GINGKO BILOBA de Japanse boom Symbool voor Scheiding van Kerk en Staat
GINGKO BILOBA
“De boom met 1.000 gouden muntstukken”,
zo genoemd naar de kleur van haar bladeren in de herfst,
groeide en bloeide al voor er sprake was van dinosauriërs.
Deze boom heeft dan ook al heel veel doorstaan
zo ook de atoombommen in Japan.
Omdat deze boom symbool staat voor het lange leven en ook voor weerstand werd zijn blad
– bestaande uit twee afzonderlijke lobben –
gekozen als symbool voor de scheiding
van kerken en staat: de lekenstaat
Lekenstaat ?
In de Belgische grondwet is de scheiding van kerk en staat niet letterlijk te lezen, maar de wederzijdse onafhankelijkheid staat er wel tussen de lijntjes …
Typisch toch … die schijn-heiligheid !
Door enkele wetsartikelen samen te plakken kom je wel tot een “soortement” van
scheiding van Kerk & Staat:
– artikel 21: de onafhankelijkheid tussen beiden
+ de voorrang van een burgerlijk op het kerkelijk huwelijk;
– artikel 181: bepaalt dat de Staat (België) de lonen van geestelijken betaalt
- decreet: elke gemeente moet voorzien in woonst voor de pastoor. Aan een pastorie een andere bestemming geven kan pas na akkoord van de Kerk.
Zo was het op vraag van de pastoor zelf, dat het gebouw waar TSLEUTELGAT (nu TOOGENBLIK) sinds 1 mei 1975 activiteiten en de OCMW van de Stad Brussel een sociale werking kunnen ontplooien: hij vroeg om een kleinere woning en zonder tuin …
Pastoors kunnen van een gemeente of stad ook een woonvergoeding krijgen …
Hoe zit dat nu juist met die lonen van pastoors ?
Volgens gegevens van 2024 verdienen theologen en bedienaars van de eredienst
gebaseerd op 30 jaar aan werkervaring
tussen € 3.498 en € 5.162 per maand.
Basiswetgeving
Een verre voorgeschiedenis :
het Concordaat tussen de Rooms Katholieke Kerk en Napoleon.
Voor de Franse Revolutie leefden parochiepriesters van de opbrengsten van kerkelijke bezittingen, vooral pachtopbrengsten van landerijen die eigendom waren van parochies, bisdommen en religieuze congregaties. Tijdens de Franse Revolutie werd de overgrote meerderheid van die kerkelijke goederen geconfisqueerd. Napoleon wilde om politieke redenen de relatie tussen de Franse Staat en de Katholieke Kerk herstellen en sloot met het Vaticaan een Concordaat, waarbij bepaald werd dat de parochiepriesters voortaan door de overheid bezoldigd zouden worden.
Bij het ontstaan van België werd deze regeling bestendigd door twee artikelen in de Grondwet.
In de grondwet over de verhouding Kerk en Staat
Art. 21 ‘De Staat heeft niet het recht zich te bemoeien met de benoeming of de installatie der bedienaren van enige eredienst of hun te verbieden briefwisseling te houden met hun overheid en de akten van deze overheid openbaar te maken, onverminderd, in laatstgenoemd geval, de gewone aansprakelijkheid inzake drukpers en openbaarmaking.’
Dit artikel bevestigt de scheiding van Kerk en Staat inzake de benoeming van de bedienaren van de eredienst. Voor de inschakeling van parochieassistenten in de territoriale pastoraal is het een belangrijk artikel: het bevestigt dat de kerkelijke overheid naar eigen goeddunken geschikte medewerkers kan benoemen op door de overheid erkende plaatsen van bedienaar van de eredienst.Of deze personen al of niet gewijd moeten zijn, is een zaak waarover enkel de kerkelijke overheid beslist.
Art. 181
Ԥ 1. De wedden en pensioenen van de bedienaren der erediensten komen ten laste van de Staat;
de daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting uitgetrokken.
§ 2. De wedden en pensioenen van de afgevaardigden van de door de wet erkende organisaties die morele diensten verlenen op basis van een niet-confessionele levensbeschouwing, komen ten laste van de Staat;
de daartoe vereiste bedragen worden jaarlijks op de begroting uitgetrokken.’
De vrij unieke vorm van financiering van de erediensten, door de rechtstreekse betaling van de wedden en pensioenen van de bedienaren van de erediensten is eveneens in de Grondwet verankerd. Deze financieringsvorm komt ook nog voor in Luxemburg en in de regio Elzas-Lotharingen in Noordoost Frankrijk.
In België
De wet van 2 augustus 1974
De wet betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten en van de bedienaars van erediensten regelt in eerste instantie het kader en de wedden van de bedienaren van de erediensten.
Voor de Rooms-Katholieke Kerk (RKK) ziet dit kader er als volgt uit:
‘Art. 26: De jaarwedden van de door het Rijk bezoldigde bedienaars van de katholieke eredienst worden vastgesteld als volgt:
- Aartsbisschop : (68.371,77 EUR)
- Bisschop : (55.127,56 EUR)
- Vicaris-generaal van het aartsbisdom of van het bisdom : (20.418,57 EUR)
- Kanunnik van het aartsbisdom of van het bisdom : (14.830,68 EUR)
- Secretaris van het aartsbisdom of van het bisdom : (14.830,68 EUR)
- Pastoor : (13.409,11 EUR)
- Kerkbedienaar : (13.409,11 EUR)
- Kapelaan : (13.409,11 EUR)
- Onderpastoor : (13.409,11 EUR)
- Parochieassistent : 13 409,11 euro) <W 2008-12-22/32, art. 267, 003; Inwerkingtreding : 01-01-1991>
Art. 26bis: 341 plaatsen van parochieassistent worden toegekend.’
Deze basiswedden moeten omwille van de automatische indexering van de overheidswedden verhoogd worden met de verhogingscoëfficiënt 2,0807 (indexering juni 2024). Voor de parochieassistent met één enkele benoeming komt dit neer op een brutojaarwedde van 27.900 euro. Wie meerdere benoemingen heeft en aan 150% betaald wordt, geniet dan van een brutojaarwedde van 41.850 euro.
De baremastructuur wordt aangevuld met een kader dat het aantal mogelijke benoemingen op ieder niveau bepaald. Dit wordt in onderling overleg tussen de Minister van Justitie en de Bisschoppenconferentie vastgesteld. Hierover is niet zoveel transparantie. Duidelijk is wel dat het ooit ruime kader door de secularisatie en het priestertekort de laatste decennia nooit ingevuld werd. Volgens gegevens in een artikel van Paul Stappaerts in het tijdschrift ‘Mensen Onderweg’ uit 2007 zag het voorziene kader en de feitelijke invulling ervan toen als volgt uit:
Functie | Erkende plaatsen | Ingevulde plaatsen |
aartbisschop | 1 | 1 |
bisschop | 7 | 7 |
vicaris-generaal | 26 | 25 |
kanunnik | 68 | 56 |
secretaris | 54 | 47 |
pastoor | 264 | 230 |
kerkbedienaar | 3634 | 2713 |
onderpastoor | 2650 | 1417 |
kapelaan | 225 | 144 |
parochieassistent | 341 | 341 |
Dit betekende dat toen nog 4845 plaatsen voor ‘lagere’ functies (van pastoor tot parochieassistent) voorzien waren. Hierin zitten ook een 250-tal deeltijdse functies vervat.
Deze cijfers zijn niet helemaal coherent met gegevens uit een meer betrouwbare bron,
volgens dewelke het aantal VTE, exclusief PA, in de ‘lagere’ functies daalt van 3413 in 2006 tot 2611.5 in 2013. Inclusief de PA is er begin 2015 een afspraak gemaakt voor de bezoldiging van 2.907 VTE bedienaars voor de Rooms-Katholieke Kerk, parochieassistenten en ‘hogere’ bedienaars inclusief.
133 daarvan zijn ‘hogere’ bedienaren (aarts)bisschop, vicaris-generaal, kanunnik en secretaris.
Geld Genoeg
voor veel
Goud in de Kerk
In 2008 heeft CD&V Minister van Justitie Jo Vandeurzen
nog eens goed voor de pastoors gezorgd …
De uitbreiding van het kader parochieassistenten was een belangrijke verwachting van CD&V. Minister van Justitie Jo Vandeurzen, die instaat voor de verloning van bedienaars van de eredienst en niet-confessionele levensbeschouwing, is dan ook opgetogen over de beslissing.
De katholieke eredienst beschikt over een theoretisch kader (pastoors, onderpastoors, …) van in totaal 6.399. Sinds 1 maart 2008 maken 2.832 personen deel uit van dat kader. Samen nemen ze 3.381 plaatsen in. Er zijn in totaal 1299 bedienaars die op 2 of meerdere plaatsen actief zijn.
In Nederland en Frankrijk
is de Kerk volledig afhankelijk van giften van gelovigen en inkomsten uit bezittingen voor de financiering van priesters en pastoraal werkenden werkzaam in de territoriale pastoraal.
In Duitsland
worden de kerken gefinancierd door de ‘Kirchensteuer’, waarbij belastingplichtigen tot 8% opcentiemen op de personenbelasting betalen voor het kerkgenootschap of de humanitaire instelling van hun keuze.
In Italië
werd na de akkoorden van Villa Madama in 1984 het otto promille-systeem ingevoerd.
Acht duizendsten (0,8%) van de belastingen gaat naar religie,
en elk jaar kan iedereen zelf beslissen naar welke.
Niet-confessionele levensbeschouwing
in België
Ik heb het altijd een stommiteit gevonden dat het Humanistisch verbond zich heeft laten “vangen” om deel uit te maken van datzelfde pakket officiële verloningen, want zo werden en zijn ze nog steeds de excuustruus voor het feit dat Vrijzinnige Vlamingen mee betalen om de pastoors te onderhouden.
En dat, terwijl er steeds meer aan de oppervlakte komt van kindermisbruik binnen de kringen van de Katholieke kerk en dat daar nog steeds weinig of geen priesters, monniken, nonnen en bisschoppen met de Belgische Justitie te maken hebben gehad …
We maken dus niet alleen onze keukens in België
We zorgen ook heel goed voor onze pastoors !!!
EN …
ik weet niet of er sprake zal zijn van besparen op hun pensioen
in de volgende ARIZONA regering …
àls die er ooit komt …???…
Maar daarover – misschien – elders – meer.