POLLEN & SOKKEN
0 Comments

Onze-Lieve-Vrouw Van Grimbergen

Onze-Lieve-Vrouw Van Grimbergen

De Onze-Lieve-Vrouwstraat in Grimbergen werd al ongeveer twintig jaar tot ZONE 30 verklaard.
Toen we de burgemeester die daarvoor had gezorgd gingen bedanken en hem tegelijk vragen of hij dan ook het nodige kon doen om de 30 te handhaven, antwoordde hij:
“Da’s wel tràààg hé”

De foto hierbij (© RIE) is veel recenter. Dat kan je zien aan de gestolen spiegel bovenaan de verkleurde oude verkeersborden, met daaronder het bord met “BUURT INFORMATIE NETWERK – SAMEN ZORGEN WE VOOR VEILIGHEID” … en aan de kasseien, de klinkers op de lage drempel (om de vrachtwagens niet te beschadigen werd het inderdaad een “bult om je een bult mee te lachen”), verder weer kasseien en, net voor het gemeenteplein, nog een stukje van het asfalt (zie hieronder) van toen …

Onze-Lieve-Vrouwstraat 15

Hier wonen wij nu al van in november 1978. We huurden het huis toen voor 4.000 BEF per maand. De eigenaar, meneer Houthuys, tuinier van het koninklijk paleis te Laken, kwam de centen halen om ze onmiddellijk naar, het rusthuis te brengen waar zijn moeder toen leefde. “Dat is net genoeg om haar kousen op te trekken: vijftig frank naar omhoog, vijftig frank naar omlaag”, zei hij.

   

Op 17 mei 1979 traden we in het huwelijk in het gemeentehuis van Grimbergen.
We kochten het huis op 18 mei 1981 en begonnen meteen aan verbouwingswerken, want het stond eigenlijk op invallen. Na een tienjarenplan dat twintig jaar geduurd heeft, werd dit het mooiste huisje van de Onze-Lieve-Vrouwstraat … die nu eigenlijk meer gelijkt op een Steenweg: het is een enorm drukke straat geworden. Sinds recente “mobiliteitsplannen” moet omzeggens iedereen door het smalste straatje van het gemeentecentrum om naar de bank of de school of de kerk of het gemeentehuis te gaan.

De laatste jaren trachten we het gemeentebestuur attent te maken op de geluidsoverlast die veroorzaakt wordt door dat vele verkeer op die kasseistenen.

zie De Morgen
21 mei 2021

Meestal krijgen we geen gehoor. Soms worden we zoet gehouden met “We zijn het aan’t bestuderen” of ook “We zijn ermee bezig”.

Blauwe, Groene, Oranje schepenen en burgemeesters hebben zich over het probleem “ontfermd” … zonder enig resultaat. Ze blijven er wel nog steeds over nadenken hoe ze het eventueel zouden kunnen oplossen /;-) Al onze persoonlijke suggesties bleven dode letter.

Soms wordt ook het argument “historisch karakter van het centrum” uit de gemeentelijke collegeschuiven boven gehaald, om het voortbestaan van de kasseien te verantwoorden. De meeste leden van het gemeentebestuur zijn te jong om te weten dat de Onze-Lieve-Vrouwstraat vroeger geasfalteerd was. Sommigen, die dat wèl weten, doen alsof ze aan geheugenverlies lijden.

 

 

Het Laatste Nieuws
van 28 augustus 2007.

Ja …
toen was er al een ZONE30 zonder enige handhaving …
Nog nooit heeft er zelfs maar 1 flitspaal in de
Onze-Lieve-Vrouwstraat gestaan.
“De straat is te smal daarvoor” was eens het antwoord van de commissaris.

 

“Historisch karakter”

Dat “historisch karakter” blijkt dan niet belangrijk te zijn als het gaat om
de Belgische vlag op de kerktoren of de vervanging van de straatlantaarns
want die zijn ondertussen verdwenen …

De basiliek van Grimbergen

Van acht uur tot twintig uur luiden de klokken het uur: eerst horen we een lied, zoals “Für Elise” van Beethoven of “Ave Maria” van Gounod, of andere, soms modernere songs. Op het half uur krijgen we één enkele tik op een klok te horen om ons te melden hoe laat het is.

Elke ochtend om zeven uur worden wij uitgenodigd voor het getijdengebed of “goddelijke officie”
Om kwart voor negen luiden de klokken om de Norbertijnen ter gebedsstonde uit te nodigen, want om negen uur is het tijd voor “het terts officie”. De terts is een van de kleine getijden. Het staat voor het derde uur, dat vroeger varieerde omdat de uren ’s winters korter waren dan ’s zomers. Tegenwoordig wordt de terts meestal gebeden rond negen uur ’s morgens.

Persoonlijk heb ik daar allemaal niet veel mee te maken, want “geloven” is zo mijn ding niet. Maar ik respecteer ieders keuze. We moeten van onze Vrijheden genieten …!!!… zolang dat nog kan.

BEIAARDCONCERTEN

Ik ken mensen die verhuisden omdat ze dat “lawaai” niet konden verdragen … maar die missen nu ook de mooie zomerse beiaardconcerten. Die muziek is echt de moeite waard! Het programma is te vinden op de website van de Beiaardvrienden van Grimbergen: https://beiaardvriendengrimbergen.be.
Vanuit onze tuin kunnen wij voluit van die concerten genieten. Zowel die van de vaste beiaardier Twan Bearda als van jonge en minder jonge talentvolle gastbeiaardiers.
Ik herinner me nog de persoonlijke inspanningen van Rien Aarssen, die destijds, zonder enige steun van de gemeente, de beiaard van Grimbergen een nieuw leven heeft geschonken. Tegenwoordig mogen de Beiaardvrienden wèl op wat steun van het gemeentebestuur rekenen. Gelukkig …!!!…
Want het “historisch karakter” van zo’n beiaard is overduidelijk.

Zij die wat verder uit het centrum, maar toch nog in GRIMBERGEN, afhankelijk van in welke richting dat ze de dorpskern hebben vermeden, zijn gaan wonen kunnen, kunnen dan misschien minder genieten van de vele vliegtuigen die over onze gemeente hun bochten nemen om naar verre of minder verre bestemmingen te vliegen: de hele dag … maar ook ’s nachts …!!!… maar ze missen dus ook het “historisch karakter” van de mooie muziek uit de kerktoren.

Ooit zag ons huisje er zo uit :

Van “historisch karakter” gesproken …

 

Deze foto kregen we van onze buurman.

Hij was 80 toen hij ons die schonk en 10 toen hij aan die voordeur stond.

Toen was er zelfs nog geen asfalt op de straat.

Later wel …

En nog later …

Kasseistenen …

Op deze oude foto lijkt het nog meer op een veldweg.

Als dat geen
“historisch karakter” is …???…

Stel je voor dat alle vergunningen alleen nog afgeleverd worden voor bouwplannen met “een strooien dak” …/;-)…

 

Henri (RIEke) VANDENBERGHE
12 januari 2024

263
SCHATTEN OP ZOLDER
0 Comments

2023-2024 “Jaarwisselingsnostalgie”

2023-2024
“Jaarwisselingsnostalgie”

In de periode van eind december worden er graag lijstjes gemaakt van de beste, leukste, lekkerste, knapste … gebeurtenissen van het mijn voorbije jaar.

Mensen verzenden hun Beste Wensen met de post, maar tegenwoordig ook veel online, per mail, met WhatsApp, via Instagram, op Tik-Tok, enz. … en dat, tot in de eerste helft van januari.

Met Vrienden worden ook dikwijls mooie herinneringen opgehaald. Zowel recente verhalen als leuke herinneringen van lang geleden worden dan weer boven gehaald. Onlangs had ik het nog met enkele Vrienden over onze oudejaarsnachten in TSLEUTELGAT, Jeugd- en Cultuurcentreum te Haren, Brussel.

We hadden het onder andere over de oudejaarsnachten die we samen in ons lokaal doorbrachten. Dat waren nog eens heuglijke gebeurtenissen. Om deel te nemen werd er eerst ingeschreven en betaald. Hoeveel Belgische Franken dat kostte? Dat weet ik niet meer. Enkele bestuursleden gingen dan met de totaalsom op 30 december boodschappen doen in de MAKRO in Machelen en op 31 december werd dan een voorgerecht, een hoofdschotel en een dessert klaargemaakt. Alles aangepast aan het aantal Tsleutelgatters die op die oudejaarsnacht zouden aanwezig zijn. Ook de flessen wijn waren geteld. We brachten altijd wel wat flessen in overschot mee, zodat die dan de avond zelf nog konden aangekocht worden … door wie niet genoeg had als het eerlijk verdeelde aantal op was. Dat gebeurde allemaal nogal zorgvuldig. Alles werd eerlijk verdeeld.
Al herinner ik mij dat er toch eens een koppel ons hadden trachten te bedriegen: ze hadden drie flessen onder hun bank verstopt waar ze hoopten aan te beginnen als de bel ging dat de voorziene voorraad opgebruikt was. Maar ik had het gezien en stoof recht naar die bank en riep dan, zodat iedereen het kon horen: “Sorry. Ik was mis. Er zijn toch nog drie flessen rode wijn te verdelen”.

 

 

Die oudejaarsnachtfeesten gebeurden verkleed onder thema: één jaar was dat “150 jaar België”; een ander jaar was het thema “de filmwereld” … “Cabaret”, “Clockwork Orange” en vele andere werden op zeer creatieve wijze uitgebeeld.

 

 

En zeggen dat wij ons later niet graag meer verkleedden. “Het kan verkeren” zei Bredero.

Wat hebben we toch fantastische tijden gehad in dat TSLEUTELGAT

7
SCHATTEN OP ZOLDER
0 Comments

2024 Nieuwjaarsbrieven aan mijn overleden ouders

Nieuwjaarsbrieven 2024

aan mijn reeds lang geleden overleden ouders


Louiza Cabergs en Jacques Vandenberghe
huwden op 22 augustus 1945

Na vijf jaar geduld omwille van de Wereldoorlog 1940-1945 konden ze niet meer wachten. Niet dat er haast bij was … ik werd toch pas in 1947 geboren … Maar de vijf jaar krijgsgevangenschap van mijn vader had het verliefde koppel lang genoeg op de proef gesteld.

De doos met de liefdesbrieven die mijn vader, Gefangennummer 9753, Stalag VA geprüft, per Kriegsgefangenenpost stuurde naar Melle Cabergs Louisa te Tienen, Hoegaerdestr 13, is een van de weinige zaken die ik van mijn ouders erfde.

Nieuwjaarsbrief aan mijn Moeder


Louiza Cabergs (°16/01/1922 – ✝30/12/2010)

1 januari 2024

Liefste MaMa

Ik ben je zo dankbaar voor wat je voor mij en PaPa allemaal gedaan hebt. Je hebt je hele leven lang zo je best gedaan om die stoute jongen en die zatte vent manieren te leren. Gedurende de eerste zeven magere jaren, met weinig geld maar veel liefde, zal het voor jou nog wel rozengeur en maneschijn geweest zijn. Maar dat bleef niet duren. Ik ga hier, in deze nieuwjaarsbrief, niet onze hele geschiedenis uit de doeken doen. Je weet beter dan wie ook wat je allemaal hebt moeten doorstaan.

Dat ik je gedurende mijn kinderjaren met allerlei kwalen en in mijn pubertijd met koppige schavuitenstreken meer tot last ben geweest dan een gemiddelde brave zoon, daar wil ik hier ook niet verder over uitweiden. Dat doe ik misschien nog wel eens in “Mijn Boek”, waar ik al zo lang van droom en over spreek, maar dat ik uiteindelijk toch wel eens zal moeten schrijven.

Maar ik ben je vooral dankbaar, MaMa, dat je me, op het einde van je leven, in je laatste maanden, de “sleutel” hebt gegeven van het enigma dat mij mijn hele leven een raadsel was gebleven. Voordien had ik niet begrepen waarom ik nooit goed genoeg was om ook de affectie te krijgen die ieder kind van zijn moeder zou moeten mogen verwachten. Toen je dat ondraaglijke eindelijk uitspuwde dat je vanaf mijn geboorte tot je laatste dagen hebt moeten dragen, “Het is uw schuld dat je geen zusje of geen broertje hebt gehad”, begreep ik pas waarom ik “te dom en te lui”  was om te gaan studeren. Al heb ik je toen toch kunnen overtuigen, omdat ik zelf wel ging werken om mijn studies te betalen. Dat ik zonder kleerscheuren mijn diploma van leerkracht voor het lager secundair onderwijs heb behaald aan de Rijksnormaalschool te Sint-Pieters-Woluwe heeft ook wel geholpen om me naar de Vrije Universiteit Brussel te laten verder studeren.
Ik leefde van mijn nul tot mijn vijfentwintig jaar tenslotte toch gevoed en gekleed in het ouderlijk huis: op jullie kosten dus. 

Maar het is dus “mijn schuld dat ik geen zus of geen broer heb”.
Omdat ik te laat en te zwaar was voor een boreling. Omdat ik bij mijn geboorte je baarmoeder heb naar de vaantjes gesleurd. Omdat ik zo je verlangen naar meer dan één kind heb kapot gemaakt.

Nu weet ik tenminste wat er zoal achter je autoritaire buien schuilde. Het was niet enkel het alcoholprobleem van mijn vader. Het was “mijn schuld dat jij, na mij, geen kinderen meer kon krijgen”.  Dat was niet de enige reden waarom wij samen niet gelukkig konden zijn. Het was niet enkel de alcohol die een zware schaduw wierp ons gezinnetje met zijn drieën. Het was ook omdat we geen “kroostrijk” gezin konden worden.

Maar, Liefste Mama, ik heb toch veel van jou gehouden, zoals jij van mij. We waren allebei aan elkaar gewaagd. Ik hoop dat je mij aan het einde van je leven mijn agressieve buien hebt kunnen vergeven, zoals ik jou vergeef om je agressieve autoritaire houding tegenover alles wat ik ondernam.

Want … toch waren we trots op elkaar. Ondanks alles …

Je stoute jongen …
geeft je hierbij nog een warme nieuwjaarszoen.

PS: weet je nog hoe kwaad je kon zijn als ik
vanop vakantiekolonie een kaartje stuurde
waarop alleen “Dag mama” stond
en niet “Liefste mama”?

 

Nieuwjaarsbrief aan mijn Vader

Jacques VANDENBERGHE (°02/09/1921 – ✝ 23/01/1989)

1 januari 2024

Liefste PaPa,

Wat voor leven heb jij gehad? Op je vijftiende stopte je moeder je in ’t Belgisch leger, bij de luchtmacht. Omdat die je opvoeding, ’t is te zeggen, je studies, dan wel betaalden. Maar ook, omdat ze hertrouwde na het overlijden van jouw vader toen je amper drie was, en dat ze met die anderzijds zeer sympathieke Omer Vandromme ook al drie kinderen had, die dus een andere familienaam droegen. Wou ze met die Vandenberghe niets meer te maken hebben? Dat zou wel eens kunnen. Ik heb dat trouwens ook eens heel hard gevoeld. Ze had nogal “losse handjes”, je moeder … mijn oma.


Toen je dan volwassen werd, in die tijd moest je daarvoor eenentwintig zijn, kon je geen weg meer uit, want je zat vast in Duitsland, als krijgsgevangene. Je kwam pas na de bevrijding terug naar huis, als oorlogsinvalide. Naar huis? Je moeder had alles wat je voor de oorlog bezat al verkocht. Ze dacht niet dat je levend zou terugkeren …

En toch was je een hele fijne papa! Wijs, schoon en lief. Je straalde een enorme warmte en energie uit. Je kon van alles en kende van alles: de namen van de planten, de bomen, de vogels, … hoe een auto in mekaar zat, hoe je vrouwen kon versieren … Groot liefhebber van sport in het algemeen en voetbal in het bijzonder. Je won verschillende quiz wedstrijden op radio en televisie: “Méli-Mélo” in de RTB studio tijdens de Expo’58 (toen nog INR), “Alles of Niets” op de Vlaamse radio (toen nog NIR, Nationaal Instituut voor Radio-Omroep). Ik herinner me hoe trots ik was toen mijn vader naar huis kwam met al zijn prijzen. Zelfs als je de hoofdprijs net niet haalde was ik fier op mijn papa: “100.000 of niets”, een quizprogramma met Toni Corsari … Er waren er zo nog enkele waar je verslagen van naar huis kwam.

Spijtig genoeg werd de alcohol je baas. Je had het niet onder controle. Hoe dikwijls hebben we daaroverr niet geredetwist, zelfs hevige ruzies gemaakt. Ondanks verschillende pogingen om ervan af te geraken, noch de AA, noch een verblijf in een ontwenningscentrum, hebben je kunnen helpen.
Toen ik je eens zei, “Maar papa, drink u eens een goed stuk in uw kraag, maar laat de alcohol toch uw baas niet worden”, antwoordde je: “Hebt geuw moeder al eens goed bezig gehoord? Men zou toch voor minder beginnen drinken!” Ik zei toen “Akkoord, maar het is niet omdat mama is zoals ze is, dat gij uzelf naar de vaantjes moet helpen!”

We kwamen toch wel goed overeen. Vind je niet? Als je nuchter was.
Je hielp iedereen waar je maar enigszins kon, zowel binnen als buiten de familie. Als je nuchter was.
Velen hebben van je goedheid misbruikt gemaakt. Als je niet nuchter was.

Ik heb je zien wegkwijnen. Tijdens de laatste maanden, weken van je leven, kwam ik dagelijks op bezoek in het ziekenhuis. Verbonden aan allerlei zakjes vol medicatie heb ik je laatste woorden met pijn in het hart moeten aanhoren: “Henri, ge moet niet bang zijn voor de dood. maar ik heb pijn, jong!”
Het was alsof ik een schop in mijn achterwerk kreeg. Ik stoof naar de hoofdverpleegster en vroeg: “Moet diene mens hier nog lang afzien?”

’s Anderendaags belden ze me om te zeggen dat ik je mocht komen bezoeken in het “dodenhuisje”. Zo noemden ze dat. Ik weet nog dat ik moeder ben gaan halen opdat zij je ook een laatste groet zou kunnen komen brengen. Want jij wou niet dat ze in het hospitaal op bezoek kwam, de hele tijd dat je daar lag. Voor jou was zij de schuld van al je miserie … al was dat een beetje kort door de bocht. 

Ik hou nog altijd heel veel van jou, PaPa.
Heel veel!

Je enige zoon,
Henri (RIEke) VANDENBERGHE

 

128