. Ik weet vooral al beter wat ik waar moet zoeken. “Pages”, “Appearance”, “Widgets”, … ze hebben nog veel geheimen voor mij, maar ik heb de indruk dat ik ze die geheimen allemaal ga ontfutselen … als ik genoeg tijd kan vrijmaken om op zoektocht te gaan …

En dat …
is dan weer een ander probleem.

12
BROSELLA
0 Comments

BROSELLA prelude = TSLEUTELGAT

BROSELLA

Henri Vandenberghe was nog maar pas aangesteld als animator aan de Jeugddienst van de Ville de Bruxelles (1 augustus 1976) of er werd hem al gevraagd om “iets” te organiseren in het Groentheater van het Ossegempark aan het Atomium te Laken. Dat “iets” mocht een boksmatch zijn of een majorettewedstrijd – dat werd hem toch gesuggereerd – maar het voorstel van een Folk Festival te organiseren werd ook goedgekeurd. Een klein budgetje werd hiervoor uitgetrokken, totaal onvoldoende eigenlijk om een festival op poten te zetten, maar het was “à prendre ou à laisser”.

Gelukkig had Henri toen al een voorgeschiedenis die kon helpen om deze uitdaging tot een goed einde te brengen.

Hij had inderdaad al wat ervaring opgedaan als organisator van poëzieavonden, folk concerten, blues events en dergelijke meer, zowel reeds als adolescent, aan het Koninklijk Atheneum Etterbeek (1965), als nadien aan de Rijksnormaalschool Sint-Pieters-Woluwe (1967), of ook nog aan de Vrije Universiteit Brussel (1968-1971).
Hij lag, samen met enkele vrienden, ook mee aan de basis van het Jeugd- en Cultuurcentrum Tsleutelgat in Haren (Brussel), dat officieel haar activiteiten startte op het eerste weekend van mei 1975. Gedurende vele maanden voordien hadden een aantal Vrienden, onder impuls van Herman Pint, het appartement van de pastoor – want de club was gelegen op het eerste verdiep van de vroegere pastorie – omgebouwd tot een gezellig lokaal, met jutte boven de bestaande lambrisering, een klein podium aan de kant van de tuin – nu het Tsleutelgat Park genoemd – tafels, stoelen, banken, een buffetpiano, wat foto’s aan de muur …

Wanneer de fakkel later werd doorgegeven aan een nieuwe ploeg “enthousiaste” (anders doe je zoiets niet !) “jongeren” (zonet van lichaam dan toch zeker van geest) kreeg het Jeugd- en Cultuurcentrum Tsleutelgat de naam Toogenblik. Het wonderbaarlijke is, dat het nog altijd bestaat ! En dat het zelfs een nieuw élan heeft gekregen, met alweer een nieuwe ploeg !!!

 

… wordt vervolgd …

beloofd !!!

4
poetRIE
2 Comments

2005 1127 – – – begeerte

begeerte

2005 1127

begeerte

buigbaar nochtans
breekt toch weer dit mooie gewelf
de druk is zo groot
de drang zo onhoudbaar

begeerte haalt het peil omlaag
tot bijna hebzucht
vriendschap” zeg je
maar je maakt jezelf wat wijs
bezitsdrang is dit:

“je bent van mij”
“je bent mijn vriend”
“je komt in mijn huis”
“zit in mijn zetel”
“drinkt van mijn glas”

“zie je nu hoe vrijgevig ik ben ?”

0
BROSELLA
0 Comments

DE VRIENDEN VAN BROSELLA : èchte Vriendschap = work in progress

“De Vrienden Van Brosella” vzw

Is dit zo maar een Verening Zonder Winstbejag ?
Of mag het ook iets meer zijn ?

Ik schrijf nog wel eens iets over het belang van Echte Vriendschap in een organisatie als BROSELLA, dus niet alleen voor Brosella Folk & Jazz, maar ook voor Djangofolllies, voor Kristal Klaar, alsook voor de ondertussen verdwenen activiteiten van de (ondertussen al meer dan) veertigjarige “Brosella Holding” (zoals minister Guy Vanhengel Brosella ooit noemde) : Brosella Guitar Fair, Brosella Boogie Woogie, Brosella Overnight Chanson, Palace Music Club, …
De eerste uitgave van het Brosella Folk festival dateert wel van 1977, maar die zogezegde “Holding” werd pas in 1986 opgericht. 

 

Echte Vriendschap is …

De meeste van mijn beste vrienden ken ik al meer dan de helft van mijn leven. Ze blijven lachen om mijn  flauwe grappen (“wacht tot je zo oud zult zijn als ik” of  “j’Henri depuis que je suis né” of nog zo van die onnozele ‘zakens’). Maar ook vergeven ze me als ik hun verjaardag vergeet en er een week later (of helemaal niet) achter kom en me verontschuldig vooraleer ik hen dan toch nog “hèèèpppiey beurzdéééy toe joe” wens. Ze verdragen ook mijn boze buien, waarschijnlijk omdat die gelukkig niet te vaak voorkomen, aangezien ik meestal goed geluimd door ’t leven ga.
Alhoewel …???…
Echte Vriendschap is geen eenrichtingsverkeer !
Maar … “’t kan verkeeren” zei Bredero …

Echte Vriendschap is van onschatbare waarde ! Zij zijn er voor jou ! Maar jij bent er ook voor hen ! Eigenlijk komt dit laatste op de eerste plaats.
Echte Vriendschap is een cadeau dat de schoonste kanten van iemand naar buiten brengt.

In 1986 gaf Jan Van Hemeldonk de speciale editie van Het Laatste Nieuws ter gelegenheid van de 10de uitgave van het Brosella Folk & Jazz festival (12 & 13 juli 1986) de titel ” ’t Is lekker en ’t kost niks”.
Eigenlijk geldt dat ook voor Echte Vriendschap.
Dat kost alleen wat tijd en energie en je krijgt er zoveel voor terug.

Echte Vrienden tellen, maar ze rekenen niet !

Ze meten de inspanningen niet, de tijd, de energie, de warmte, … die ze je geven. Ze hebben een luisterend oor als je dat nodig hebt. Ze zijn er voor jou en jij bent er voor hen. 

Als ze kritiek hebben op “iets” wat je deed of doet, dan zeggen ze dat – in alle Vriendschap – zonder je te kwetsen, maar ook zonder je te sparen.

 

… work in progress …

 

9
BROSELLA/SCHATTEN OP ZOLDER/You, YourSelf & RIE
3 Comments

“Na de Liefde”: film uit 1983 (debuut) van Jaak Boon

SCHATTEN OP ZOLDER :

Na 40 jaar BROSELLA werd het tijd om eens “orde in mijn chaos” te scheppen.
Ik heb namelijk  veel materiaal bijgehouden, maar altijd zo druk bezig geweest, dat ik nooit de tijd had om te archiveren.
Nu ik daar – af en toe, tussen andere bezigheden door – tijd voor maak, bots ik op fijne herinneringen …
zoals deze uit 1983 :
De Vrienden Van Brosella en van Tsleutelgat = figuranten in de film “Na de Liefde”

En ik heb daar dan meteen ook wat opzoeking rond gedaan …
Scenario en Realisatie : (debuut van) Jaak Boon
Distributie : Frank Aendenboom, Warre Borgmans, Guido Claus, Paul Codde, Nicole Colchat, Patrick Conrad, Luk De Konink, Oswald Maes, Bert Struys, Martine Tanghe, Alice Toen, Raymond van het Groenewoud, Jacques Vermeire, …
Productie : Godfroid Courtmans, Jacques Vercruyssen, Violette Vercruyssen
Music : Jean Blaute

DE PERS :

De hoofdpersoon is een verbitterde dwarsligger van rijke komaf, die behoort tot de generatie van mei’68. De cineast poogt humor en cynisme te paren aan de tekening van een psychologisch portret. Hij krijgt zijn film echter niet van de grond, zowel aan het scenario, als aan de beeldregie en de vertolking mankeert nogal wat. Van het Groenewoud is in zijn vertolking van het voornaamste personage aarzelend en niet overtuigend.

Wim de Poorter
Het is het verhaal van een onvolwassen dertiger, Gérard (Raymond van het Groenewoud), een antiquair, die vruchteloos een roman probeert te schrijven. Als mislukkeling en outcast vindt hij troost bij zijn zus Ingrid (Nicole Colchat), die in haar huwelijk met Pierre (Frank Aendenboom), een vakbondsafgevaardigde, al even zielig is als haar broer. De poging van Gerard om opnieuw een relatie op te bouwen met zijn vroegere verloofde Denise (Guusje van Tilborgh) eindigt wanneer Pierre zich over Denise ontfermt.
De cineast, tevens scenarioschrijver, weet van zijn melodramatisch en soms tragikomisch gegeven geen psychologisch overtuigend filmverhaal te maken. Gérard, gespeeld door Raymond van het Groenewoud, blijft als hoofdfiguur te oppervlakkig en is voor de kijker daarom totaal oninteressant. Ook op het gebied van de fotografie en de montage stelt Na de liefde teleur.
Jaak Boon heeft inmiddels ervaren dat het niet voldoende is een populair zanger tot filmacteur te promoveren om het publiek in de bioscoopzaal te krijgen.

Misschien herken je de barman … /:-) …
die Raymond van het Groenewoud en Jacques Vermeire een pint (Primus Haecht)
moet uitschenken zonder hen aan te spreken (om syndicale problemen te vermijden)

2.245