SPIJT<=ULTIMA's 2019=>2018
Het Departement Cultuur, organiseerde vandaag,
5 februari 2019, de uitreiking van de Ultima’s 2018.
Beste UltiMia’s /;-)
Spijt dat ik er niet bij was vanavond …
Spijt dat ik er niet bij kon zijn vanavond …
Spijt dat ik er niet van op de hoogte was …
Spijt dat ik niet uitgenodigd werd …
Gewoon …
Spijt !!!
40 jaar Brosella Folk & Jazz
25 jaar Djangofolllies
10 jaar Kristal Klaar
om slechts die drie te vermelden
72 werd ik, in januari 2019.
Je vindt mijn naam zelfs bij de stichtende leden van de Beursschouwburg
en toch … niet uitgenodigd.
Vorig jaar was ik er wel nog bij …
maar dan wel dank zij een ex-collega uit de cultuurwereld.
Maar dit jaar heb ik de Ultima’s niet horen of zien aankondigen …
behalve vandaag, op Radio1 …
maar dan was het al te laat …
wegens andere voordien gemaakte afspraak voor vanavond.
De MIA’s heb ik wèl gezien èn gehoord èn nog eens gezien èn nog eens gehoord …
Het zal wel aan mij liggen.
Cultuur “bedrijven” zonder persoonlijk “winstbejag” …
als puur cultuur voor de cultuur …
als liefde voor de cultuur …
als streven naar Schoonheid …
is niet meer van deze tijd(en).
Spijt !!!
&
Pijn !!!
Het gevoel van “in de prullenmand” beland te zijn.
Met vriendschappelijke groeten,
Amicalement,
Kind regards,
Henri VANDENBERGHE
You, YourSelf & Rie
Sharing the Experience
Onze-Lieve-Vrouwstraat 15
1850 GRIMBERGEN
henri.vandenberghe@gmail.com
RIE : +32 (0)475 30 15 85
https://rieke.brussels
Consultancy, Coaching, Supervising
(Stichtend lid “Tsleutelgat” Haren-Brussel: 1975)
(Premier animateur au Service Jeunesse Ville de Bruxelles en 1976)
(Stichtend lid “Cultureel Animatiecentrum Beursschouwburg”: 1990)
(Founder of Brosella: 1977 – Djangofolllies: 1994 – Kristal Klaar: 2008 – …)
(Bestuurslid “Jeugd en Stad”: 1991-1999)
(Lid Directiecommittee “Jeugd en Muziek Brussel”: 1991-2002)
(Lid van de Bemiddelingscommissie Jeugdbijstand: 1998-2010)
(Erelid OSB-VUB sinds 24 maart 2001)
(Founder Palace Music Club : 2005-2008)
(Vlaams-Brusselprijs 2008 voor Brosella)
(Brusseleir vè et leive: 2014)
(Administrateur asbl “Jeunesses Musicales Bruxelles” – 25 février 2016)
(Bronzen Zinneke de Bronze: 10 Jul 2016)
(Honorary Key Holder Brosella: 28 May 2018)
(Membre de l’asbl “Jazz Station” depuis 3 juillet 2018)
(Membre de l’asbl “SceneOff” vzw: 27 août/augustus 2018)
3
Blog Cocktail – gezellig, leerzaam en fijn … meer moet dat niet zijn.
Onlangs had ik me ingeschreven om deel te nemen aan een Blog Cocktail.
Ik was al een hele tijd op zoek naar een gelegenheid om een en ander bij te leren over “het bloggen”, om mijn eigen “blog” te kunnen verbeteren. Aangezien ik nog echt een beginneling ben in die zaken, had ik lang getwijfeld of dat wel iets voor mij was, van daar tussen een aantal ervaren bloggers/blogsters te gaan zitten, terwijl ikzelf nog een blog-analfabeet ben … maar ik ben er dan uiteindelijk toch maar op ingegaan.
Nieuwsgierigheid en “goesting” – om bij te leren – hebben het dus gehaald.
En ik heb er geen spijt van !
Het was een gezellige en leerzame bedoening: lekkere hapjes en drankjes en fijne mensen.
Het is altijd boeiend om nieuwe mensen te ontmoeten, te leren kennen.
Maar, wat “bloggen” betreft, heb ik helemaal niets bijgeleerd.
Wèl over “modders en fadders” met kinderen … en ik was waarschijnlijk de enige “zonder” kinderen. Wij, mijn lieve echtgenote en ikzelf, vonden dat er al meer dan volk genoeg op deze wereldkloot rondloopt en rondrijdt …
Ik heb me wel een hele loopbaan bezig gehouden met de kinderen van anderen: eerst in het onderwijs, dan in het jongerenamateurtoneel, dan in de Service de la Jeunesse van de Ville de Bruxelles en in de Bemiddelingscommissie bij Bijzondere Jeugdbijstand.
Maar hierover … (misschien) later meer.
Wat mij vooral opviel bij de dames en die ene andere heer op die Blog Cocktail, was de “spontane eerlijkheid” over hun “kindjes”. Ik heb dat niet dikwijls meegemaakt in mijn loopbaan als jeugdwerker: niet toen ik nog in het onderwijs stond; niet aan de la Ville de Bruxelles; ook niet bij de Bemiddelingscommissie. Mijn ervaring gaat eerder in de richting van “mijn kind, schoon kind”, “mijn kind, braaf kind”, “mijn kind, slims(ste) kind” …
1OPEN BRIEF aan Chokri Mahassine over LOSLATEN ? of LOS LATEN ?
OPEN BRIEF aan Chokri Mahassine over LOSLATEN ? of LOS LATEN ?
Geachte heer Mahassine,
Beste Chokri,
Waarde (ex-)Collega,
In De Streekkrant van 10 augustus 2016 stond een interview met jou ter gelegenheid van je 31ste Pukkelpop :
Loslaten is ongelooflijk moeilijk
en sindsdien achtervolgt het mij, dat “loslaten” of “los laten” …
omdat ik al lang beslist had van na de 40ste -(mijn laatste)- Brosella Folk & Jazz (in juli 2016)
het festival dat ik in 1977 stichtte, de fakkel door te geven aan de volgende generatie
omdat ik denk dat dit de enige manier is om je festival de beste kansen te geven voor een lange en positieve toekomst.
Dus, vanuit het idee “een mooie toekomst voor Brosella na mij (ik ben tenslotte al 71)
en toch ook een fijne toekomst voor mij na Brosella” vond ik dat dit het beste was.
Jij was 56 toen jij je 31ste Pukkelpop organiseerde (in augustus 2016).
Ik was 69 toen ik met de vzw “De Vrienden Van Brosella” en de asbl “Les Amis De Brosella”
het 40ste Brosella festival organiseerde.
“Loslaten” moet je toch ooit doen. Dat kan niet anders.
“Loslaten is ongelooflijk moeilijk”
Wie ben ik om je tegen te spreken? Dat zou feitelijk nogal verwaand en arrogant zijn …
Al ben ik nu al een dik jaar mijn best aan ’t doen om Brosella “los te laten”,
jouw Pukkelpop heeft andere katten te geselen gehad dan Brosella.
Maar er is toch nog een belangrijk verschil :
Pukkelpop is big business geworden (al begon het als een initiatief van enkele vrijwilligers van de Humanistische Jongeren).
Brosella was een initiatief van de Jeugddienst van Ville de Bruxelles, waar ik, als allereerste jeugdanimator tewerkgesteld werd in 1975.
Brosella Folk & Jazz groeide uit tot een (bijna) gratis festival, dat de eerste dertig jaar uitsluitend door vrijwilligers werd georganiseerd
en pas de laatste tien jaar beschikt over enkele bezoldigde personeelsleden.
De organisator/stichter van Pukkelpop noemen ze in het artikel “een slimme zakenman”.
Dat zal wel zijn, als je ziet wat jij van een initiatief van een jeugdvereniging hebt gemaakt !
De stichter van Brosella was nooit goed “in zaken doen”, maar hij heeft ook veel gedaan om “mensen samen te brengen”.
Ik denk dat dit laatste alvast een punt van gelijkenis is tussen beide festivals.
Of je nu “een slimme zakenman” bent of een “diep overtuigde vrijwilliger”, de zoektocht om de schoonheid van muziek
in alle vriendschap met zoveel mogelijk mensen te delen, vraagt wel veel volharding, kracht en wijsheid en ook wel wat gezond verstand.
Zonder deze ingrediënten moet men er niet aan beginnen om gelijk welk festival te organiseren, denk ik.
Of het nu een groot of een klein festival is.
Men zegt me dat “een festival loslaten” dat je zelf jaren geleden uit de grond hebt gestampt,
redelijk wat gelijkenissen vertoont met “een kind loslaten” dat na jaren thuis het warme nest verlaat.
Dat is misschien wat overdreven, maar toch …
In ieder geval kan ik daar niet over meespreken.
Ik heb mij gedurende mijn hele “loopbaan” bezig gehouden met de kinderen van anderen:
in het onderwijs, in de jeugddienst, in de bemiddelingscommissies van jeugdbijstand, …
Loslaten is altijd moeilijk, maar het zou, naar het schijnt, minder moeilijk zijn als je zelf merkt
of van anderen hoort “dat alles goed gaat” met je kind.
Toen ik met pensioen ging, na mijn werk aan de Jeugddienst van de Ville de Bruxelles
had ik helemaal geen last van “loslaten”.
“loslaten” maakt toch ook gewoon deel uit van ons dagelijks leven.
Ouder worden gaat sowieso al gepaard met “leren los laten”.
Vanaf “een bepaalde leeftijd”, of moet ik eerder spreken van “een bepaalde ouderdom”, besef je
dat je die zware koffer niet meer kan tillen … (maar daar dienen wieltjes voor)
dat je die naam niet meer kan onthouden … (maar die kan je terugvinden in je adresboek)
dat je verveeld bent omdat je die persoon niet meer had herkend … (maar dan verontschuldig je je toch gewoon)
dat je “niet meer zo kort op de bal” kan spelen … maar eigenlijk is dat niet zo erg … je moet er gewoon wat vroeger aan beginnen.
Ach … “loslaten” …
Je moet je ouders “definitief” laten gaan, andere familieleden ook, vrienden, kennissen …
sommigen waren zelfs (veel) jonger dan jij toen ze je verdwaasd achterlieten …
Ik heb het voorbije jaar (2017) nogal veel nagedacht over “loslaten” in het algemeen …
en over “los laten” in het bijzonder : meer dan ooit tevoren.
Zo dacht ik bij voorbeeld dikwijls aan 3 van mijn overleden Beste Vrienden :
Geert Currinckx, Marc Bens, Antoine Courtmans, …
En telkens ik aan die Goede Vrienden dacht …
kwamen er mooie herinneringen naar boven …
van wat wij samen zoal hebben “verzet” :
pinten, poëzie, liefdes, de schoonheid van het leven …
gueuze, whiskey, folk, jazz, blues, onze kracht (vooral toen we nog aan judo, romeins worstelen en gewichtheffen deden) …
gouden carolus, zilveren toneel, bronzen zinnekes, glazen wijsheid (al was die dan soms al “in de kan”) …
En ik denk ook dikwijls aan al die andere Belangrijke Mensen die ik op mijn pad heb gekruist
en aan dewelke ik zoveel te danken heb …
(te veel om op te sommen) !!!
en die ik heb moeten los laten, omdat zij reeds zijn “gegaan” naar waar wij ooit allemaal zullen gaan.
“loslaten is inderdaad ongelooflijk moeilijk”, Chokri …
maar het kan niet anders !
Er is voor iedereen altijd “een leven ervoor en een leven erna”
bij alle belangrijke gebeurtenissen in dat leven
en diegenen die daar ervaring mee hebben begrijpen elkaar zonder woorden.
Met vriendschappelijke groeten,
Amicalement,
Kind regards,
Me, MySelf & Rie
Henri VANDENBERGHE
Onze-Lieve-Vrouwstraat 15
1850 GRIMBERGEN
henri.vandenberghe@gmail.com
RIE : +32 (0)475 30 15 85
Consultancy, Coaching, Supervising
(Founder of Brosella-Djangofolllies-KristalKlaar-…)
(Erelid OSB-VUB sinds 24 maart 2001)
(Vlaams-Brusselprijs 2008 voor Brosella)
(Bronzen Zinneke sinds juli 2016)
“Hier laat ik je los, Tim, van hieraf moet je gaan”
Wim de Craene
“Alleen Tim zei dat hij hoe langer hoe meer geloofde dat geluk niet zozeer gaat over krijgen wat je wil, maar over aanvaarden en loslaten wat je niet en nooit meer wilt, waardoor je jezelfd dan ook kan toestaan wat je blij maakt …” (uit “GEZIEN DE FEITEN” van Griet Op de Beeck)
24“Legende von der Entstehung des Buches Tao Te King auf dem Weg des Laotse in die Emigration” (Bertolt Brecht)
1
Als er Siebzig war und war gebrechlich
Drängte es den Lehrer doch nach Ruh
Denn die Güte war im Lande wieder einmal schwächlich
Und die Bosheit nahm an Kräften wieder einmal zu.
Und er gürtete die Schuh.
2
Und er packte ein, was er so brauchte:
Wenig. Doch es wurde dies und das.
So die Pfeife, die er abends immer rauchte
Und das Büchlein, das er immer las.
Weißbrot nach dem Augenmaß.
3
Freute sich des Tals noch einmal und vergaß es
Als er ins Gebirg den Weg einschlug
Und sein Ochse freute sich des frischen Grases
Kauend, während er den Alten trug.
Denn dem ging es schnell genug.
4
Doch am vierten Tag im Felsgesteine
Hat ein Zöllner ihm den Weg verwehrt:
“Kostbarkeiten zu verzollen?” – “Keine.”
Und der Knabe, der den Ochsen führte, sprach: “Er hat gelehrt.”
Und so war auch das erklärt.
5
Doch der Mann in einer heitren Regung
Fragte noch: “Hat er was rausgekriegt?”
Sprach der Knabe: “Daß das weiche Wasser in Bewegung
Mit der Zeit den harten Stein besiegt.
Du verstehst, das Harte unterliegt.”
6
Daß er nicht das letzte Tageslicht verlöre
Trieb der Knabe nun den Ochsen an
Und die drei verschwanden schon um eine schwarze Föhre
Da kam plötzlich Fahrt in unsern Mann
Und er schrie: “He, du! Halt an!
7
Was ist das mit diesem Wasser, Alter?”
Hielt der Alte: “Interessiert es dich?”
Sprach der Mann: “Ich bin nur Zollverwalter
Doch wer wen besiegt, das interessiert auch mich.
Wenn du’s weißt, dann sprich!
8
Schreib mir’s auf! Diktier es diesem Kinde!
So was nimmt man doch nicht mit sich fort.
Da gibt’s doch Papier bei uns und Tinte
Und ein Nachtmahl gibt es auch: ich wohne dort.
Nun, ist das ein Wort?”
9
Über seine Schulter sah der Alte
Auf den Mann: Flickjoppe. Keine Schuh.
Und die Stirne eine einzige Falte.
Ach, kein Sieger trat da auf ihn zu.
Und er murmelte: “Auch du?”
10
Eine höfliche Bitte abzuschlagen
War der Alte, wie es schien, zu alt.
Denn er sagte laut: “Die etwas fragen
Die verdienen Antwort.” Sprach der Knabe: “Es wird auch schon kalt.”
“Gut, ein kleiner Aufenthalt.”
11
Und von seinem Ochsen stieg der Weise
Sieben Tage schrieben sie zu zweit
Und der Zöllner brachte Essen (und er fluchte nur noch leise
Mit den Schmugglern in der ganzen Zeit).
Und dann war’s soweit.
12
Und dem Zöllner händigte der Knabe
Eines Morgens einundachtzig Sprüche ein.
Und mit Dank für eine kleine Reisegabe
Bogen sie um jene Föhre ins Gestein.
Sagt jetzt: kann man höflicher sein?
13
Aber rühmen wir nicht nur den Weisen
Dessen Name auf dem Buche prangt!
Denn man muß dem Weisen seine Weisheit erst entreißen.
Darum sei der Zöllner auch bedankt:
Er hat sie ihm abverlangt.
5
Kameraad Bernard Desmet indachtig
Weer een Wijze Man die ons heeft verlaten …
Goede kameraad Bernard, sta me toe, om op deze trieste dag nadrukkelijke ana jou te denken, dat ik een van je mooie “Tekenende anekdotes” overneem :
Bernard Desmet – Masereelfonds
Openbare bank, privé bank
Tekenende anekdote:
Ergens in de jaren zestig. Ik met in mijn knuistje vijf frank geklemd. Af te geven aan de meester die dan een geel boekje bovenhaalde, met een mooie bijenkorf op de kaft en binnenin allemaal vette stempels, rood en zwart en de meester die dan nog een stempel bijzette. Schoolsparen! Een indrukwekkend tafereel om ons kleine gastjes de deugd van het sparen te leren. Onder auspiciën van de Algemene Spaar en Lijfrentekas. Ongetwijfeld verlieslatend voor de bank, maar wel doeltreffend.
Eind vorige eeuw. Samen met mijn kleine naar de bank. Fortis, opvolger van de ASLK, en geprivatiseerd. Het kind had haar spaarpotje leeggemaakt en klemde een zak vol rinkelende euromuntjes, met hier en daar een briefje tussen in haar handje. Papa zou een spaarrekening voor haar openen om ook zijn kind de deugd van het sparen te leren. De bediende vroeg de gegevens, aanvaardde de zak en zei meteen dat het tellen van dat geld wel wat zou kosten. Hij noemde een bedrag, een hele som in de ogen van de kleine die net haar zuurverdiende centjes had bij elkaar geharkt. Niks mysterie, niks indrukwekkend, kille zakelijkheid. Er mag in de bank geen vinger bewogen worden of er moet winst gemaakt worden. Zeker op de rug van de kleine spaarders die in de ogen van het op efficiëntie gericht management toch meer last dan lust zijn.
Of hoe zelfs in kleine details een bank een gemeenschapsvormende en dienende taak kan hebben.
Bernard Desmet – 22-10-2010
Ik vond dit altijd al een hele mooie anekdote.
Toen ikzelf, ondertussen toch ook al jaren geleden, met mijn bankkaart en een schaar in de hand naar het dichtst bijzijnde BNP Paribas Fortis kantoor ging om voor de verraste bediende mijn bankkaart door te knippen kende ik jouw “Tekenende anekdote” nog niet. Maar ik kende jou al wel, met je integere en warme karakter! “Schrap mij maar”, zei ik tegen de verraste bankbediende, nadat ik geduldig week na week, mijn zuurverdiende centen naar een andere bank had overgeheveld. Ik zei verder ook nog: “Mijn mama heeft mij, samen met de ASLK, leren sparen. Jullie willen mij leren ‘spelen’ met geld en dat mag niet van mijn mama!”
“Ja, maar meneer, een rekening afsluiten, daar zijn kosten aan verbonden” zei de bankbediende. “Neem ze maar van mijn rekening af. Jullie nemen toch al jaren maandelijks geld van mijn rekening zonder dat er daar een bijzondere aanleiding toe is”. Ik had er ondertussen wel voor gezorgd dat er nog 0,00 op die Fortis rekening stond.
Bernard, jong, je had die haar gezicht moeten zien!
Je zou er zeker deugd van gehad hebben …
Rust in vrede, Kameraad.
Ik hoop dat De Vrienden Van Brosella nog heel mooie muziek naar jou kunnen doorsturen.
Ciao !!!
Dikke Beize van
RIEke van MIEke
JAZZ wordt 100 in 2017 …
JAZZ wordt 100 ?
en zou dus “geboren” zijn in 1917 …
Heeft er iemand een idee waar “ze” die “geboortedatum” vandaan halen ?
Dat vroeg ik me af.
Het is zeker en vast moeilijk te bepalen wanneer om het even welk muzikaal genre voor het eerst werd gespeeld
aangezien zoiets geleidelijk aan tot stand komt.
(Het was al moeilijk om de geboorte van de Stad Brussel met zekerheid vast te leggen. Koos men 979 echt als geboortedatum omdat de Millenium festiviteiten van de Stad Brussel een positieve invloed zouden hebben op de gemeenteraadsverkiezingen van 1982 ?)
JAZZ blijkt in ieder in de laatste jaren van de negentiende en de eerste twintig jaar van de twintigste eeuw te zijn ontstaan uit een mengeling van ragtime en blues.
Ik ben dan maar eens gaan “snuisteren” op Wikipedia en andere “Tinternet-bronnen” :
(pas op ! ik heb mij geamuseerd !! nu jullie nog !!!)
Ragtime : https://nl.wikipedia.org/wiki/Ragtime
Ragtime is een laatnegentiende-eeuwse Amerikaanse muziekvorm, die gekenmerkt wordt door syncopische melodie en begeleiding. Ragtime is een van de muzikale bronnen van de jazz. In 1918 kwam het stuk Rag-Time, door Igor Stravinsky, uit : een stuk voor elf instrumenten, gebaseerd op de jazzmuziek van New Orleans.
Scott Joplin, een van de beroemdste ragtime-componisten, stierf in 1917.
maar er werden belangrijke jazz muzikanten geboren in 1917 !
Dizzy Gillespie (21 oktober), Ella Fitzgerald (25 april) en Thelonious Monk (10 oktober)
Vera Lynn (20 maart),
http://www.neworleansonline.com/neworleans/music/musichistory/jazzbirthplace.html
Some will say that Jazz was born in 1895, when Buddy Bolden started his first band. Others will say 1917, when Nick LaRocca and his Original Dixieland Jazz Band recorded the first Jazz record, “Livery Stable Blues.” Ferdinand “Jelly Roll” Morton said, “It is evidently known, beyond contradiction, that New Orleans is the cradle of Jazz, and I myself happen to be the inventor in the year 1902.”
https://www.nps.gov/jazz/learn/historyculture/jazz_history.htm
The early development of jazz in New Orleans is most associated with the popularity of bandleader Charles “Buddy” Bolden, an “uptown” cornetist whose charisma and musical power became legendary. After playing briefly with Charley Galloway’s string band in 1894, Bolden formed his own group in 1895.
https://en.wikipedia.org/wiki/Music_of_New_Orleans
The African influence on New Orleans music can trace its roots at least back to Congo Square in New Orleans in 1835, when slaves would congregate there to play music and dance on Sundays.
…
The term “jazz” (early on often spelled “jass”) did not become popular until the mid and late 1910s, when New Orleans musicians first rose to prominence in other parts of the USA and the New Orleans style needed a new name to differentiate it from the nationally popular ragtime.
…
By the 1890s a man by the name of Poree hired a band led by cornetist Buddy Bolden, many of whose contemporaries as well as many jazz historians consider to be the first prominent jazz musician.
http://www.louisianatravel.com/music/articles/history-jazz-music-birthplace-new-orleans
New Orleans is the birthplace of jazz. That used to be debated by folks arguing in favor of hubs of the genre such as New York and Chicago. The discussion quieted after the publication of In Search of Buddy Bolden: First Man of Jazz. Historian Don Marquis’ book documents the life of the New Orleans native trumpeter (1877-1931), and also offers glimpses of the times and his remarkable sound. The Bolden family house still stands at 2309 First Street.
http://www.redhotjazz.com/originsarticle.html
Another ordinance which helped Jazz flourish in New Orleans was the establishment, in 1897, of Storyville, the Crescent City’s legendary red-light district. From Basin Street to Robertson Street and from Perdido to Gravier, 2000 registered prostitutes plied their wares in dozens of sporting houses. The area was teeming with Jazz bands who usually played not in the bordellos but in the dance halls and dives which dotted the district, places with names like Funky Butt Hall, Come Clean Dance Hall and Mahogany Hall. The sporting houses usually employed a solo piano player, respectfully referred to by the girls as the “Professor”. Jelly Roll Morton was once a Professor, much to the consternation of his family who promptly disowned him.
Jazz Wasn't Born In New Orleans, It Was Born In The African Soul
Jazz Wasn’t Born In New Orleans, It Was Born In The African Soul
Buddy Bolden :
Charles Joseph “Buddy” Bolden (6 september 1877 – 4 november 1931)
was een Afro-Amerikaans trompettist
werd door zijn tijdgenoten beschouwd als een van de overgangsfiguren van
de Ragtime naar de New-Orleans jazz, door er blues elementen aan toe te voegen
was bekend onder de naam King Bolden
in de jaren 1890 zouden er phonograph cylinder recordings bestaan hebben van de Buddy Bolden Band
maar daar werd nooit iets van teruggevonden
The Bolden Band was populair van 1900 tot 1907
The Bolden Band omstreeks 1905 :
Jimmy Johnson (bass), Buddy Bolden (cornet), Willy Cornish (valve trombone)
Willy Warner (clarinet), Brock Mumford (guitar), Frank Lewis (clarinet)
King Oliver :
Joseph Nathan Oliver (19 december 1881 – 10 april 1938)
ook Joe Oliver genaamd
speelde cornet van 1908 tot 1917 in New Orleans brass bands en dance bands
onder ander in de rosse buurt (red-light district) bekend als “Storyville”
In de jaren 1910 leidde hij samen met Kid Ory de meest bekende New Orleans jazz band uit die tijd
RIE(ke) = Starting a new life at 70 : prologue = a poem by Bertolt Brecht
“Legende von der Entstehung des Buches Tao Te King auf dem Weg des Laotse in die Emigration” Bertolt Brecht |
1 Als er Siebzig war und war gebrechlich Drängte es den Lehrer doch nach Ruh Denn die Güte war im Lande wieder einmal schwächlich Und die Bosheit nahm an Kräften wieder einmal zu. Und er gürtete die Schuh. |
2 Und er packte ein, was er so brauchte: Wenig. Doch es wurde dies und das. So die Pfeife, die er abends immer rauchte Und das Büchlein, das er immer las. Weißbrot nach dem Augenmaß. |
3 Freute sich des Tals noch einmal und vergaß es Als er ins Gebirg den Weg einschlug Und sein Ochse freute sich des frischen Grases Kauend, während er den Alten trug. Denn dem ging es schnell genug. |
4 Doch am vierten Tag im Felsgesteine Hat ein Zöllner ihm den Weg verwehrt: “Kostbarkeiten zu verzollen?” – “Keine.” Und der Knabe, der den Ochsen führte, sprach: “Er hat gelehrt.” Und so war auch das erklärt. |
5 Doch der Mann in einer heitren Regung Fragte noch: “Hat er was rausgekriegt?” Sprach der Knabe: “Daß das weiche Wasser in Bewegung Mit der Zeit den harten Stein besiegt. Du verstehst, das Harte unterliegt.” |
6 Daß er nicht das letzte Tageslicht verlöre Trieb der Knabe nun den Ochsen an Und die drei verschwanden schon um eine schwarze Föhre Da kam plötzlich Fahrt in unsern Mann Und er schrie: “He, du! Halt an! |
7 Was ist das mit diesem Wasser, Alter?” Hielt der Alte: “Interessiert es dich?” Sprach der Mann: “Ich bin nur Zollverwalter Doch wer wen besiegt, das interessiert auch mich. Wenn du’s weißt, dann sprich! |
8 Schreib mir’s auf! Diktier es diesem Kinde! So was nimmt man doch nicht mit sich fort. Da gibt’s doch Papier bei uns und Tinte Und ein Nachtmahl gibt es auch: ich wohne dort. Nun, ist das ein Wort?” |
9 Über seine Schulter sah der Alte Auf den Mann: Flickjoppe. Keine Schuh. Und die Stirne eine einzige Falte. Ach, kein Sieger trat da auf ihn zu. Und er murmelte: “Auch du?” |
10 Eine höfliche Bitte abzuschlagen War der Alte, wie es schien, zu alt. Denn er sagte laut: “Die etwas fragen Die verdienen Antwort.” Sprach der Knabe: “Es wird auch schon kalt.” “Gut, ein kleiner Aufenthalt.” |
11 Und von seinem Ochsen stieg der Weise Sieben Tage schrieben sie zu zweit Und der Zöllner brachte Essen (und er fluchte nur noch leise Mit den Schmugglern in der ganzen Zeit). Und dann war’s soweit. |
12 Und dem Zöllner händigte der Knabe Eines Morgens einundachtzig Sprüche ein. Und mit Dank für eine kleine Reisegabe Bogen sie um jene Föhre ins Gestein. Sagt jetzt: kann man höflicher sein? |
13 Aber rühmen wir nicht nur den Weisen Dessen Name auf dem Buche prangt! Denn man muß dem Weisen seine Weisheit erst entreißen. Darum sei der Zöllner auch bedankt: Er hat sie ihm abverlangt. |
2